GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE SPEELMAN.

XXXIV.

Het Kerstfeest was ditmaal voor de verschillende bewoners van Jadis geheel anders dan zeker de meesten zich hadden voorgesteld.

Van het groote feest, dat vooral Mevrouw zoo verlangend had te gemoet gezien, kwam natuurUjk niets. Alle toebereidselen waren onnut geweest. In der haast had men vele reeds genoodigden moeten afschrijven, wat in dien tijd met vrij wat meer moeite ging dan thans. Ook de jachtpartijen waren gestaakt. Want mynheer Verspronck, hoe groot minnaar ook van het jachtvermaak, dat zeer verkeerd voor een edel vermaak gold, had er thans geen lust toe, nu zijn eenig kind ernstig ziek lag.

Dat toch was het geval, al weten we gelijk ik reeds vroeger zei, niet recht wat de kleine Louis scheelde. Zeker is dat ook ten slotte het verstand van den dokter er stil bij stond, wijl alle drankjes en pillen niet helpen wilden. Een tweede geneesheer werd er toen bijgehaald, doch ook deze was niet gelukkiger. Ten slotte wist mijnheer Verspronck een hoogleeraar in de geneeskunde aan de Utrechtsche hoogeschool, voor veel geld te bewegen op Jadis te komen en naar Louise te zien. De uitslag was, dat volgens den hooggeleerden heer de beide geneesmeesters zeer goed" hadden gewerkt, en ook dat-^ menschelijkerwijs het leven van de.jonge zieke geen gevaar hep. Maar, zoo voegde hij er bij, de ziekte kan heel lang duren, en de vraag is zelfs of er ooit weer volkomen beterschap komt. We moeten afwachten.

Dat was een droeve boodschap voor de ouders, die nu eerst recht begonnen te gevoelen, hoeveel zij zouden missen als Louise hun eens werd ontnomen. Vroeger hadden zij, toen alles goed ging daaraan minder gedacht, maar meer voor hun eigen genoegen geleefd, gelijk dat trouwens in de groote wereld dier dagen meer voorkwam. Doch thans bespeurden zij, reeds nu Louise ziek was en ziek bleef, hoe alles anders was daii vroeger. Haar vlugge voetjes trippelden niet meer door het huis, men hoorde niet meer haar vroolijk lachen in de gangen. De leerkamer stond nu ledig en verlaten. De gouvernante had een lange vacantie gekregen. Louise's bloemen binnenshuis en daar buiten moesten nu door anderen dan zij zelf verzorgd worden.

's Middags aan tafel was het stil, nu het vroolijk gesnap dor kleine niet meer gehoord werd. 't Was dikwijls alsof den aanzittenden de maaltijd niet smaken wou. Eenzelfde gedruktheid heerschte in het geheele huis. Want allen hadden Louise lief, en misten haar telkens. Daarbij kwamen de herhaalde boodschappen van vrienden en bekenden, die naar de kleine zieke lieten vragen, alsmede de vroeger ongewone bezoeken der geneesheeren, wat alles te samen ook niet vroolijk stemde. Bezoeken van vrienden mocht de zieke maar heel weinig ontvangen.

Aan goede verzorging en hartelijke belangstelstelling ontbrak het overigens de kleine niel. Zij was steeds de hoop en trots harer ouders geweest, en had in alles verkregen wat zijwenschte. "Verstandig was dit zeker liiet. \\'ant licht had zij een verwend, bedorven kind kunnen worden, ontevreden en eigenzinnig. Dat zij het niet geworden was, dankte Louise onwetend zeker meer aan de bewarende zorg des Heeren, dan aan de wijsheid harer ouders.

Deze deden thans al wat zij konden om huu dochtertje in dezen moeilijken tijd de dagen aangenaam te maken. Dikwijls zat Mama urenlang aan haar bed, en praatte over allerlei en gaf alle-hoop op spoedige beterschap, tot de kleine meestal in eene onrustige slaap viel. Aan mooie kleeren dacht de dame thans niet. Papa van zijn kant had geen lust meer in jagen of visschen en ging slechts nu en dan eens zien wat de werklieden op het buitengoed al zoo uitvoerden. Hij zat liever bij zijn dochtertje, en trachtte haar op te vroolijken met het vooruitzicht van beter worden, van uitgaan en van allerlei genoegen, dat Louise dan wachtte. Maar niet altijd bracht hij het zoover als hij wenschte. Er was niet steeds iets om over te spreken. Intusschen scheen het nu en dan alsof Louise niet recht' luisterde, als dwaalden haar gedachten af, en waren ver weg bij iets anders waar noch Mama noch Papa over sprak.

Op raad van den dokter werd beproefd Louise mét voorlezen de lange uren te korten. Doch dit stuitte al spoedig op een, trouwens te voorzien bezwaar, dat zeker in onzen tijd niet zou voorkomen, namelijk gebrek aan een geschikt boek ! Mijnheer had na zijn jongen tijd niet veel meer in boeken gestudeerd. Wel was er pp Jadis ook een kamer, die de bibliotheek heette, en waar enkele malen in het jaar, de meiden kwamen om te stoffen, en overigens niemand. Maar in de paar kasten die de2e kamer bevatte, stonden louter groote boeken, gebonden in perkament of in leder, die de baron van zijn vader had geërfd doch wellicht nooit ingezien. Maar dat was zeker niet de meest geschikte leesstof voor een jong en ziek kind.

Mama verloor nooit te veel tijd aan lezen, 'of liever ze deed het maar zelden en alleen als het strikt noodzakelijk was. Daarbij waren de enkele boeken, die ze uit haar jeugd nog bezat, alle in het Fransch geschreven, en nog veel te moeilijk om door Louise, die nog slechts kort Fransch las, te worden begrepen. Daargelaten nog dat het meestal vertelsels waren uit het leven van de heihgen der Roomsche kerk, tot welke Mevrouw, gelijk we weten, behoord had. Maar met deze fabelen, zooals het meest waren, Louise het hoofdje te vullen, vonden de ouders te recht niet gewenscht. Overigens had men op het kasteel een aantal kerkboeken. Bijbels en dergelijke schrifturen, die veelal bij de huiselijke godsdienstoefenmg dienst deden, doch voorts weinig lezers vonden. Ook scheen geen der ouders lust te hebben hun kind iets uit die boeken voor te lezen. Louise, zoo meenden zij, zou, het toch niet begrijpen; het was te hoog. Bovendien, zoo sprak Mama, het kind zou er nog

maar droefgeestiger door worden, en Louise is toch reeds soms zoo onnatuurlijk ernstig.

Eindelijk werd men uit de verlegenheid gered, en wel door niemand anders dan Mijnheer Maanszoon, die van de zaak gehoord had. Dat het leest was afgezegd had hem natuurlijk zeer gespeten. Doch thans had hij een schoone gelegenheid, om de vroegere kennismaking voort te zetten. Daarom haastte hij zich naar Jadis en liet zich bij de vrouw des huizes aandienen.

„Mevrouw" zoo sprak hij „ik hoorde zoo even, dat gij een geschikt boek zoekt om een zieke voor te lezen. Dat zult u hier moeilijk vinden, want boeken voor kinderen zijn er al heel weinig.

„Maar nu is er eenige laren geleden in Frank rijk een boek verschenen, dat, geloof ik, juist geeft wat u zoekt. De schrijver is zekere Charles Perrault en het boek heet: „Contes de la mière l'Oie". Er staan allerlei aardige en vermakelijke sprookjes in, waar mijn kinderen heel veel genoegen van gehad hebben. Ze zijn anders niet zoo bijster op lezen gesteld, maar het boek van Perrault gaat, om zoo te zeggen, met hen mee naar bed. Ik kan het u gerust aanbevelen. Gemakshalve heb ik heb het meegebracht. Als ge het eens wilt inzien, is het gaarne tot uw dienst. Ik hoor dan of het u bevalt, en zoo ja, dan kan ik het voor de zieke wel eenigen tijd missen. We zouden haar zoo graag ook een klein genoegen doen. 't Is natuurlijk alles Fransch, maar dat zal wel geen bezwaar opleveren".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 januari 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 januari 1915

De Heraut | 4 Pagina's