GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Caveant consules.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Caveant consules.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is ongetwijfeld in onzen tijd een sterke strooming, die weer naar de re'Mgte terug wil. Zelfs gaan er al meer stemmen op, ook van liberale zijde, die de »godsdienstlooze Staatsschool* veroordeelen, en het betreuren, dat de Bijbel op de Staatsschool contrabande is geworden. Natuurlijk werken daattoè^-erschillende factoren mede. Ook hier is het niet al goud wat er blinkt. Er loopt ongetwijfeld ook een tikje de vrees onder, dat wanneer straks de bijzondere en de openbare school financieel geheel gelijk zullen worden gesteld, de openbare school al spoedig door de bijzondere overvleugeld zal worden, omdat ons volk in zijn breede kringen toch altoos nog iets voor een godsdienstige opvoeding zijner kinderen voelt. Wil men het gevaar afwenden, dat de openbare school leeggepompt zal worden of tenslotte geheel in de handen der socialisten zal vallen, dan kan men niet beter doen, dan met den Bijbel weer in eere te herstellen op de openbare school. De openbare school zal daardoor weer meer de algemeene sympathie gaan winnen, en allicht, zoo hoopt men, dat mannen als Dr. Kromsigt en de zijnen, die principieel voor een gekerstende Staatsschool zijn, daarmede tevreden zouden worden gesteld en dan vóór deze Staatsschool met den Bijbel zouden kiezen. Daarbij komt, dat men ook zelf toch almeer is gaan inzien, dat het bannen van alle religieonderricht op de openbare school aan de opvoeding der jeugd kwaad heeft gedaan en heusch niet gestrekt heeft, om het opkomend geslacht Christelijke en maatschappelijke deugden te leeren. Terwijl eindelijk ook uit litterair en paedagogisch oogpunt het toch wel wat al te dwaas is gebleken, een boek als den Bijbel, dat zooveel invloed heeft gehad op onze taal en letterkunde, welks historische verhalen' en heldenfiguren zoo als saamgeweven zijn met onze volksziel, buiten het onderwijs te sluiten.

Door deze en andere motieven bewogen, voert men daarom in de liberale en neutrale pers thans een pleidooi, om op de openbare school weer het Bijbelsch onderwijs in te voeren. Het Vaderland, welks politieke hoofdredacteur lid der Staatscommissie is, wijdt aan-dat onderwerp een oofdartikel, waaraan we het volgende ontleenen:

„Wij zouden daarom willen vragen: Waarom al de openbare school dezen machtigen actor tot de zedelijke en verstandelijke opvoeing van het kind (n.l. 't Bijbelsche onderwijs) anger ongebruikt laten dan noodig is ? We egrijpen, dat vroeger 't onderwijs in de Bijbelsche eschiedenis op de openbare school een onmogeijkheid was ; wie er om vroeg, zou doodgedrukt ijn tusschen de aanhangers van valsche berippen omtrent godsdienstige neutraliteit eenerijds en de confessioneelen anderzijds, die daarin oneerlijke concurrentie" zagen. Maar — als et gelukken mocht de pacificatie tot stand te rengen, dan is er van concurrentie geen sprake eer, tenminste niet in dien zin, en dan zal unkt ons de vraag gewettigd zijn, of het dan een tijd wordt de openbare school ook dienstaar te maken aan het onderwijs in de Bijbelsche eschiedenis. Do gelijkenissen van Jezus, de otgevallen van Jozef, de historie van David en aul, zijn den jjaedagoog toch zeker bruikbaarer materiaal dan Jan van Schaffelaar of de aar steeds bruiloften vierende Jacoba van Beieren? ns dunkt de vraag wel de moeite waard, om w g n p m o C G z d u w g d e k o C ze ernstig onder de oogen te zien. Op tweeërlei wijze zou men deze zaak kunnen aanpakken. Men zou öf aan art. 22 van de wet op het Lager Onderwijs die uitbreiding kunnen geven, dat op de Overheid de verplichting werd gelegd aan de kerkbesturen te verzoeken de godsdienstleeraren beschikbaar te stellen voor het godsdienst-onderwijs, en dat onderwijs zelf — al moet ieder vrijblijven er aan deel te nemen of niet — meer lot integreerend deel kunnen maken van het geheele onderwijs, dan nu het geval is. Of men zou moeten hebben een leesboek met verhalen uit den Bijbel, geschreven door een uitnemend Bijbelkenner en paedagoog, die in' alle opzichten bij de samenstelling rekening houdt met art. 35, alin. 2 van de wet op het L. O. En nog beter ware het misschien, indien men het eene deed en het andere niet liet".

En ook de Telegraaf opende zijn kolommen voor een breed oetoog, waarin evenzeer voor wederinvoering van godsdienstonderwijs op de openbare school gepleit vi^ordt.

Nu zijn we op zichzelf natuurlijk blijde, dat én de waarde van de Heilige Schrift voor de School èn de hooge beteekenis van de religie voor de paedagogiek meer erkend wordt. Maar wanneer men wanen mocht, dat deze omkeer in de geesten metterdaad ons tot een kerstening van de Staatsschool brengen zou, dient men toch uiterst voorzichtig te wezen. De schrijver van de bedoelde artikelenreeks in de Telegraaf komt er rond voor uit, dat de vrijheid der ouders om hun kinderen aan dit religie-onderricht deel te doen nemen, on gerept zou moeten blijven, zoodat de deel neming aan dit onderwijs facultatief zou worden gesteld. Maar daaruit volgt dan ook, gelijk hij terecht opmerkt, dat de rest van het onderwijs niet den invloed van een bepaalden godsdienst sou mogen ondergaan; m. a. w., de verandering zou alleen daarin bestaan, dat voor die ouders, welke dit wenschen, een paar uur godsdienstonder wijs voor hun kinderen zou worden beschikbaar gesteld, maar dat het eigenlijke onderwijs neutraal zou moeten blijven; een zoo belangrijk vak als bijv. het onder wijs in de geschiedenis, zou niet den invloed van een bepaalden godsdienst mogen ondergaan; het zou zoo moeten onderwezen worden, dat noch een Jood noch een Roomsche, noch een Hervormde er aanstoot aan kan nemen.

En wat dit godsdienstonderwijs zelf aangaat, is de opmerking terecht gemaakt door De Bode, dat dit godsdienstonderwijs aan de openbare school dan vermoedelijk alleen door de »modernen* zal gegeven worden De schrijver van deze artikelen in de Telegraaf, voor wiens sympathiek optreden voor de rechten der bijzondere school we overigens allen lof hebben, 'beantwoordt deze opmerking aldus:

Indien ja •— wat dan nóg ?

Het is ons niet speciaal om de christelijkhistorischen te doen. Het is onze innige overtuiging, dat de openbare school om zich zelve en als instrument van volks-opvoeding van haar banken godsdienst-onderwijs moet doen geven. Misschien, dat inderdaad alleen de modernen leeraren zullen aanwijzen. Is hun godsdienst óók geen godsdient r Valt niet juist de op-leving der religie onder hèn waar te nemen ?

Had Groen geen gelijk, toen hij steeds waarschuwde, dat men toch • niet onder den schijn van een zeker godsdienstig cachet dat op de openbare school werd gedrukt, feitelijk de staatsschool tot een »secteschool der modernen* zou maken ? Een neutraal onderwijs in alle andere vakken ; daarnaast godsdienstonderwijs van een modernen predikant of godsdienstonderwijzer — zeker, tegen zulk een godsdienstig gekleurde openbare school kan het liberalisme geen bezwaar hebben. Maar juist tegen deze propagandeering op Staatskosten van het modernisme gaat ons zeer ernstig bezwaar, en we betwijfelen of de Christelijk-Historischen wel tevreden zullen zijn, wanneer ze dit als loon voor hun ijveren voor een Christelijke Staatsschool zullen ontvangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Caveant consules.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1914

De Heraut | 4 Pagina's