Officieele Berichten.

Generale Synode der Gereformeerde Kerken.

Ure des Gebeds.

In de Nieuwe Zuiderkerk aan den Westersingel te Rotterdam werd Maandagavond een Ure des Gebeds gehouden met het oog op de thans aangevangen Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland.

Er was zeer grootè belangstelling. Reeds lang vóór het uur van aanvang waren alle zitplaatsen (buiten de gereserveerde) bezet en stonden de paden vol, zoodat de Synodeleden veel moeite hadden om door de menschenmassa te dringen, teneinde hun plaatsen te bereiken.

Dr. J. C. de Moor, van Amsterdam, was naar den regel als Praeses van de vorige Synode (1914 te Den Haag) door den kerkeraad van Rotterdam als voorganger uitgenoodigd.

Na het zingen van Psalm 121 vs. 1, het uitspreken van votum en zegen door den voorganger, en het lezen van Psalm 86, volgde een kort voorgebed.

Dr. de Moor wees er op, dat de tijdsomstandigheden, waaronder nu de Synode gehouden zal worden, vergeleken bij die toen de Haagsche Synode plaats had, nog ongunstiger en vreese-Hjker zijn. Er werd gewezen op een verüauwen der grenzen, al mag anderzijds ook van een gezegenden arbeid der Kerken gesproken worden. Herdacht werd het heengaan van de hoogleeraren Noordtzij en Rutgers en van de predikanten Bos en Hoekstra, die in Synodale samenkomsten zoo dikwijls hun gewaardeerde adviezen gaven.

Nadat Psalm 86 vs. 3, 8 en 9 gezongen was, hield Spr. een inleiding tot het gebed naar aanleiding van Genesis S vs. 8—17, sprekende over : »riet licht ia den rook", achtereenvolgens er op wijzend hoe dit teeken werd begeerd, hoe het werd voorbereid en hoe het werd geschonken.

Als tusschenzang werd gezongen Psalm 43 vs. 3 en 4.

Nadat Dr. de Moor in den gebedë om den zegen des Heeren over de besprekingen en beslissingen was voorgegaan, werd gezongen Psalm 56 vs. 6.

Toen de zegen was opgelegd, zong de gemeente den leden der Synode de bede van Psalm 134 toe.

Ontmoetingssamenkomst.

Na afloop van de Ure des Gebeds had in de groote zaal van hel kerkeraadsgebouw in dè Ammanstraat een Ontmoetingssamenkorast plaats.

De 48 Synodeled«f-de praedviseerende ledenhoogleeraars in de Godgeleerdheid van Amsterdam en Kampen, de rapporteurs van door de jongste Synode benoemde deputaties, de plaatselijke predikanten, kerkeraadsleden, gastheeren en gastvrouwen waren hier saamgekomen.

Blijde begroette men elkander, waar men uit allerlei oorden des lands was afgereisd om te Rotterdam saam te komen voor het beraadslagen van en beslissen over allerlei aangelegenheden tot "het welzijn der Geref Kerken.

Ververschingen werden rondgediend. Het was een recht gezellig saamzijn. Ook in vroeger eeuwen genoten Synodeleden een gastvrij onthaal door de saamroepende Kerk en haar leden. Al beleven we nu dure en schrale tijden, toch wordt niet terugverlangd naar het voorheen, toen niet zelden de stedehjke overheid de Synodale maaltijden betaalde of tenminste voor den wijn zorgde. Die maaltijden waren vaak zeer luisterrijk en werden ook door burgemeesters, leden der vroedschap en andere hooggeplaatste en hooggeleerde mannen in hun onderscheidene kwaliteiten bijgewoond. Maar dan moest men ook dulden, dat de Overheid door haar gecommitteerden ten aanzien van de Synodale besprekingen en besluiten een oogje in het zeil liet houden. Die tijden zijn gelukkig voorbij.

Openingszitting.

Dinsdagmorgen had de opening der Synode plaats in de Nieuwe Westerkerk aan de Ammanstiaat.

Ook hier was veel belangstelling van kerkeraads-en gemeenteleden uit Rotterdam en van elders.

Op het met groen versierde podium had de Commissie van Voorbereiding plaats genomen.

Ds. J. H. Landwehr sprak namens de Kerk van Rotterdam als haar oudste Dienaar des Woords de operdngsrede uit, nadat gezongen was Psalm 121 vs. 1, gelezen Efez'e 1 vs. 4—16.

Hij opende de Synode met het uitspreken van de zegenbede. Daarna herinnerde hij dat in 1885 in het kerkgebouw in de Raampoortlaan te Rotterdam de Chr. Geref. Kerk in Synodale vergadering onder voorzitterschap van wijlen Ds. J. v. Andel, en dat te dier plaatse in 1887 onder voorzitterschap van wijlen Prof. F. L. Rutgers het Synodaal Convent der Nederd. Geref. Kerk werd gehouden, welke twee Kerkengroepen in 18-92 saamsmolten. Voorts werd blijdschap geuit, dat Rotterdam nu, in het vierde eeuwjaar na de Hervorming, en een kwarteeuw na de samensmelting, de Generale Synode der Geref. Kerken mag saamroepen,

Met innige dankbaarheid werd geconstateerd, dat er bijna geen gescheiden Geref. Kerkengroepen in eenzelfde plaats zijn. Over leergeschillen is geen strijd of verwijdering ontstaan.

Ook de kwestie betreffende de opleiding van predikanten, wordt rustiger bezien dan voorheen.

Toch dreigt er wel zeker een gevaar, waar het in 1892 niet verwacht werd. Spr. wil geen lans breken voor een liefdeloos en schadelijk kerkisme. Maar toch wenschte hij, dat niet vergeten zal worden wat de actie van 1834 en 1886 voor het kerkeüjk leven heeft te beteekenen.

De Kerk van Christus heeft acht te geven op den tijd, waarin zij staat, wijl zij anders buiten het leven komt te staan. Maar. zij moet zich niet aan den tijd aanpassen, doch leiden, besturen en getuigen, anders krijgt de tijd meer invloed op de Kerk, dan omgekeerd.

Aan vrienden die feilen toonden, heeft het sinds 1892 niet ontbroken. Die het dichtst bij

de Geret. Kerken stonden, hebben haar het felst bestreden. Droef was, dat meermalen > broeders, die eenzelfde confessie met de Geref.

Kerken hebben, het wapen der vsrdachtmaking gebruikten.

Wel is er reden tot verootmoediging. Er kon meer harmonie zijn tusschen hoofd en hart, tusschen belijdenis en leven. Reformatie is dagelijks van noode, in de gezinnen en in het kerkelijk leven. Er is behoefte om meer liefde en toewijding en meer openbaring van het leven des geloofs.

. Reden om deze Synode uit te stellen bestond er niet, al zijn de tijden ook donker. Het agendum bevat voorzichtigheidshalve slechts punten van urgenten aard.

De afgevaardigden van btdtenlandsche Kerken ontbreken bijna geheel, uitgezonderd die van de Oud-Geref. Kerken in Bentheim en Oost-Friesland. Sommigen verontschuldigden zich schrifteüjk, anderen konden niet eens van zich laten hooren.

Het zal de vraag zijn, of de Synode nu met een'getuigenis tegen den oorlog niet verder zal moeten gaan dan de Synode van Den Haag.

Herinnerd wordt aan" de ongesteldheid van twee hoogleeraren-praeadviseurs en aan het overlijden van Prof. Noordtzij en Prof. Rutgers.

Spr. hoopt, dat allen mogen bijeenzijn om nog iets goeds te doen voor de Kerken en dat God daartoe de vergadering zegene.

Na het zingen van Ps. 95 : 3 ging Spr. in den gebede voor.

Hierna werden Ds. F. W. Sluyter, van Maassluis, en Ds. L. Bouma, van Middelburg, benoemd tot het onderzoek van de credentiebrieven der afgevaardigden.

Ds. Bouma rapporteerde, dat alle geloofsbrieven van de primi-leden, die alle aanwezig zijn, in orde worden bevonden.

Hierna had plaats de verkiezing van het:

Moderamen der Synode;

Voor Voorzitter van.de Synode werden uitgebracht 48 stemmen, waarvan verkregen Ds. L. Bouma 1, Ds. J. H. Landwehr 29 en Ds. B. van Schelven 18 stemmen, zoodat gekozen was Ds. J. H. Landwehr, van Rotterdam.

Voor Assessor der Synode werden uitgebracht op Ds. L. Bouma 8, Ds. G. Elzinga 2, Ds. A. de Geus 1, Ds. B. van Schelven 36 en Ds. F. W. Sluyter 1 stemmen, zoodat gekozen was Ds. B. vau Schelven, van Amsterdam.

Tot 1ste Scriba en 2de Scriba werden resp. gekozen Dr. G. Keijzer, van Tiel, en Ds. A. de Geus, van De Lemmer.

Ds. J. H. Landwehrj gekozen als Voorzitter, dankte namens het Moderamen voor het vertrouwen in zijn leden gesteld.

Een plechtig moment was het daarop, toen door opstaan de leden der Synode instemming met de Belijdenis der Kerken betuigden. Plechtig vooral, wanneer men er aan denkt, welk een oud en goed gebruik dit is. Immers reeds door de Synode van Antwerpen, gehouden in Juli 1565, werd besloten bij den aanvang van elke Synode instemming met de Geloofsbelijdenis te vragen.

Ds. Landwehr bracht een woord van dank tot Dr. de Moor, die aan den vooravond bij de Ure des Gebeds voorging.

Welkom werden geheeten de buitenlandsche afgevaardigden en de hoogleeraren-praeadviseurs.

Den pastores-loci van Rotterdam, den rapporteurs en den aanwezigen missionairen dienaar des Woords Ds. K. van Dijk, van Keboemen, werd verzocht als adviseerende leden der Synode zitting te nemen.

De zorg voor het Persverslag werd opgedragen aan Ds. H. W. Laman, van Assen, en Ds. Wi W. Smitt, ouderling te Zuidlaren.

Daarna werd besloten de Pers geen toegang tot de beraadslagingen der Synode te verkenen.

De vergaderingen zullen gehouden worden van 9—4 uur.

Classis Axel.

Ingevolge art. 8a van de »Huishoudehjke Regeling" brengt de roepende Kerk van Schoondijke ter uwer kennisse, dat de Classicale Vergadering D. V. zal gehouden worden in de Geref. Kerk te Axel op Donderdag 4 Oct. a. s. aanvangende om 10J4 ure.

Punten voor het Agendum worden bij den eerst ondergeteekende ingewacht voor 15 September e. k.

Met heilbede en broedergroet. Namens den Raad dier Kerk.

Agenda voor de 28e Centrale Diaconale Conferentie, D. V. te houden te Utrecht op Dinsdag 18 September in de bovenzaal van Hotel l'Europe, op het Vreeburg. Aanvang 's morgens 10 uur.

' 1. Opening der vergadering.

2. Lezing der notulen en presentie-lijst. 3. Verkiezing van Comité-leden.

Aan de beurt van aftreding zijn de Comitéleden, die gekozen zijn voor 6s. provinciën: Groningen, Overijssel, Utrecht, Zuid-HoUand en Noord-Brabant.

Het Comité stelt de volgende candidaten: voor Groningen: J. Andriessen, Groningen, (aftr. hd), A. de Graaf, Groningen, P. Jonkhoif, Groningen;

voor Overijsel: J. Hagenbeek, Zwolle, (aftr. lid), J. Schelten, Kampen, S. Schuurman, Enschedé;

voor Utrecht: W. d. Linden, Utrecht, (aftr. Hd), G. W. van Brenk, Zeist, J. Peet, . Zuijlen;

voor Zuid-Holland: Mr. A. J. L. van Beeck Calkoen, 's Hage, (aftr. hd), H. Buurman, Leiden, G. V. d. Leeuw, 's-Gravenhage;

voor Noord-Brabant: H. D. L. den Engelse, Zevenbergen, (aftr. lid), J. A. van Dis, Meeuwen, H. Knook, Klundert.

4. De eisch der geheimhouding van de namen der ondersteunden, mede ook in verband met onze deelneming aan den Armenraad.

Het Comité.

Inleiders: Mr. R. Rensma te Gouda en Mr. R. van Maare B.Jzri. te Arnhem.

5. Wanneer het blijkt, dat de plaatselijke Kerk, hetzij uit oorzaak van den nood der tijden, of om andere redenen, niet voldoende meer kan bijeenbrengen om den nood harer armen te lenigen en de Diaconie naar andere middelen dient uit te zien, is het haar dan geoorloofd, b.v. met eene lijst te coUecteeren bij de gegoede ingezetenen harer woonplaats (niet Gereformeerden) ?

Toelichting. De Diaconie komt tot deze vraag, doordat bij haar en op vele andere plaatsen de toestanden druklcend zijn. Reeds nu, in de zomermaanden, komt er te weinig in om de loopende uitgaven te dekken. Hoe zal dat worden, als straks in de wintermaanden • de behoeften grooter en de inkomsten daaraan niet evenredig zijn ? Hoe zullen wij de groote tekorten kunnen dekken ? Door leening 1 Om verschillende redenen is deze gedachte verwerpehjk. Doch hoe dan ?

Diaconie der Geref. Kerk te Enschedé.

6. Welk standpunt hebben de Geref. Diaconiën in te nemen ten aanzien van schoolkleeding en schoolvoeding ?

Toelichting. Aanleiding tot deze vraag is het feit, dat van Gemeentewege in Hilversum schoolkleeding en schoolvoeding is ingevoerd, waarvan ook leerlingen der bijzondere scholen kunnen genieten. Het Bestuur der Gereformeerde school, — hoewel waardeerende het "beginsel van rechtsgelijkheid, dat door de burgerlijke Gemeente wordt gevolgd, — meende echter na overleg met de Diaconie, om principiëele redenen, daartoe niet te moeten medewerken. BUjkt het nu, dat kinderen w^egens onvoldoende voeding of kleeding de school niet kunnen bezoeken, dan voorziet de Diaconie daarin, — uitgaande van de gedachte, dat zij tot taak heeft, de arme leden van het Lichaam yan Christus genoegzame hulp' te bieden, on%ferschilhg of dit in geld, voedsel, kieeding of iets anders bestaat. Zij steunt dan ook niet de kinderen, maar de ouders — ten deze bijgestaan door 2 jongedochters-vereenigingen en een Zustetkring jHulp bij Ziekte". ,

Wel is waar worden de Gemeentelijke schoolvoeding en schoolkleeding thans (evenals verschillende andere verstrekkingen uitde openbere kassen) bedoeld als tijdelijke crisismaatregelen, maar zij banen den weg voor definitieve kinderkleeding en - voeding naar de beginselen van het Staatssociahsme, en de ondervinding leert nu reeds, dat zij soms daarin overgaan, met al de nadeelen, ook voor het gezinsleven, daaraan verbonden.

De Diaconie meent echter, dat men hier staat voor één der vele veranderingen, die hét leven ondergaat tengevolge van de steeds meer zich ontwikkelende »moderne gedachten, en acht het gewenscht, dat de Gereformeerde Diaconieën ten deze een zuiver en gemeenschappehjk standpunt innemen, en weten, hoe te handelen, ook wanneer de behoeften, welke aldus naar voren treden, de fiancieele kracht der Diaconie overtreffen.

Daartoe wordt het boven omschreven, sterk sprekende voorbeeld als vraag gesteld. Bij de behandeling zal mogehjk het geheele vraagstuk van het standpunt der Diaconie tegenover de toepassingen der imodeme gedachtet in het licht gesteld kunnen worden.

Diaconie der Geref. Kerk te Hilversum.

7. Hoe te handelen met een broeder der Gemeente, die failliet verklaard is en bij de Diaconie om steun vraagt, en wel om een som gelds in eens, teneinde zijne meubelen en gereedschappen te kunnen lossen voor de som, waarvoor ze getaxeerd zijn.

ToeHchting. Dit geval betreft een timmerman, die door de oorlogstoestanden in moeilijkheid geraakt is en zonder bovengenoemde hulp, ten laste der Diaconie zou komen.

Diaconie der Geref. Kerk

te Nieuw-Vennep.

8. Voorstel: De Conferentie benoeme eene commissie om een onderzoek in te' stellen naar de wijze, waarop in de verzorging der weezen door de diaconiën der Geref. Kerken wordt voorzien.

ToeHchting. De bedoeling van dit voorstelis, dat het door de commissie verzamelde materiaal zal dienen als grondslag voor een vruchtbare bespreking op een volgende Conferentie, om te komen tot meerdere onderlinge hulp en eenheid in de weezenverzorging.

Diaconie der Geref. Kerk te 's Gravenhage.

9. De verzorging van weezen sluit dikwijls op allerlei bezwaren; kan het wenschelijk zijn, dat er voor gezamenHjke rekening een inrichting kome, waar de weezen verpleegd kunnen worden? Diaconie der Geref. Kerk te Arnhem,

9. Mag een Geref. Diaconie kapitaal aanvaarden, om van de te kweeken rente, speciale onkosten te bestrijden, b.v. die voor sanatorium, . of andere stichtingen van barmhartigheid f

Toelichting. Dit kapitaal, — aangeboden onder hypotheek, voor de helft tegen lage rente en voor de andere helft renteloos, — zou dienen voor het bouwen van arbeiderswoningen. Uit de huur-opbrengst dier woningen, moeten rente, onkosten en aflossing bestreden worden, zoodat na 20 è. 25 jaren het kapitaal is afgelost. De huur-opbrengst kan dan verder dienen voor bovengenoemde doeleinden.

Diaconie der Geref. Kerk te Meppel.

11. Van een huisgezin, dat bijna geheel hulpbehoevend is, behoort de vader met het grootste

gedeelte der kinderen tot de Ned. Herv. Kerk. Hoe moeten onze diakenen, naar roeping en plicht in de gegeven omstandigheden met dit gezin handelen ?

(Niet behandeld, punt der'vorige Conferentie. Op verzoek weer geplaatst? .

12. Sluiting.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen