GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VELERLEI WEGEN.

XIX

TEN TWEEDEN MALE.

Welgemoed was het gezelschap op reis gegaan. Den eersten dag werden enkele mooie punten bezocht, en in een klein hó: ei overnacht.

Den volgenden morgen ging men reeds tamelijk vroeg er op uit om in het bosch te wandelen. Voor wilde dieren had men geen vrees, daar de streek als veilig bekend stond. Op den middag werd een kleine maaltijd gebruikt, en eenige uren later een grootere, een zoogenaamd picnic gehouden. Deze duurde heel lang; de deelnemers deden zich recht te goed niet alleen t aan spijs, maar ook ea vooral aaa dea in overvloed meegenomen drank. Of deze laatste nu werkte, of dat er andere oorzaken waren, genoeg, de heeren raakten in gescfaü over gaan of blijven. Half dronken pakte de een den ander bij de kraag, en er ontstond iets als een gevecht meer vriendschappehjk dan erpsttg, waarbij nu deze dan gene op dea grond tuimelde.

Het spelletje scheen ongevaarlijk en ging geruimen tijd wakker voort, toen er plotseling en onverwacht een stoornis kwam. Een luide kreet werd gehoord, schril en zoo doordringend, dat hij allen min of meer ontttuchterde. Dat was geea scherts maar meenens,

’t Kostte niet veel moeite te ontdekken wat de oorzaak was van den geweldigen opschrik. De Javaansche bedienden waren de eersten die hulp boden.

Mijnheer Jansens was namelijk al strijdende gestruikeld over de knoestige wortels van een boomstam. Hij trachtte zich op te richten, maar voelde eensklaps hoe de grond onder hem week en hij omlaag ging. Toen had hij den geweldigen schreeuw gegeven, die allen zoo verschrikt had.

De heer Jansens was terecht gekomen in eea hoUigheid of kuil die zoo ovcrgegroeid was, dat men hem van boven bijna niet iaespeurde. Dat de kuil diep was, bleek daaruit dat Jansens er tot de schouders inzakte. Hij beproefde zich tegen de begroeide kanten op te werken, maat dat gelukte den ouden heer niet. Hij tuimelde weer en hoewel hij zich schijnbaar niet ernstig bezeerde gevoelde hij toch hevige pijnen.

Gelukkig kwamen de vrienden, door de knechts gewaarschuwd, van alle kanten toeloopen. Met vetl moeite werd de nog al zwaarlijvige heer Jansens uit de holte geheschen. Hij kon niet staan, klaagde over hevige pijn, had zijn gezicht zwaar gewond aan doornstruiken en was geheel ontdaan door den schrik. De heer met wien hij geworsteld had, was er evenmin goed afgekomen. In rijn ijver om den vriend te helpen was hij waarschijnlijk beschonken tegen den boom gestooten, wat hem een paar bloedende wonden aan den arm bezorgde die echter niet gevaarlijk waren. Hij werd zoo goed mogelijk verbonden en kon verder mee wandelen. De heer Jansens werd neergelegd in een der twee rijtuigen. Een bediende ging vooruit om den houder van het logement te waarschuwen en te zien dat hij ergens een dokter opspoorde.

Toen het gezelschap in het hotel aankwam, waren tal van gedienstige handen tot hulp gereed, maar de meest begeerde, de dokter, een Europeesche namelijk, ontbrak. Wel kon men een Javaanschen krijgen, maar daar wilde mijnheer Jansens volstrekt niet van hooren.

Zoo schoot er niets over dan zoo spoedig mogelijk huiswaarts te keeren. Dat geschiedde dan ook. Een dokter wa.s nu spoedig aanwezig. De man die den heer Jansens had willen helpen, bleek niet zwaar gewond te zijn, maar deze laatste weL De wonden aan het hoofd waren wei diep maar niet gevaarlijk. Doch het

been was zoo bezeerd en gezwollen, dat hij dadelijk naar bed moest, en dat vooreerst niet mocht verlaten. Zoo werd zijn verblijf op Java verlengd, doch op geheel andere wijs dan hij zich had voorgesteld.

Een der fraaiste vertrekken van het huis werd tot ziekekamer ingericht, en nu werd omgezien I naar een ziekenverpleegster. Mevrouw verklaarde al dadelijk dat haar hart brak als zij zag hoe haar man leed, maar dat zij toch zijn verpleging niet op zich dorst nemen. Zij was er, zei ze, te zwak voor, en het zou alleen dienen om ook haar ziek te maken en dan had men twee kranken in plaats van een. Daar viel niets tegen te zeggen, en juist zou er een verpleegster komen, toen de heer Jansens tot mijn groote verbazing zei:

»Niets daarvan! Mejuffrouw Betje zal als zij wil mij oppassen.. Geen betere er voor dan zij. Dat heb ik bij ervaring. Bovendien de juffrouw kent mij; met een vreemde is dat gansch anders < .

Toen mij dit werd voorgesteld vermenigvuldigden zich de gedachten in mij. Ik herinnerde wij de woorden, die ik in Kaapland meermalen gelezen had, ik meen in het groote boek van vader Cats:

De wereld is een wonder boek: Het maakt zijn lezer wonder kloek; Maar wie het zonder oordeel leest Die blijft gelijk hij is geweest.

Maar bovenal ging mijn hart uit tot Hem, die ook het wonder boek der wereld schrijft en het even wonderboek van elk menschenleven. Hoe ongedacht en onverwacht hadden vele mijner vragen een antwoord gekregen.. Ik wist nu vooreerst wat te doen.

Natuurlijk zei ik dadelijk ja, toen mij het voorstel gedaan werd. Hoe zeer mij het onheil ook leed deed voor den heer Jansens, voor mij zeif was ik tevreden en gelukkig. Ik zou niet langer te veel zijn. Ik zou weer een werkkring hebben en niet als nu best gemist kunnen worden. Met feesten en partijen zou men nu van zelf mij niet lastig vallen. Mevrouw zou mij, dat wist ik, niet in den weg loopen. Bovendien voelde ik voor den zieke zekere genegenheid uit den tijd die vooraf was gegaan. Een vreemde kon dit nooit zoo hebben. En ik wist nu dat de zieke er evenzoo over dacht.

BRIEFWISSELING.

We hopen spoedig weer ettelijke vragen te behandelen.

Nu het jaar pas is ingegaan zij er nogmaals op gewezen, dat naamloos ingezonden vragen niet worden beantwoord. Voorts dient, als de vrager niet rechtstreeks aan het adres van de Heraut schrijft, in den brief vermeld dat dit blad wordt bedoeld.

N. N. Er bestaat of bestond een bundeltje van Gtoenewegens «Gezangen voor kinderen^van de Gereformeerde belijdenis".

Het is minstens een eeuw oud en waarschijnlijk niet meer in den boekhandel verkrijgbaar.

De Vaderlandsche geschiedenis van de Braal^ den bekenden schoolman, is in twee deeltjes, die ik mij nog herinner als kind met groot genoegen te hebben gelezen. In het boek vertelt een grootvader aan zijn kleinkinderen. Ik vrees dat ook dit werkje niet meer verkrijgbaar is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 februari 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 februari 1918

De Heraut | 4 Pagina's