GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

SLECHT BELOOND.

Er zijn in de laatste jaren vele uitvindingen edaan, die wij nu al gewoon beginnen te inden, en die toch menichen uit vroeger agen verbaasd zouden doen staan; zoo b.v. e telefoon, het bestuurbaar luchtschip en meer.

Ook echter zijn er vroeger uitvindingen geaan, die niet voor ons zijn bewaard gebleven. oo o, a, de kunst om ijzer geheel roestvrij te maken.

Geloofwaardige schrijvers, die nu tweeduizend aren geleden leefden, o. a. de beroemde Pliius, verhalen ook van een dergelijke uitvinding, it den tijd van den Romeinschen keizer Tiberius, enzelfden onder wien de Heere Christus den ruisdood heeft geleden.

Tot dezen wreeden, achterdochtigen vorst wam eens een werkmeester, die hem een lazen beker toonde, die schijnbaar niets bijonders had. Doch de man zeide tot den eizer: „Zie hier een glas dat niet in stukken s te .breken als het gewone; al werpt men dezen eker ook op den grond, hij gaat er niet tuk van.”

De keizer lachte, en zei: „Dat wil ik wel ens zien.”

Toen nam hij het glas en liet het vallen op en marmeren vloer. Doch zie, de beker bleef eel; alleen bespeurde men, dat hij enkele euken had gekregen.

„Dat is niets, ” zei de man, die een hamertje

uit den zak haalde. Daarmee sloeg hij in weinige oogenblikken de deuken weer uit het glas, en gaf het toen den keizer terug, in de hoop van zeker een rijke belooning te zullen ontvangen voor de mooie uitvinding.

Maar dat liep geheel anders.

Want Tiberius trok een bedenkelijk gezicht en vroeg barsch:

„Zijn er nog meer dan gij, die zulk glas kunnen maken? ”

„Niemand; dan ik en mijn knechts, " was het antwoord; „maar die hebben vast beloofd, het geheim van de uitvinding nooit te zullen verklappen.”

„Gij kunt gaan, " sprak de keizer. Maar nauwelijks was de ander in zijn werkplaats teruggekeerd, of er verschenen eenige krijgsknechten van Tiberius, die op den meester en zijn werkvolk aanvielen en hen doodden.

Eenige hofheeren, die de proef met het glas hadden bijgewoond, en den uitvinder een ander lot hadden toegedacht, begrepen niet wat den vorst tot zulk een daad bewoog. Deze echter zei:

„Als zulk glas-in gebruik kwam, zouden er weinig zilveren en gouden bekers meer noodig zijn, en die metalen zeer in waarde minderen, en dat wil ik voorkomen.”

Nu was dat een zot antwoord. Want men kon zooveel glas maken als men wilde, m^ar geen goud of zilver. Doch Tiberius was een man als boven beschreven, die God niet vreesde en geen mensch ontzag. Geen wonder, dat hij ten slotte door zijn eigen onderdanen werd vermoord.

In onzen tijd heeft men nagenoeg onbreek baar glas uitgevonden j doch glas dat buigt maar niet breekt, en in alles op metaal gelijkt, is dusver niet meer gemaakt. Wie weet echter, of we straks dat ook niet weer zien verschijnen.

AAN VRAGERS.

In Numeti ii : 5 wordt van pompoenen gesproken, als een begeerlijk eten. Waren dat dan andere pompoenen dan die wij kennen, en die niet veel & maak hebben, en, meen ik, alleen deugen voor beeslenvoer? vraagt S.

Wij lezen in Numeri 11:5:

„Wij gedenken aan de \isschen, die wij in Egypte om niet aten, aan de komkommers, en aan de pompoenen, en aan het look en aan de ajuinen, aan het knoflook”.

Daaruit ru blijkt, dat die pompoenen andere zijn geweest dan die wij zoo noemen, welke gelijk de vrager terecht zegt, geen geschikte spijs zijn voor menschen.

Denkelijk hebben wij onder de pompoenen hier te verstaan, een groote soort meloenen. De watermeloen b.v. komt in warme landen als Egypte veel voor. Dit is een soort van augurk, maar ontzaglijk groot en zwaar. Ik herinner mij er eens een gezien te hebben, die door twee personen moest gedragen worden. Sommige dier vruchten wegen wel dertig pond en be dekken de halve tafel. Ze zien donkergroen met vlekkec; van binnen zijn ze roodachtig, en saprijk, doch althans voor onzen smaak heel ftiuw. Er zit eer» groote hoeveelheid vocht in. Il een zoo heet land als Egypte, waar bovendiea goed water niet altijd was te krijgen, mceten zulke vruchten zeer begeerlijk echter zijn geweest.

In Jesaja I : 8 lezen wij:

„En de dochter Sions is overgebleven als een hutken in den wijngaard, als een nachthutkec in den komkommerhof, als eene belegerde stad.”

Hier wordt zeker gedoeld op de hoven, waarin men meloenen teelde. Er waren ook zoete meloenen. Deze zijn geel en smaken heel lekker.

Wel dient opgemerkt, dat de vele onderschei dingen b. v. v& a. groentesoorten, die wij nu hebben, , oudtijds niet zoo gemaakt werden. Men sprak van sgroea kruid, " „kruid des velds, " maar zonder dat veel nader aan te wijz'.n. Ook zijn er namen van vruchten uit die oude tijden bekend, zonder dat we weten welke vruchten bedoeld worden. Met sommige namen van edelgesleenten is het evenzoo. Zelis schijnen eenige volken niet voor alle hoofdkleuren een naam te hebben gehad. Uit alles blijkt hoe moeilijk het soms is uit te maken wat met dit of dat woord oudtijds werd bedoeld.

Is er ook een verklaring te geven, waarom de Roode Zee zoo heet en ook waarom men leest van de Schelfzee, dat immers toch dezelfde is. — P.

In Exodas 15 : 4 staat:

Hij heeft Pharao's wagens en zijn heir in de zee geworfen. En de keure zijner hoofdlieden zijn verdronken in de Schelfzee.

En in Hebreen 11 : 29:

Door het geloof zijn zij de Roode Zee doorgegaan, als door het droge; hetwelk de Egyptenaars ook versoekende, zijn verdronken.

Hieruit blijkt dat „Schelfzee" en Roode Zee" twee namen zjijn voor één zaak. De eerste wordt in het Oude Testament gebruikt.

„Schelfzee” heet dat water naar het riet, zeeriet, dat er in groeit. Riet heette oudtijds ook schelf, in het Duitsch nog Schilf. Waarschijnlijk heeft de roode kleur van dat riet aanleiding gegeven, dat men ook sprak van Roode Zee, welke naam later algemeen werd en nog is.

Dezelfde vrager zou gaarne weten, wat het woordje „lee" in Heiligerlee beduidt.

Vermoedelijk heeft „lee" de beteekenis van „grafheuvel" en duidt de naam dus aan een plek die men gewijd achtte, als rustplaats der dooden. Omtrent den oorsprong van - zulke plaatsnamen bestaat echter nog veel onzekerheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 februari 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 februari 1909

De Heraut | 4 Pagina's