GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VOOR Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR Kinderen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Onlangs las ik in een vers op een onzer zeehelden uit de zeventiende eeuw o.a. deze regels:

Deez was de zeeklip, daar Wie Hollands schat met vloten Wou plunderen, 't hoofd weleer Te berst op heeft gestooten.

Mij is dit niet duidelijk, uitleggen? Kunt het ook P.

Mogehjk wel. De zeeheld hier bedoeld, wordt Vergeleken bij een rots, waarop degenen die Holland willen berooven reddeloos vergaan.

duidelijker wordt het als men daar in den eersten regel vervangt door ivaar. Md vloten ziet daarop, dat van zeestrijd sprake is. Het geheel beduidt dus:

Deze held was een rots, waarop elk die ter zee Holland berooven won van zijn schatten, schipbreuk leed.

Dezelfde vraagt:

Iemand die in België is geweest, vertelde mij, dat op een oude torenklok te Gent dit versje is gegoten:

Mijn naam is Bom-'bam Ik kan verdrijven den Satan.

Wat kan hiermee zijn bedoeld?

In de middeleeuwen werden de kerkklokken als zeer eerwaardig beschouwd, wijl zij tot den dienst des Heeren het volk riepen. Ze werden dan ook gedoopt, wat in de Roomsche Kerk nog wel gebeurt. Men schreef ook aan de klokken zekere kracht toe b.v. om den bliksem af te wenden. Op de klok die de Duitsche dichter Schiller in zijn > Lied van de klok* beschrijft, staat o.a.:

flulgus fratigo^ d. i.: Ik beveilig tegen den bliksem.

Zoo ook kende men aan de klokken het vermogen toe' booze geesten te verdrijven, die voor het heilig klokgelui op de vlucht sloegen, en zulke dwaasheden meer. Het opschrift zal nu wel duidelijk zijn.

W. R. vraagt, of de Joden twee of drie tempels hebben gehad, anders gezegd of de tempel die in het N. Testament genoemd wordt, de tweede of de derde was.

De eerste tempel werd gesticht door Salomo, omstreeks duizend jaar voor Christus. Deze tempel werd in 588 door Nebukadnezar verwoest, die de Joden wegvoerde naar Babel.

In 536 keerden zij terug en stichtten te Jeruzalem den tweeden tempel, die zooveel onaanzienlijker was dan de eerste, dat oude lieden die den eersten nog gekend hadden bij den tweeden weenden. Maar de Heere beloofde, dat de heerlijkheid van dit tweede huis grooter zou zijn dan die van het eerste. Deze tempel stond tot ongeveer 40 jaar v. C. toen Herodes, die des tijds regeerde, besloot een geheel hieuwen, veel prachtiger tempel te bouwen om den Joden te behagen. Zoo als dezen tot den Heere Jezus tijdens Zijn omwandeling op aarde zeiden, was er toen over dien tempel al 46 jaar gebouwd, en nog was hij niet af.

Dit kwam zoo: de tempeldienst mocht niet stilstaan. Daarom werd van den ouden telkens een gedeelte afgebroken en dan door een nieuw en fraaier vervangen. Daarbij eischte de bouw van Herodes' tempel veel tijd wegens het schoone en kostbare van het werk. Deze tempel werd eenige jaren later voltooid, doch stond niet lang. Want 70 jaar na Christus werd hij door de Romeinen verbrand.

Men kan dus evengoed van twee als van drie tempels spreken, al naar men een verbouwden tempel als een nieuwen beschouwt of niet. Doch slechts van een tweeden te spreken, schijnt mij toch het best.

Onlangs, schrijft P. P., hoorde ik zeggen dat de titel van het boek De Handelingen der Apostelen onjuist is. Is dit zoo?

Strikt genomen ja. Volgens den titel zou het boek de daden moeten vermelden van althans de meesten der Apostelen. Doch het handelt bijna uitsluitend over twee. Petrus en Paulus. Van al de anderen wordt slechts over enkelen kortelijk iets meegedeeld. Handelingen ^ van Apostelen of iets dergelijks zou een juister opschrift zijn.

Men bedenke hierbij dat dit opschrift, gelijk die der Evangeliën en andere boeken niet van goddelijken oorsprong ts, maar nog in later tijden ter verduidelijking boven de boeken zijn geplaatst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 mei 1915

De Heraut | 4 Pagina's

VOOR Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 mei 1915

De Heraut | 4 Pagina's