GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„De wasdom des lichaams naar de werking van een tegelijk veel in zijn maaat,”

Bekijk het origineel

„De wasdom des lichaams naar de werking van een tegelijk veel in zijn maaat,”

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit welken het geheele lichaam, bekwamelij a samengevoegd en samen - vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking vsn een iegelijk deel in zijne mate, den wasdom des lichaams bekomt, tot zyns zelfs opbonwing in de liefde. Epheze 4 : 16,

Weet ge u in Christus ingelijfd? Zegt uw eigen levensbesef u, dat ge in het lichaam van Caristus een eigen lid zijt? En wordt ge, ah lid van dat Schaam, metterdaad door Hem als aw Hoofd bestuurd, geleid en in actie gezet ?

Bega toch niet ds foat, om in dit alles slechts overdrachtelijke taal, niets dan beeldspraak te zien. Natuurlijk op zichzelf mo; t al 't geestelijke wel in beeldspraak rich uiten, omdat heel onze taal ontleeod is aan de zienlijke wereld. Christus beteekent de Gezalfde, een naam aan de zalving der koningen ontleend. Maar al duidt deze hoogheilige naam bij Jezus niet op een zalving met olie, zoodat ze in zco veire beeldspraak is, hetgeen wat deze naam uitdrukt, is er niets minder wezenlijk om. Ja, bij geen vorst op aarde is ooit de zalving met olie zoo wezenlijk geweest, als de geestelijke zalving die Christus ontvangen had van den Vader.

Ook dit in zijn in het Lichaam van Christus moet dus ook voor u in de sfeer van het verborgen, geestelijk leven een /«Vzijn. Een engel die naar u uitziet, moet u in die Lichaam vinden, en in dit Lichaam op aw plaats, zoo als ge als lid of cel daarin hoort en uw tüEclie hebt uit te richten.

Wij spreken ook wel van het volks lic haam of liever nog met het Fransche woord van een corps, Eïn mxuAA-corps heet dan een bijeenvoeging van spelers, die saam éénzelfde teeks stukken uitvoeren. Zelfs spreken we van officiers corps, ptoftisoien-corps en zooveel meer, om de gezamenlijke personen aan te geven, die zekere eenheid vormen. In nog zwakker toon spreken we ook wel van corporatie. En zoo zijn ook de leden van een plaatselijke kerk wel lede», lidmaten van het hchaam dier kerk genoemd. Altoos weer de behoefte, om als er velen sijn, die toch saam een eenheid vormen, aan hen allen saam één naam te geven. £a dan sprak bet bijna vanzelf, dat men in alle land op bet woord lichaam viel, omdat ia niets 200 wonderbaar schoon als in het menschelijk lichaam, de saamvoegiog van een groote verscheidenheid tot één harmonisch geheel gegeven is.

Het lag dan ook voor de hand, dat de

apostelen, toen de Christenen zich vermenig» vuldigden en tegen de lieden der wereld »ls één machtig geheel kvramen over te staan, alle geloovigen saam onder Christus als hun Hoofd in 't beeld van het Lichaam hebben gezet.

Christus zelt sprak reeds van den Wijnstok, waaraan al wie hem beleed als rank uitbotte; maar nu het er op aan kwam, om Christus als aller Hoofd te doen eeren, bood zich vanzelf het beeld van het Lichaam aan. Reeds aan die van Rome schreef de apostel: „Gelijk wij in ons lichaam vele leden hebben, en de werking van die leden niet dezelfde is, alzoo zijn wij velen één Lichaam in Christus, en zijn alzoo elkanders leden" Breeder nog zette bij deze gedachte van het Lichaam aan de Kerk van Corinthe uiteen, en eindigde toen met de besliste verklaring: „Gijlieden zijt het Lichaam van Christus en leden in 't bijzonder." £n in neg rijker taal bracht hij dat beeld in schets voor de kerk van Ephese, betuigende dat alles ging om „de opbouwing van het Lichaam van Christus", en dat elk gelóovige op moest wassen in Hem die het Hoofd is, namelijk Christus, en dat uit den Christus het geheele Lichaam, bekwamelijk saamgevoegd en vastgemaakt zijnde, allengs tot een volkomen, volwassen Lichaam uitdijt, deels door de toevoeging van nieuwe leden, maar vooral door de toevoegselen der toebrenging, die een iegelijk lid naar zijn mate in het Lichaam doet uitkomen.

Van een historische bijeenvoeging van meerdere personen ia één corps, in één lichaam, in één corporatie, gelijk wij die in elkander zetten, is hier dus geen sprake. Het Lichaam van Christus is organisch-ééo. De leden van dit Lichaam zijn vanzelf organisch aan Christus en aan elkaar verbonden. £a in dat Lichaam moet, door den wasdom der leden, de organische groei bestendig doorgaan. Voor ons is dit moeilijk te verstaan, omdat we ons van den organischen samenhang en den otganischen groei op geestelijk gebied zoo bijna geen voorstelling kunnen vormen. We noemen di: Lichaam van Christus daarom veelal het „mystieke Lichaam vsm Christus", en den band die ons als leden aan ons Hoofd verbindt, plegen we op later ingeslagen voetspoor meest de „mystieke unie" te noemen; maar er ontbreekt dan toch iets aan ons geloofsleven, zoo we van dat in zijn in het Lichaam van Christus niets ontwaren, niets merken, niets genieten.

Geloovigen, die hier niet aan hechten, leven als een eiland j: in den oceaan op zichzelf, of sluiten zich hoogs: ens met enkele geestelijke vrienden tot een gezelschap aanéén. £n aan dit eenzame turen op han eilandje of aan dit verkeeren in hun gezelschap, hechten ze dan soms veel hooger waarde dan aan hun in-zijn in het Lichaam van Chris'.us, dat de geloovigen van heel de wereld en de gezaligden uit alle eeuwen omvat, en waartoe uit bet zaad der Kerk ook de geloovigen van alle volgende eeuwen tot op 'sHeeren wederkomst behooien zullen.

£n dit DU mag niet. Dat eilandje is van ons eigen maaksel, dat gezelschap is door enkele gebovigen saam gevormd, maar het Lichaam is de geestelijke creatie van Christus zelf. Het is zijn maaksel. Het is zijn schepping. En Hij zelf is, als 't Hoofd, in dat Lichaam inwonend, en dat Lichaam beheerschend. Ia dat éene Lichaam van Christus leven we saam met de apostelen en martelaren, met alle geloofshelden uit vroeger eeuwen, met alle kindei en Gods die thans op aarde zijn. Met ons sterven gaan we uit alles uit, behalve alleen niet uit dat Lichaam. In dat Lichaam blijven we eeuwiglijk. En daarom is dat Lichaam nog meer dan de Wijnstok met de ranken. Het is een alom spattende, nooit ondergaande, eeuwiglijk blijvende organische saamvoeging van alle verlosten met elkaar onder hun Hoofd Christus. We belijden dan ook dat we in Christus zijn ingelijfd, d. w. z. dat we metheel onzen persoon, met ons geheele leven, voor nu en voor eeuwig, in een organische levensgemeenschap met Christus ea al de zijnen zijn opgenomen, die heel ons aanzijn omvat, en waarin we aan de heiligende inwerking van den adem des Heiligen Geestes en aan de geestelijke bloedsbeweging in dit mys.ieke Lichaam deel hebben.

Maar juist daarom kunt ge hier niet volstaan met de taal der lippen, die betuigt, dat ook gij een lid van dat Lichaam zijt. Lippentaai geeft hier niets. Ge moet in dat Lichaam leven; er de levenswaim'c van aan uw hart gevoelen; er de inwerking van ondergaan; en ervaren dat het Hoofd van dat Lichaam ook uw levensbewe gingen bezielt en bestuurt. In ons eigen lichaam leeft elke cel, elke zenuw, elke vezel, elke bloeddrup, elk lid in verband met het geheel. Zoodra eenig lid van ons lichaam uit dat verband raakt, komt er krankheid, en is al 't pogen van den medicijnmeester er op gericht, om zulk o een lid of orgaan weer in het juiste levensver­ s band te zetten. Als ge in eenig lid van uw o lichaam dat levensverband niet meer voelt, is dit lid verlamd, en moet het weer recht gezet.

Ge hebt uzelf er daarom voortdurend reken schap van te geven, of ge zelf, voor wat uw ziel aangaat, in 't verband met dit mystieke Lichaam van Christus ademhaalt, u beweegt, en leeft. £a wordt het u hiermee ernst, dan, maar ook dan eerst, begint ge te verstaan, dat de wasdom van dat Lichaam mede afhangt van uw persoonlijken wasdom. Dat ge niet maar in dat Lichaam moet in-zijn en leven, maar dat ge zelf den wasdom, den welstand en het leven van dat Lichaam hebt te bevorderen, zooals de apostel het uitdrukt, „naar de werking van elk lid in zijn mate.

Al zijt ge in Christus, en in dat Lichaam ingelijfd, daarom is nog uw leven niet naar al zijn deelen in dat Lichaam ingegaan. Ge begint veeleer met slechts in beginsel ingelijfd te zijn, en al uw verder geloofsleven moet nu één gestadig pogen zijn, om heel uw persoon, heel uw lei^ensactie in dat Lichaam te doen opnemen. Ge moet in dat Lichaam ingaan en u laten opnemen met al uw denken, al uw willen, al uw gevoelen, Ten slotte mag niets van u meer buiten dat Lichaam blijven.

Toch is het aanvankelijk zoo niet. Veeleer begint het met een tweeledig leven. Eensdeels een leven in dat Lichaam, en anderdeels een leven dat nog buiten dat Lichaam staat. En nu is het de heilige kunst, om dat deel van uw leven dat nog buiten dit Lichaam staat, steeds meer te dcen inkrimpen, om steeds meer met heel uw persoon in dat Lichaam te worden ingetrokken.

In dat Lichaam moet alles conform het leven van Christus zijn, want Hij is het Hoofd, en al wat tegen den geest en het exempel van Christus ingaat, staat er onverbiddelijk buiten. Een hoofd is geen hoofd of het moet heel bet Lichaam beheerschen, en al wat in ons leven nog tegen den Christus ingaat, en niet zijn stempel vertoont, blijft dus uit dat Lichaam uitgezworen, en kan er slechts dan ingaan, en 'vablijvm en in leven, zoo het zich aan bet leven van Christus conformeert. Denkt, spreekt, d d K P i e a G k d handelt ge, zooals het exempel van Christus het u voorhoudt, zoodat ten slotte niet meer uw ik leeft, maar Christus leeft in u, dan is de inlijving van uw persoon in dat heilig, mystieke Lichaam volkomen. Maar al wat nog een ander karakter draagt, een ander stempel vertoont, en van Jezus afwijkt of tegen hem ingaat, sluit dat deel van uw persoon en leven nog buiten het Lichaam.

Het Lichaam moet wassen, maar wassen ook door u, doordien gij ook zelf wast in Christus, en alzoo steeds meer van u zelf in dat Lichaam in brengt, en zelf wassend in den Christus ook het Lichaam doet wassen.

Uw inlijving in Christus is, zoo bezien, niet maar een stuk van uw beliidenis, maar een zaak voor heel uw leven. E: n spoorslag om niet te blijven die ge zijt, maar steeds anders te worden. Steeds minder buiten en meer in dat Lichaam van Christus te leven. En dus ook om te verstaan, dat deze voortgaande, deze nooit rustende inlijving het groote werk uwer heiligmaking is, niet door eenig werk, waarin uw verdienste zou schuilen, maar door een steeds meer u stellen onder de inwerking van Christus. Hem meer Hoofd over heel uw aanzijn laten worden, en zelf meer lid zijn in zijn heilig Lichaam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 september 1910

De Heraut | 4 Pagina's

„De wasdom des lichaams naar de werking van een tegelijk veel in zijn maaat,”

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 september 1910

De Heraut | 4 Pagina's