GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

UIT KWAAD TOT GOED.

XVIII.

VERANDERING.

De Fransche tijd VMIS eindelijk voorbij. Bij Leipzig had Napoleon in r8i3 de nederlaag geleden tegen de legers der verbonden mogendheden, en 't gevolg was geweest dat hij van den keizerstroon moest treden en zich vergenoegen met het eiland Elba in Italië. In Frankrijk werd het oude Koningsgeslacht der Bourbons in de regeering hersteld. In ons vaderland werd de prins van Oranje, zoon van den stadhouder Willem V, uit Engeland overgekomen, met gejuich te 'sGravenhage ingehaald, en kort daarop gehuldigd als souverein vorst der Nederlanden. Overal wierp men het Fransche juk af. Wel zou Napoleon nog eens wcdeikeeren, om opnieuw te beproeven de heerschappij te bemachtigen, doch 't zou slechts zijn een regeering „van honderd dagen". Het einde was zijn tweede nederlaag (1815), ditmaal bij Waterloo, die voorgoed een einde maakte aan zijn gezag. Weldra werd hij op een Engelsch schip naar het eiland St, Helena, ver in den Zuider Atlantischen Oceaan, gevoerd, om daar zes jaar later reeds te sterven, maar twee en vijftig jaar oud,

In ons vaderland herleefden handel, nijverheid en bedrijf weer. We hadden onze vrijheid herkregen en — ten deele althans — onze rijke overzeesche bezittingen. Ieder hoopte nu op betere tijden, op dagen van voorspoed en vrede als weleer, Ea die schenen ook te komen. Onze vriend Velders had zich, zoo goed als 't ging, geschikt in het hem eerst wel wat vreemde werk voor en in den timmertuin. De baas, die merkte dat Velders zijn best deed, al was hij hier dan ook niet de meest noodige persoon, bewerkte dat hij een verhooging kreeg tot negen gulden per week. Hooger zou het echter nooit kunnen komen, wijl Velders geen timmerman was van zijn vak.

Dat begreep onze smid zelf ook heel goed, en hij beproefde of hij in zijn oude zaak niet weer een plaats kon krijgen. Dat liep echter niet mee. Er waren jonger krachten dan hij, en daarbij toonde een baas weinig lust een knecht in dienst te nemen, wiens eigen zaak vroeger was te niet gegaan en die nu ai jiren zijn beroep niet meer had uitgeoefend. Dat was nu wel niet heel billijk, maar er was volk genoeg te krijgen, en zoo nam ieder dan dsngeen die hem 't best leek.

't Was goed, dat Velders en zijn vrouw reeds lang hadden geleerd, hun lot en weg in des Heeren hand te stellen, die alle ding regeert, gelijk ons „Wilhelmus" zoo juist zegt. Want al leders_ ze geen gebrek, to.: : h was het voor Betje, die in beteren doen was geweest, niet aangenaam zich nu in allerlei té moeten bekrimpen. Haar kinderen hadden het niet zoo, als zij 't zelf ia haar jeugd gehad had, en dat deed haar dikwijls leed. Ook Velders had zijn schoone hoop om eens een bloeiende eigen zaak te hebben, verijdeld gezien. Van baas had hij weer knecht moeten worden, en zelfs kon hij nu als smidsknecht geen bestaan meer vinden. Zoo nu en dan gaven beiden eens lucht aan wat in hun hart omging.. Dit konden ze doen, wijl ze een trouwen vriend hadden in den meester van de Diaconie-school, waar de kinderen leerden of geleerd hadden. Hij wist van nog meer dan enkel lezen, schrijven, rekenen en wat verder tot zijn vak behoorde. Want hij had ook de hoogste kennis namelijk dien van Jezus Christus en het heil dat in Hem voor tijd en eeuwigheid is te vinden. Zoo kon hij daarom ook spreken gelijk over de wegen des Heeren eo anderen tot raad en steun zijn.

Dat ondervonden ook de smid en zijn vrouw. Als zij zich neergedrukt voelden en den meester vertelden wat hen bedroefde, dan placht hij te zeggen: „Wij moeten door vele verdrukkingen ingaan in het Koninkrijk Gods. Hij wil ons daardoor leeren, op Hem alleen te vertrouwen, en de wereld en wat daarin is niet te hoog te schatten. Kregen wij steeds wat wij wenschen, wij zouden aan haar verkleefd raken en allicht vergeten, dat we gasten en vreemdelingen zijn op aarde, en dat het ware Vaderland is Daarboven, waar Jezus is.

Op een Zaterdagavond, toen de meester zijn vrienden weer eens kwam bezoeken, bemerkte hij dat er iets aan schortte. Weldra werd het hem medegedeeld. De oudste dochter Mina, een meisje van 14 jaar, was onlangs in een dienst gegaan. Dat hielp alweer den last der huishouding een weinig verlichten. Want bij de negen guldeo die vader verdiende, kwam nu een tiende, dien de dochter eiken Zaterdag thuis bracht, en daarbij was zij overdag bij anderea in de kost. En alles kon heel goed zijn gegaan, als Mina maar sterk genoeg was geweest om van 's morgens acht uur tot vrij laat 's avonds haar werk te doen. Dat was echter zoo niet. Zelf sprak zij er niet over, maar haat vrouw merkte bet zeer wel, en zei eindelijk: „Beste meid, het gaat niet goed, zie ik. Je zult

het niet nithoaden en je wordt ziek, als je hiei blii^. Het spijt me gedacht, m»i ik mag je niet langer in mijn dienst hebben.

Zoo was dan Mina des Zaterdagavonds thnis gekomen, wel met twee galden in plaats van één, maar tevens met de boodschap, dat dit de laatste waren. Dat was geen vroolijke boodschap, en de meester begreep dat ten volle. Hij hoorde eerst aan wat de moeder vertelde, sprak toen even met Mina, die er bleek en moe aitzag, en zei daarop:

„Ik weet misschien wel iets, dat voor het oogenblik helpen kan. Dicht bij mij in de Huidenstraat ken ik een juffroaw, die een bewaarschool houdt. Zij is een vriendelijke, vrome vrouw. Er moet daar een helpster wezen, want op een viiftig kleine kinderen te passen, dat kan de jnfiTrouw alleen niet meer af. Als Mina daar na eens helpster kon worden, zou da misschien een weg voor baar weten, tenminste als het haar lijkt".

„Maar", zei moeder, die wel wist, dat ervan de bewaarschooltjes destijds, in dubbelen zin, geen goede reuk uitging, „is dat niet wat ongezond voor een zwak meisje".

„Nu ja", zei de meester, „buiten inhetbosch is het natuurlijk beter. Maar toch, wij schoolmeesters althans houden het nog al uit. Daarbij, is het maar van 9 tot 13 en van 2 tot 4 uur. Dus een dag vrij wat korter dan Mina nu had. In de tusschenuren zou zij niet op de kleintj ens behoeven te passen, want daar is een andere helpster voor. Denk er eens over".

Dit laatste gebeurde.

En 't gevolg was, dat Mina reeds een week daarna haar nieuwe taak aanvaardde.

De juffrou'V der bewaarschool bewoonde een van buiten niet groot toonend, maar zeer diep huis, waar? an bet voorgedeelte, vlak aan de straat tot „school" diende. Voor de duidelijkheid en voor meer stond op een papier voor het raam met gioote letters:

Hier bewaart men kinderen voor 2 duiten daags.

Ieder kon dus weten, dat men hier kinderen in bewaring kon geven, en wat het kostte. Wie wilde kon per dag betalen. De meeste ouders echter deden het goedkooper door bij de week ai te rekenen. Dan betaalde men voor zes dagen maar tien duiten, d. i. ongeveer 6 cent naar oaze rekening.

SONNEVANCK,

het Christelijk Sanatorium voor tuberculoselijders dat in den korten tijd van zijn bestaan reeds zoovelen tot heil was, heeft nog eenig bouwkapitaal noodig. Wie de ernstige ziekte kent, dankt God voor het bezit van ons Christelijk Sanatorium.

Laten zij, die geld beschikbaar hebben, dan ook niet nalaten een aandeel te nemen. Men zie de advertentie in dit blad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 september 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 september 1910

De Heraut | 4 Pagina's