GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. „Ik heb geen verge ving der zonden noodig".

Men heeft in Duitschland beweerd, dat wanneer de modernen een geloofsbelijdenis moesten opstellen, een van de artikelen zou moeten luiden: „ik heb geen vergeving der zonden noodig". Van moderne zijde is men daarover zeer vertoornd geworden, en twee voorname modernen hebbeo zich aangegordom aan te toonen, dat de modernen dit niet leeren. De predikant Hans van Augsburg leverde in „Christentum und Gegenwart" no. 7 een artikel, waarin hij eenige citaten uit geschriften van modernen bijbracht om te bewijzen, dat de modernen wel degelijk wijzen op de noodzakelijkheid van de vergeving der zonden. Maar jammer geno^ laat deze schrijver daarin na te bepalen, wat de modernen onder het woord „zonde" vestaan.

De predikant Dr. Rittelmeyer te Neurenberg heeft dit laatste echter wel gedaan. In een artikel, voorkomende in het Cerrespondentzblatt van predikanten no. 27, getiteld: „de mensch in den tegenwoordigen tijd en het gevoel van zonde", deed hij een poging om aan te toonen, wat de modernen onder „zonde" en „vergeving" verstaan, en dan komt het aan den dag, dat de moderne in een vergeving der zonde eigenlijk niet gelooft. Hij handelt in zijn artikel met zekere warmte over het „zondebewustzijn" van de menschen dezer eeuw. Deze heeft echter minder met afzonderlijke zonden te doen, als wel dat hij tot smartelijke ervaring komt, dat men niet is gelijk men wezen moet. „Zij doorleven oogenbhkken waarin zij een afkeer hebben van het geheele leven en boven alles een afkeer van zich zelven. Zij denken dan aan de banden des duivels, waarin zij dikwijls hulpeloos verstrikt zijn, en willen geheel anders zijn. Menigmaal sluimert die zei f veroordeeling onbewust in den mensch, maar een enkel woord, een enkele indruk kan tot de vreeselijkste smart brengen". En dit is het nu, volgens Dr. Rittelmeyer, wat men het moderne gevoel van zonde noemen kan. Dit gevoel van zonde is een ander dan dat van het voorgeslacht, maar niet minder diep en ernstig, want hoe komt het, dat in de moderne liederen gezongen wordt van den nieuwen mensch, en van het volle rijke leven, als dit niet voortkomt uit het gevoel van zonde en als er geen verlangen bestaat om daarvan bevrijd te worden? Zeker gevoelt een modem mensch er weinig voor, wanneer men hem spreekt van een hongeren naar gerechtigheid, van een verlangen naar vergeving van zoude. „Als men hem echter spreekt van een zoeken van reinheid, van volkomenheid, van waar, echt leven, van volmaking van ons wezen, van een vervullen van onze bestemming, dan trillen alle snaren van het eigen verlangen des harten mede". Maar dan is ook het moderne zondegevoel vruchtbaarder dan dat der vaderen of van Augustinus, die altijd alleen aan overtreding dachten.

Het leidt tot de grootheid van een Paulus, die „mmstens even sterk naar de vrijmaking van zijn wil als naar de uitdelging van zijn schuld verlangde." En hier komt nu het Christendom te hulp en zegt hem, dat de grond van lle zonde zelfzucht is. En Jezus komt hem te ulp, die door zijn voorbeeld voorgesteld heeft, at de eigenlijke bestemming van den mensch s „een mensch Gods te zijn"; slechts in de emeenschap met God en in de overgave aan od worden alle wanklanken opgelost. En verer toont de verschijning van Jezus, wijl Hij en verschijning van den liefde-wil Gods is, dat od de menschen voor het hemelrijk hebben il. „Deze wil tot het hemelrijk komt nu zegeierend in ons leven en breekt alles af, wat ich uit ons verleden daartegenover mocht stelen .. , Het is eenmaal een feit dat God in hristus ons roept, dat God ons hebben wil rots onze erbarmeüjkheid." Wie aan die roeptem gehoor geeft, krijgt een nieuw leven, hij leeft niet meer in de zelfzucht van zijn vroeger estaan, maar geheel in de ontvankelijkheid en vergave voor het Goddelijke, dat zich voor ns ontsloten heeft." Waar dit is, daar is „vereving der zonden"; het oude is voorbijgegaan, et is in zijn wezen overwonnen en „machtig laan de golven des nieuwen levens."

Zoo Dr. Rittelmeyer. Hij leeraart ongeveer etzelfde als de voorstanders der moderne riching in ons vaderland. Wij kunnen niet ontennen, dat er iets boeiends en verleidelijks in eze voorstelling ligt. De srnart dat men tegen od gezondigd heeft, die o.a. door Luther zoo teik gevoeld werd, vervalt op die manier; men omt zonder angst of vrees tot de bruisende olven van het nieuwe leven. Of de moderne enschen werkelijk op den aangewezen weg tot e volle gemeenschap met God komen, laten ij in het midden. Maar de vraag waar het ier op aankomt, of zij bewustzijn van zonde ebben, wordt hiermede ontkend. Want zonde is toch opsUnd tegen God, en daaruit volgt chuld en straf. Wij willen hierop niet verder ngaan, het was er ons alleen om te doen, te aten zien, hoe de denkbeelden van Ritschl wortel geschoten hebben en steeds grooter gevaar worden voor de Kerk des Heeren. Is het te verwonderen, dat het volk dat de prediking van verzoening door het bloed des Kruises begeert, en in „Gemeinschaften" zoekt, wat op vele kansels niet meer gehoord wordt?

Frankrijk. Het uitstervend Frankrijk.

In het Journal des Débats h'et de bekende oeconoom Leo Leroy Beaulieu zich op nieuw uit over de afneming der bevolking in Frankrijk. Onder het tweede Keizerrijk werden in 1861 I 005.000 en in 1866 nog 1.006.000 kinderen geboren, terwijl er in die jaren 140.000 en 160.000 meer geboren werden dan stierven. Sedert 40 jaar is dat millioen niet meer bereikt; in 1907 bleef het geboortecijfer onder de 800000 en in 1909 liep het terug tot 769.000. Sedert 1899 *ij° ^^ '^ jaren meer menschen gestorven dan er geboren werden, en deze toestand zal weldra bestendigd worden, zoodat men inderdaad van een uitstervend Frankrijk spreken moet, terwijl dit uitsterven van jaar tot jaar sneller z»l toenemen, Binnen eeo eeuw zal

het gebooitecijfer nog met loo.ooo vermindetd wezen. Wat daarvan de oorzaken zijn?

„In de eerste plaats de verzwakking van het Godsdienstig geloof; de openbare machten begaan de onvergelijkelijke domheid deze verzwakking hardnekkig in de hand te werken. Wanneer eenmaal Btetagne, de Vendee, Lozere, Aveyron, de Vlaamsche districten in het Noorden, dezelide geestesrichting gaan volgen als die welke in Bourgogne en Gasconje heerscht, dan zal Frankrijk op nieuw 40.000 geboorten in het jaar verliezen. Niet alleen lijdt de politieke en militaire macht van het land daardoor schade, neen, het voortbestaan der natie komt in gevaar. Men kan zeggen dat deze, als bevolking uit Franschen wortel, na een half dozijn generaties | opgehouden zal hebben te bestaan". Leroy BeauUeu wijst dan op het één en twee kinderstelsel en beweert, dat de bevolking van Frankrijk een conglomeraat van Vlaamsche Belgen, Duitschers, Spanjaarden, Italianen en Polen worden zal.

Opmerkelijk is het, dat in streken waar de bevolking nog aan de Roomsche Kerk gehecht is, het geboortecijfer het gunstigst is. De leidende staatslieden moesten dus, al was het maar alleen om Frankrijk voor uitsterven te bewaren, alles doen wat in hunne macht is, om de religie te bevorderen, en ziet — sedert jaar en dag doen zij al wat in hun vermogen is om met den Franschen minister Viviani te spreken „de lichten des hemels uit te dooven".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 augustus 1910

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 augustus 1910

De Heraut | 2 Pagina's