GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

BERGOPWAARTS.

VIII.

OP REIS.

Het voorjaar van 1732 brak aan, toen Linnaeus met alle toebereidselen tot zijn tocht gereed was. Hij moest nu vertrekken, wijl de reis in het koude jaargetij niet wel doenlijk was,

Welgemoed, al was het niet met een volle beurs, ging onze vriend op weg, vast besloten met 's Heeren hulp zijn last uit te voeren, 't Weer was nog zeer guur, en toen hij eenmaal in Lapland was aangekomen waar bijna geen wegen waren, werd de reis moeilijker.

Gelukkig dat het allengs opzomerde, en zoo kon onze reiziger dus doen wat hem was opgedragen en zijn onderzoek beginnen, daar nu aan bloeiende planten geen gebrek was. Met allen ijver en groote nauwkeurigheid verrichtte hij ..zijn werk, zocht op bergen en in dalen en niets ontging daarbij zijn scherpen, blik. Trouwens hij was het zoeken en verzamelen van planten van jongsaf gewoon.

Toen de Junimaand aanbrak, bevond Linnaeus zich in het hooge Noorden van het land der Middernachtzon, want, zooals we weten gaat in die streken de zon des zomers ciet, of nauwelijks onder. Dit zeldzaam schouwspel van den solem inocciduum, de niet ondergaande zon, zooals het zeer deftig in 't Latijn, genoemd wordt, aanschouwde Linnaeus met groote bewondering te Wallinare. Dat was vrij. wat anders dan in het zuiden van Zweden, waar het 's zomers trouwens toch ook tot 11 uur des avonds licht blijft.

Hoe mooi 't echter ook was, en met hoeveel genoegen de jonge geleerde ook zijn taak volbracht, toch was hij niet louter voor zijn pleizier uit. Hij trok heel de Bothnische golf langs; eerst — zie 't maar eens na op de kaart — aan de westzijde van eigenlijk Zweden, toen over Tornea verder langs de oostkust zuidwaarts door Finland, dat destijds Zweedsch gebied was. Op dezen langen tocht had hij dikwijls te lijden van honger of van kouds. 't Was een geluk dat hij velerlei had meegenomen, waardoor hij in die ruwe streken, waar weinig menschen woonden, zich zelf helpen kon.

Hij moest soms in bar weer zijn teut opslaan in een bergspleet, of in een bosch om tegen storm veilig te zijn, zijn bed maar spreiden. Aangenaam dat de lieden in de dorpen gaarne bereid waren te helpen, en alle levensmiddelen heel weinig kostten, zoodat de vijftig daalders bij groote zuinigheid toereikend bleken. Echter liep hij allerlei gevaren, van weer en wind, en ook van wilde dieren als wolven en beren. Want die hadden natuurlijk weinig op met de plantkunde, begrepen zeker niet wat die vreemde indringer kwam doen, en betoonden zelfs een bedenkelijken lust om hem tot straf op te eten. Gelukkig kwam het daar niet toe.

Zoo al reizende kwam onze vriend te Calix, Hij moest daar een poos blijven om zijn planten te ordenen, en vond een onderkomen bij den bergmeester Svanberg, die het opzicht had over de mijnen. Nu was Linnaeus, hoe jong ook, niet alleen bekend met planten, maar deed ook aan de dierkunde en had verstand van delfstoffen en metalen. De bergmeester vond het aangenaam een gast te herbergen, die over koper en ijzer wist mee te praten en kreeg zelfs lust om hem te onderwijzen in de zoogenaamde essayeerkunst, d. i, de kunst om het gehalte van metaalmengsels te weten en over de waarde en zuiverheid der delfstoffan te oordeelen. Onze Karel, die elke gelegenheid aangreep om zijn kennis te verrijken, maakte gaarne van de gelegenheid gebruik, en zoo verliet hij ten slotte Calix al weer wijzer dan hij er was gekomen.

Al voortreizend kwam onze onderzoeker tegen het najaar te Abo aan de Finsche kunst. Hij had nu een heelen boog omgemaakt. Hij ging scheep en bereikte over de Alands-eilanden weer de plaats vanwaar hij was vertrokken; Upsal. Hij had veel nieuwe kennis opgedaan en een rijke verzameling planten en gewassen meegebracht, benevens allerlei aanteekeningen. Het reisgeld echter was schoon op.

Had hij nu zijn reis tot genoegen van zijn vrienden volbracht? Voorzeker, gelijk bleek toen hij hun een uitvoerig verslag gaf van al het door hem verrichtte. Hij kreeg er allen, zeker welverdienden lof voor, en een lange lijst der planten die hij had onderzocht, werd door het Genootschap van Celsius en Rudbeck uitgegeven, onder den naam van Florula Lapponica. Ook werd bij nu tot medelid van het genootschap

benoemd, een eer die zeker weinigen van zijn leeftijd te beurt viel.

Had hij nu ook maar van de eer kunnen leven. Maar 'tis als Bilderdijk zegt:

„Wat is de roem, daar rijp en groen op azen? Slechts wied, de keel van andren uitgeblazen." Oi nu ook Linnaeus er op „aasde" is niet zeker. Zijn karakter neigde er wel eenigszins toe. Doch in elk geval kon hij van den wind niet leven. Den eersten tijd die nu volgde, had hij het diuk met alles te regelen en te rangschik ken en uit te werken wat hij te Lapland had verzameld en opgeteekend. Later in 1735 gaf hij het uit in een boek, een volledige beschrijving van de LapLmdsche Plan'.en. Dit boek is beroemd geworden, en heeft zelfs tot voorbeeld gediend voor vele latere geschriften over de plantkunde. Zoo goed, ja voortreffelijk is de saamstelling. En dat zegt te meer, daar Linnaeus in dit werk geheel zijn eigen weg was gegaan. Het stelsel dat hij had uitgedacht, gelijk ik vroeger zeide, werd nu voor allen openbaar en verschafte hem veel aanzien en roem.

Intusschen rees alweer de oude vraag bij onzen man op: Hoe zal ik het noodig onder houd vinden. Ongaarne wilde hij zijn vrienden steeds tot last zijn, en daarbij had hij nogL aan allerlei behoefte, dat zij hem niet verschaften. Op steun van huis viel weinig te rekenen, en al studeerde hij ook trouw in de geneeskunst, er moest nog geruimen tijd verloopen eer hij daarin zijn brood kon verdienen.

Na lang overdenken kwam hij tot een besluit. Hij bad op zijn reis veel kennis van de delfstoffen opgedaan, had die vroeger ook al bestudeerd, en besloot nu daarin lessen te geven, waarbij ieder komen kon die er voor betaalde. Het duurde niet lang of de jonge geleerde had l zijn zaal vol toehoorders, wel een bewijs van zijn groote kunde. W

Doch juist die toeloop zou hem kwaad doen. £r was namelijk te Upsal een andere geleerde, ook nog jorg, maar die reeds den titel had van doctor in de geneeskunde. Deze man Rosen geheeten, weid naijverig op den toeloop dien Linnaeus krerg en besloot hem tegen te weiken. Linnaeus !: ad nog geen graad of titel aan de hoogeschool verworven, en nu beklaagde zich Dr. Rosen bij de hoogleetaars, dat een man, die er niet toe bevoegd was, onderwijs gaf. Dat mocht niet, zei hij.

De zaak w: 'fd onderzocht, en al moest ieder erkennen, dat de jonge Linnaeus uitstekend onderwijs gaf, toch. werd hsm aangezegd dat, wilde hij zu'ke lessen geven, hij eerst moest promoveeren, d.i. de titel van doctor verwerven, in het vak dat hij onderwees. Daar kon hij immers geen bezwaar tegen hebben. Hij was er knap genoeg voor!

Nu dat w.^s ook zoo. Maar de heeren vergaten éan dirg, dat ook Linnaeus niet uitsprak, namelijk, dat zoo'n promoiie of bevordering met al wal er bij kwam, eene heele som geld kostte. En wiar zou onze vriend dat vandaan halen? Welliclu dorsc bij er zijn vrienden niet over spreken. Althans hij gal de lessen op en nu waren al ? .ia blijde vooruitsichten verdwenen. Later zijn D; Rosen, die als geneesheer beroemd werd tot zelf^ buiten Zweden, en Linnaeus, die het nog verdir bracht, hoogleeraars en ambtgenooten gew jrden aan dezelfde hoogeschool te Üpsal, Of de heeren eikaar toen vriendelijk aankeken, heb ik nergens geboekt gevonden,

HOOGENBIRK,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 november 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 november 1909

De Heraut | 4 Pagina's