GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland.

Wat hebben Duits che Theologen met het oog op den komenden vrede te zeggen?

Wij volgden in een Duitsch blad een artikelenreeks met het opschrift: »Wat hebben onze Theologen bij den oorlog te zeggen? " Nog woedt de oorlog voort; wanneer het einde komen zal, weet niemand. Maar het zal toch eenmaal weer vrede worden. En wat hebben de Luthersche Godgeleerden met het oog op den komenden vrede aan Duitschlands volk te verkondigen? Het antwoord op die vraag moet nu gegeven worden, opdat de nieuwe toestan-.den die met den vrede zullen geboren worden, ons niet overvallen gelijk de oorlog, die plotseling uitbrak. Daarom heeft men zich gewend tot leidende persoonlijkheden met verzoek, zich uit te spreken, wat er te doen staat wanneer de vurig begeerde vrede gekomen is.

Wij wenschen het een en ander van hetgeen deze Duitsche theologen met het oog op den vrede, die eenmaal intreden zal, uitgesproken hebben, mede te deelen, In de eerste plaats wijzen zij er met blijdschap op, dat Duitschland tegenover zijn vijanden zich als één man •gesteld heeft. Maar men sluit er de oogen niet voor, dat van velen zich een demonische haat tegen de vijandelijke volken meester gemaakt heeft. Daartegenover wil men trachten den strijd der vijanden van uit hun standpunt te verstaan, en hen in zoover recht te laten wedervaren als met de waarheid bestaanbaar is. Men mag als christen niet vergeten, dat het koninkrijk der hemelen de boom is, in wiens takken alle vogelen des hemels nestelen. Het Godsrijk omvat alle volken, Russen en Franschen, EngePschen en Italianen hebben daarin dezelfde rechten als de Duitschers.

Maar dit is niet genoeg; De haat tegen de vijanden, door velen gepredikt, gaat gepaard met een overschatting van de Duitsche natie. Wanneer men alles beziet met het oog dezer wereld kan men wel zeggen, dat alle schuld bij de vijanden ligt en dat de Duitschers als engelen zoo rein zijn. Maar kunnen dat Christenen die de dingen zien in het licht der eeuwigheid? Men kan de vergelijking met Russen, Franschen, Italianen en Engelschen wel doorstaan. Maar daarmede is de Duitsche rekening niet zuiver voor God. De goddeloosheid nam onder het Duitsche volk steeds toe; moreel zonk het steeds dieper. Terwijl andere regeeringen de gereglementeerde ontucht afschaften, hield men aan deze instelling, van het liederlijk Frankrijk overgenomen, in Duitschland vast, terwijl het niet anders uitgewerkt heeft en niet anders uitwerken kon, dan het doen van concessiën aan de prostitutie. Het Duitsche volk luisterde naar de bedekte of onbeschaamde prediking van de vrije liefde en van het recht op het kind, die uit aesthetische en sociale kringen voortkwam. Zeer leergierig toonde het Duitsche volk zich inzake het beperken der geboorten, om zich vrij te maken van den last van het opvoeden der kinderen, en om zich des te meer onverhinderd aan vermaak te kunnen overgeven. Aldus was jn breede-kringen de levensopvatting geworden. Zoo kon he niet verder gaan. God laat zich door de menschen niet bespotten, al blazen deze zich in hunne godvergetenheid steeds meer op. God moest 'Zijn woord laten hooren; en Hij heeft het gesproken en spreekt het nog. De ontzettende oorlog die over het Duitsche volk gekomen is, is Zijn gericht, Zijn gericht ook over het volk van Duitschland. Wil het volk overwinnen, dan is het noodig dat het volk zich verootmoedige. Het is christelijk patriotisme wanneer men dat aan de natie zegt.

Dat is het geneesmiddel tegen eigen roem en zelfoverschatting. De Duitschers hebben geen extra-plaats in deze wereld, zoodat zij als Duitschers zonder meer op God te rekenen hebben als hun Bondgenoot. Hij die in den hemel troont, is de God van alle volken, en alle volken hebben tegen Hem gezondigd. Hij, die ten slotte alles leidt, en wel naar Zijn in zijn woord geopenbaarden Raad, zal hen helpen die zich in Zijn toom laten straffen. Wij kuimen rekenen op Zijn' hulp, als wij ons boetvaardig onder Zijn gericht nederbuigen, en wanneer wij bereid zijn om hetgeen wij winnen aan macht, kracht en invloed, dienstbaar te maken dat Zijn rijk komt en Zijn wil geschiede. Dit is een taal die velen ergerlijk voorkomt, "die velen voor bekrompen en piëtistisch houden, maar die wij als Christenen ter wille van het vaderland niütlen laten hooren.

Het komt ons voor, dat deze woorden niet alleen in Duitschland behooren overwogen te worden.

Zwitserland. Eerbied gie in het leger.

De Adjudantur-afdeeling van het Zwitsersche leger heeft zich met de Godsdienstige belangen van de mannen die onder de wapenen zijn, bemoeid. Het volgende bevel werd gegeven:

Er komen steeds meer klachten van de weerbare manschap in over minachting van zijn Godsdienstige gevoelens door enkele Komraandanten der troepen. Hiertegen moet door de oppercommandos met alle beslistheid opgetreden worden. Wie niet uit eigen overtuiging de inwendige waarde van het godsdienstige gevoel genoegzaam weet te waardeeren, moet tenminste achting hebben voor hetgeen anderen het hoogste en verhevenste is; hetgeen zij des te minder willen missen, naarmate de tijd ernstiger is. De opperofficieren hebben er daarom voor te zorgen, dat de volgende punten streng in acht genomen worden :

lo. De Zondag, de dag des Heeren, zal ook in het leger in eere gehouden worden. Dit is onder de tegenwoordige omstandigheden zeer wel mogelijk.

2o. Op Zon-en feestdagen moet aan de troepen gelegenheid gegeven worden lot het bezoeken van de Godsdienstoefening hunner kerk, voorzoover de plaatselijke omstandigheden dit toelaten. Dit geldt ook voor de speciale wapens. Ingekomen klachten geven aanleiding om hierop in het bijzonder de aandacht te vestigen.

3o. Bij troepen waarvan de manschappen tot verschillende kerken behooren, moeten de veldgodsdienstoefeningen ook voor iedere gezindheid afzonderlijk gehouden worden.

4o. De officieren hebben steeds het goede voorbeeld te geven van bijzondere hoogachting voor eene Godsdienstige overtuiging en de openbaring daarvan".

Het legerbestuur dat zulk een circulaire aan de opperofficieren deed toekomen, heeit zich zelve daarmede geëerd.

N. Amerika.

Synode der Presbyteriaansche Kerk. Ds. v. d. Werp niet toegelaten tot de Geref. Kerk. Naar ons gemeld wordt, hebben de rechtzinnigen de meerderheid in de Synode der Presbyteriaansche Kerk, die in 't begin van Juni te.Rochester, N. Y., saamkwam. Dit bleek aanstonds bij de verkiezing van een president of moderator. Dr. J. Ross Stevenson, principal van het Theologisch Seminarie van Princeton, werd met 502 van de 835 stemmen tot het voorzitterschap geroepen. De andere candidaten waren eveneens principals van Theologische scholen. Hieruit blijkt, dat de hoogleeraren op de Presbyteriaansche Synoden deel uitmaken van de vergadering; ook wordt hen keurstem verleend.

»Back to the Fundamentals" (terug tot de fundamenteele leerstukken) was van den eersten dag het wachtwoord van de meerderheid. In de prediking van den voorzitter der vorige Synode, Dr. Mailtonn Alexander, werd de nadruk gelegd op het verzoenend lijden en sterven van den Christus.

In een der eerste zittingen kwam het rapport der commissie voor de betrekking van de Union Theological Seminary tot de Presbyteriaansche Kerk aan de orde. De voorlezing van dit stuk nam een uur en zeventien minuten in beslag. In dit rapport komt uit, dat genoemde Theologische school niet getrouw bleef aan de belijdenisschriften der, Presbyteriaansche kerk.

De aanval tegen deze inrichting werd geleid door Dr. M. A. Matthews van Seattle, welke betoogde dat het bestuur van Union Theological Seminary anderhalf millioen dollars heeft saamgebracht door te beweren eene Presbyteriaansche inrichting te zijn, en daarbij beschuldigde hij de bestuurders van misleiding. »Indien het geweten van de dictators hen toelaat de gelden te behouden, zullen ze het voor God moeten verantwoorden, sprak hij. Met belangstelling zien we de verdere behandeling dezer zaak tegernoet. In' elk geval is de Presbyteriaansche kerk nu gewaiarschuwd, de opleiding harer aanstaande dienaren niet aan het Union Theological Seminary toe te vertrouwen.

Eenigen tijd geleden was Ds. van der Werp genoodzaakt de Chr. Geref. Kerk van N.-Amerika te verlaten, omdat hij weigerde het dankgebed uit te spreken, dat in het formuUer om den doop te bedienen aan de kleine kinderen, voorkomt. Men heeft daarover van zekere zijde »ach< en »wee« geroepen, doch het is de overtuiging, onzer Amerikaansche broeders, en ook de onze, dat miskenning van het bedoelde dankgebed de feiteüjke verwerping van het geheele formulier in zich sluit.

G^oemde Ds. van der Werp heeft zich

daarop bij de Gereformeerde kerk (Reformed Church) aangemeld. Doch deze bleek niet gezind s hem aan te nemen. Voor de classis Dacota verschenen, werd aan Ds. v. d. Werp gevraagd, hoe hij stond tegenover het dankgebed bij den Doop. Toen het bleek dat Ds. v. d. Werp nog dezelfde gevoelens koesterde, die hem uit de Chr. Geref. kerk gebracht hadden, weigerde men hem als leeraar der Geref. kerk te erkennen.

En dit alles om het niet kunnen bidden van het dankgebed.... zal men wellicht zeggen. Met »de (Amerikaansche) Wachter" antwoorden wij: »Gideons drie-honderd helden werden onderkend aan de wijze van drinken". Aan de veeren der Jordaan was Schiboleth ot Siboleth beslissend.

Ook om der wüle van de verhouding tusschen de Chr.-Geref. en de Geref. Kerk doet de beslissing van de classis Dacota ons genoegen.

Deze twee kerken zijn vereenigd geweest en daarna weder uit elkander gegaan. Er wordt aangestuurd op hereeniging; de synoden der beide kerken vaardigen naar elkander af, en de afgevaardigden spreken dan woorden die de hoop doen koesteren, dat er eenmaal eene vereeniging zal plaats hebben op den grondslag der Gereformeerde belijdenis. Als men echter van Chr. Geref. zijde kon zeggen: »gij neemt in u op, die bij ons niet te huis hoorden», dan was de zaak der hereeniging vele jaren achteruitgezet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 augustus 1915

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 augustus 1915

De Heraut | 2 Pagina's