„Alwaar zij hem kruisigden”.
Alwaar zij hem kruisigden, en met hem twee anderen, aan elke zijde éénen. en Jezus in het midden. Joh. 19 ; 18.
Hoe aangrijpend ook het lijden van den Christus, dat aan de kruisiging op Golgotha voorafging, moge geweest zijn, toch blijft die kruisiging zelve in het bezwijken van den Man van Smarten de hoofdzaak.
Wat de Christus ons aanbracht is s; \'redc door het bloed des Kruises«.
Toch wierp ^vat voorafging aan üolgolha op dat Kruis zelf reeds een donkere schaduw. Reeds toen Jezus bij Golgotha aankwam, was hij niet meer in zijn normale kracht. Men zag het reeds aan het neerstorten onder het Kruis, dat hij niet meer torsen kon. Zonder nu te zeggen dat Jezus, toen hij bij Golgotha aankwam reeds uitgeput was, toch blijkt uit dit alles lioe geschokt en diep ontroerd onze Heiland reeds toen was, en hoe wat voorafging zijn kraclit reeds zoo ernstig gebroken had.
Doch ook al rekenen we hiermede, toch blijft altoos 't Kruis zelf op den voorgrond staan. Het is niet de hof van Gethsemane, het is niet het bespotten in het Rechthuis, maar nog altoos en nog eeniglijk Golgotha dat ons in den diepsten ootmoed, en met den innigsten dank op de lippen, doet nederknielen, om de volle smarten van den Man van Smarte te verstaan.
Ook aan het Kruis zelf droeg die smart een dubbel karakter. Er was in en onder dat kruislijden een doodelijke smart in Jezus zidskven^ en in verband hiermede stond-de zoo folterende en aangrijpende lichaams-ixaaxX.^ die uitkwam _^ het bloed dat hij voor ons vloeien deed.
Eerst die twee saam vormen de volheid in het lijden van Jezus. Hij leed, niet 't minst ook aan het Kruis, naar lichaam en ziel beide, en er ontbreekt iets aan ons gevoelig meesterven in Jezus sterven, zoo de smart die hij naar het lichaam droeg, op ons geen indruk meer maakt.
Toch is de vergeestelijking die zoo vaak de prediking van het Evangelie zoekt, 'hierin maar al te vaak schuldig geworden.
Hgt zielelijden van onzen Heiland is toch vaak zoo sterk en zoo eenzijdig bij 't indenken van zijn lijden naar voren getreden, dat men ten slotte met het lichamelijk lijden van den Man van Smarte nau"welijks meer rekent.
Toch mag dit niet.
Het is, en moet blijven: De vrede door het bloed des Kruises. En dit bloed spreekt van een lijden, in de eerste plaats, naar het lichaam.
Er stond bij het Kruis een officier. In de Evangeliën heet dit, dat er een hoofdman over honderd bij stond, en dat deze Romeinsche officier ten slotte zelf uitriep: Waarlijk, deze was Gods Zoon I
Dit doet onderstellen, dat de soldaten dié Jezus uitkleedden, hem op het Kruishout nagelden, en toen met het Kruis omhoog hieven, zi< -h op Golgotha van den smaad en van de kwelh'ag, waarin ZE anders zoo licht liuu lusten n)f\ii"ii!rii. /iillfii mitlifMfikii li(.l)l)Cii. F.i. mag ondersteld, dat zich het lasterlijk gebéuren in het Rechthuis niet alzoo zal herhaald hebben.
Maar ook zoo behoeft ge er niet aan te twijfelen, of ook op Golgotha waren de beulen van Jezus hardhandig. Gespaard hebben ze Jezus zeer stellig in niets. En zoo gingen ze er dan toe over om Jezus geheel uit te kleeden, want dit was reeds een eerste hardheid van den kruisdood, dat de veroordeelde naakt en i4tgetogen voor aller oog moest hangen. Zelfs zijn eigen gewaad mocht onzen Heiland alzoo niet voor het schrijnen van zijn lichaam tegen het ruwe hout van het Kruis vrijwaren. En men 'kan zich indenken, hoeveel schrammen en wonde plekken reeds hiervan 't gevolg waren.
Maar toch de schier ondragehjke smart trad eerst in, toen de soldaten de zware nagelen, waaraan Jezus hangen moest, door zijn handen en voeten sloegen, om hem zoo vast te nagelen aan het Kruishoiit. Jezus zelf heeft later zijn jongeren, en vooral Thomas, op de wonde plekken van die nagelen in hand en voet nog gewezen. Dwars door de biddende, zoo vaak zegenende handen, van onzen Heiland hebben die Romeinsche soldaten als zware, dikke pinnen de nagels gedreven. Voel nu zelf hoe gevoelig ons vooral de hand is, en denk u dan in, dat door Jezus beide handen, ruwweg, die harde ruwe spijkers waren heengeslagen, en ge ontwaart al in uw eigen zenuwbesef, wat dit lijden voor uw Heiland moet geweest zijn.
En tocli, daarmede begon de volle pijn eerst, want door zette die pijn eerst, toen ze Jezus, na hem liggende op het Kruis te hebben genageld, alsnu omhoog hieven, zoodat het geheele lichaam aan die nagels hangen moest, en dat hangen beide zijn handen als doorscheurde.
En toen begon eerst de marteldood, want dit juist heeft het Kruis, dat het den lijder die er aan sterven moet, op zoo bange wijs Aooimartelt.
Een sterven op 't schavot, een bezwijken door schot of zwaardslag, is óók bang, doch 't is zóó geschied, en dan treedt de dood in.
Maar het Kruis is zoo heel anders. Het doet den dood zoo langzaam naar het hart sluipen, dat bijna altijd straks het stukslaan van de beenen volgen moest. Het is aldoor die doodelijke pijn, dat in die doornagelde handen gekweld worden. Geen oogenblik zelfs kon dit lijden van 't hangen aan die doorboorde handen gestuit worden. Het is als een zuigen van den dood, die uit de doorboorde handen naar het hart sluipt. En dit geeft dan brandende dorst, en dat drukkend neerhangen van het moede hoofd, en dat 't niet meer uit kunnen houden, en dat er toch geen eind aan komt.
o. Bezie dit Kruis toch niet te oppervlakkig. Gij zijt aan het gezicht van dit Kruis zoo gewend. Maar • eerst als ge 't in-en doordenkt, hoe 't met u zelf toe zou gaan, zoo gijzelf er aan waart opgehangen, zult ge er in kunnen meeworstelcn, met wat de Man van Smarte aan dat Kruis moet geleden hebben.
Het is /oo, ook die beide anderen die met Jezus gekruisigd werden, leden evenzeer. Maar vergelijk nu de teedere, fijngevoelige natuur van uw Heiland, met den ruwen en robusten aard van die mede-kruiselingen, en ge voelt zelf toch, hoe wat die andere twee leden, met wat Jezus leed niet te verj^elijken was.
Eu dan bij dit bang doorworstelde lichaamslijden, diei; er dan menschenblik ooit gissen zal, dat lijden van Jezus in 't dragen van onze schuld en onze zonden en onzen doem. Dat dieper inwendig lijden, waarvan de drinkbeker Hem aan de lippen werd gezet, toen het in Gethsemane heette: „Vader, indien 't mogelijk is, laat deze drinkbeker van mij voorbijgaan!" o, 't moet den Man van Smarten inwendig als verscheurd hebben, tol Hij niet meer kon, en 't bloed in de aderen Hem als een vuur branden ging, en Hij 't zoo hartstochtelijk uitriep: Mij dorst!
PR. A. K.'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 16 april 1916
De Heraut | 4 Pagina's