GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE SPEELMAN.

XXII.

BEZOEK.

De goede tuinman hoorde het lang verhaal aan, en wierp er slechts nu en dan een woordje tusschen.

«Zijt u ook wel eens op een partij geweest" vroeg Louise, toen zij eindelijk alles verteld had.

«Neen jongejuffrouw", was het antwoord.

«Menschen als wij geven gemeenlijk zulke feesten niet".

»Zoudt u het niet heel prettig vinden er ook eens te komen? "

»Misschien wel, als het er toeging zooals ik wenschtc",

»Ja, " zei Louise, die niet recht begreep wat de tuinman daarmee bedoelde, > ik kon ook niet met alles meedoen. Want dansen heb ik nog niet geleerd. Kunt u dat? "

»Neen, " antwoordde de tuinman lachend, > maar ik zou het ook niet graag leeren. Er is heel weinig nut in. Want dansen en springen als hy vroolijk is, dat kan toch iedereen wel, en behoeft hij niet eerst te leeren.

Dat vond Louise ook, die echter wel begreep al was zij jong, dat het dansen op een partij nog iets anders is dan de tuinman bedoelde. Ze praatten verder over andere dingen en de tuiimian merkte op dat de kleine nog geheel vervuld was van hetgeen zij gezien en gehoord had.

Na den eten begonnen de lessen weer, al had Louise nog weinig lust zich in te spannen. Een paar dagen later echter werd zij plotseling uit het onderwijs weggeroepen om bij Papa en Mama te komen. Want Mijnheer en Mevrouw Maanszoon brachten hun voorgenomen bezoek en wilden ook de kleine gaarne weer eens zien.

Zooals ik reeds vroeger zei, zocht de heer Maanszoon de vriendschap van Louise's vader, wijl hij hoopte dan door dezen een of andere post te krijgen, gelijk hij er al een had, minder om de voordeeleu dan wel om de eer. Dat hij een bezoek bracht op Jadis was in de verwachting, dat zijn dochter op haar beurt nu eens bij Louise zou worden genoodigd.

Het pas gehouden feest en het vurig einde gaven stof tot gesprek en de bezoekster vroeg zeer belangstellend of Louise zich nog bezeerd had, toen het gordijn naar beneden kwam. Dit bleek gelukkig niet zoo te wezen. Doch hoewel over feesten en partijtjes gepraat werd, een uitnoodiging voor de jongejuffrouw Maanszoon volgde niet. Eindelijk zei de moeder van deze:

»Nu hebben wij nog een vriendelijk verzoek. U zijt zoo goed geweest ons de eer aan te doen dat uw dochtertje op het feest van de onze kwam. We hopen op meer. Nu hadden we nog een plannetje. Binnenkort is hier ergens in de buurt — 't moet te Arnhem of te Wageningen • of zoo iets zijn — kermis. We dachten er eens heen te gaan; natuurlijk minder voor ons zelf dan wel voor de kinderen, die nog nooit zoo iets gezien hebben. En nu zouden we het aardig vinden, als Louise ook mee ging. Zou dat kunnen".

Mijnheer Verspronck die wel wist hoe weinig zijn dochtertje gesteld was op het gezelschap van de oudste dochter der Maanszoons, was niet bizonder met het aanbod ingenomen. Hij kon dit echter moeilijk zeggen en merkte daarom alleen op:

»Zeer verplicht voor uw aanbod mevrouw, vergun ons er nog eens over te denken. Het is al te vriendelijk, en dat ten tweede male in zoo korten tijd."

»0 dat beduidt nietsc zei mijnheer Maanszoon, die heimelijk hoopte dat er nu een tegenuitnoodiging volgen zou van de zijde van Verspronck. Doch die liet zich weer wachten.

»Ik durf het nog niet bepaald beloven», zei de heer van Jadis eindelijk. Louiae is nog zoo weinig aaxi die dingen gewoon. Wilt u wel gelooven dat dat laatste partijtje bij u haar wel een paar dagen van streek heeft gebracht."

»Ja", zei mevrouw Verspronck, i het lieve kind was verbazend opgewonden en haar lessen moesten een paar dagen stil staan. Dat zal natuurlijk wel beter worden, maar wij moeten toch voorzichtig zijn.»

»Zeker», zei mevrouw Maanszoon, »maar u moet bedenken: 't was ook iets buitengewoons, die brand aan het einde. Zoo iets is gelukkig een zeldzaamheid.»

Met de belofte dat men er nog eens ernstig over denken zou, vertrokken de bezoekers maar half voldaan over den uitslag.

De kermissen waren in den tijd waarvan wij hier spreken, nog niet wat zij thans geworden zijn, namelijk dingen die volkomen nutteloos ja schadelijk zijn.

Oorspronkelijk waren de kermissen jaarmarkten, waar kooplieden kwamen van allen kant, vooral met zulke waren, die men anders moeilijk of in het geheel niet krijgen kon. Want handel, vervoer en verkeer gingen toen vrij wat langzamer en waren toen ook veel minder uitgebreid dan nu. Vooral in kleinere plaatsen kon men kunstvoorwerpen, gesneden houtwerk, kostbare stoffen en dergelijke bijna niet anders bekomen dan op de jaarmarkt. Dat men die ook kermis noemde, was, wijl in den Roomschen tijd de jaarmarkt, na te zijn ingeluid, begon met een mis in de kerk. Van deze kerkmis komt de benaming Kermis.

De kermis trok natuurlijk veel menschen, oude en jonge, 't Was dus zeer natuurlijk dat er ook allerlei personen kwamen die er eigenlijk volstrekt niet noodig hadden, maar trachtten wat te verdienen, door op een of Andere wijs de bezoekers te lokken en aangenaam bezig te houden. Zulke waren koorddansers, kunstenmakers, goochelaars, waarzeggers en dergelijke. Menigeen die niet van plan was iets te koopen, bezocht de kermis louter voor zijn vermaak. Ook waren er allerlei gelegenheden om te eten en te drinken, waarvan druk gebruik werd gemaakt.

De kermissen werden dus mettertijd zoowel jaarmarkten als openbare vermakelijkheden en dit laatste al meer en meer. De bezoekers wonden zich op door sterken drank, maakten allerlei dolle pret, hielden tot laat vol, en menigmaal ontstonden er bloedige twisten tusschen beschonken lieden. Er werd veel geld nutteloos uitgegeven. Op sommige plaatsen was het verschil tusschen de jaarmarkt en de pretkermis zoo groot, dat men de eerste stille kermis noemde, waar alleen zij kwamen, die niet hielden van uitbundigheid. Naar ik meen is dit op enkele plaatsen nog zoo.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1914

De Heraut | 4 Pagina's