GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VELERLEI WEGEN.

XXIII.

NIEUWE DINGEN.

Een dag of vier, vijf gingen zeer genoegelijk voorbij. De huishoudster was gekomen en bleek in allerlei juist degene te zijn, die wij behoefden.

Zij had hier reeds een gaar jaar gewoond, was van alles op de hoogte en was daarbij een vriendt lijke, voorkomende vrouw die niet maar haar taak vervulde, doch ook trachtte iets voor anderen te zijn.

Van goede kennissen werden wij na enkele weken hartelijke vriendinnen en zijn dat gebleven tot op den huidigen dag. Een der hoofdredenen daarvoor lag wel daarin, dat de huishoudster niet alleen in jaren mijn meerdere was, maar ook en verrgweg in kennis van de wegcfi-des Heeren. Het trof mij reeds den tweeden dag haar bij het huiselijk werk een psalm te hooren zingen. Het was — ik herinner het mij nog zeer goed, wel een bewijs dat het indruk op mij maakte — het eerste veis-van Ps. 19:

Het ruime hemelrond Vertelt, met blijden mond, Gods eer en heerlijkheid; De heldre lucht en 't zwerk Verkondigen Zijn'werk. En prijzen Zijn beleid. Dus kan ons dag bij dag. Tot roem van Gods gezag, Zijn wonderen verhalen ; Dus weet ons nacht bij nacht Zijn onbegrensde macht En wijsheid af te malen.

Zoo ergens dan was die hier van toepassing. Het ruime hemelrond omringde de bergen waar wij woonden. De heldre lucht omgaf ons van alle zijden. De klare, glanzende zonneschijn bij dag sprak tot ons gelijk de heldere sterrenhemel bij nacht. Zulk een heerlijke natuur had ik nog nergens aanschouwd in Noord noch Zuid. Zoo iets als ik hier, moet, dunkt mij, ook David ge-' voeld hebben toen hij zijn psalmen dichtte.

In lang had ik, behalve dan een enkelen keer in de kerk, iets dergelijks niet gehoord. Psalmen

zingen bij het huiswerk, daaraan had zeker nooit emand gedacht, in het huis waar ik nu eenige eken had vertoefd. Trouwens niemand zou het ekund hebben. Want de inlanders in huis waren ohamedanen of-Heidenen. En de Europeanen heetten wel Christenen, maar leeiden als onverchilligen voor God en Zijn gebod. Soms vroeg k mij wel eens af, of het niet goe^ zou zijn llereerst of althans ook predikers te zenden naar ie zoogenaamde christenen.

Met de huishoudster kon ik het werk gemakkelijk deelen, te meer wijl hulp niet ontbrak en spijs en drank ons, zooals ik reeds zei, dagelijks groótendeels bezorgd werd. Wat den heer Jansens betreft, hij schikte zich wonderwel in zijn nieuen toestand, ja scheen zelfs meer op zijn gemak te zijn dan in zijn vroeger verblijf. Ik ocht hem van tijd tot tijd een'poos alleen aten, iets wat hij vroeger nooit gewild had. Hij as vriendelijk ook jegens de huishoudster, en lles duidde aan dat wij met den zieke geen zware taak zouden hebben.

Na een dag of vier waagde ik het eens te vragen, hoe hem het leven beviel.

»Heel goed", was zijn antwoord, shet is hier kalm en dat heb ik noodig. Ik geloof dat ik vooruit ga. Daarbij de menschen rondom mij heen, zoover ik ze al'ken, schijnen mij toe eerlijker en openhartiger te zijn dan waar ik mee gewoon was om te gaan. Het is onder ons veelal verguldsel en klatergoud. Maar hier zal ook wel wat ontbreken. Voorloopig ben ik tevreden. Het gekste is dat ik nog niet eens kennis heb kunnen maken met de hoofdpersonen in dit trenrspel. De schoolmeester kajti natuurlijk niet hier zijn, maar waar blijft de domine of de zendeling zooals gij het noemt ? "

»Geduld maar, mijnheer", zei ik, »die zal ook wel verschijnen. Hij heeft het druk."

»Natuurlijk dat hebben al die soort menschen. In elk geval heeft hij het hier niet kwaad uitgekozen. Een heerlijke lucht, een mooie natuur, verder al het noodige; wat wil men meer ? "

»Maar u vergeet, ^mijnheer, dat die zendeling hier volstrekt niet gekomen is om de lucht of om de mooie omgeving, maar om den heidenen die God niet kennen het Evangelie te brengen. Ook had ik gisteren een gesprek met de huishoudster die mij vertelden dat de zendeling voor zijn arbeid niet betaald wordt maar alles zelf bekostigt. Hij heeft de huizen en de school laten bouwen, en zorgt ook voor den onderwijzer."

»’t Is heel mooi", zei de heer Jansens met een ongeloovig lachje.-»Doch ik begrijp er niets van. 't Is zooals ik reeds meer zei. Waarvoor al dat werk en die. omkosten ? Dat kon immers veel betei besteed worden."

»Dat ben ik niet met u eens", antwoordde ik, »u weet d? t wel. Ik vrees evenwel dat ü het niet zult inzien, tenzij de Heere zelf uw oogen er voor opent."

»Hoor eens juffrouw, " sprak mijnheer, sik moet u even wat vragen. U moet weten, ik heb een grootmoeder gehad, die net als u een geloovige was en heel vroom leefde, altijd naar haar meening. Zij heefi mij verteld, meer dan eens, dat het vroeger jaren zoo'n beste tijd was; de menschen gingen allen trouw ter kerk en dè een was al even godsdienstig als. de ander. Hebt u daar ook wel eens van gehoord?

»Niet veel» zei ik, «maar toch wel dat er vroeger veel meer eerbied was voor God en Zijn dienst dan nu, al was het dan maar voor het uiterlijke. Maar werkelijk vrome, tot God bekeerde menschen, die Jezus liefhebben, 'zijn er zeker nooit in menigte geweest. De Bijbel zegt dat zelf. Vergeleken met de andere zijn die gelooven altijd een klein kuddeke«. -

»Nu goed dan, maar in elk geval wisten onze vrome voorouders toch wel, dat de Javanen geen Christenen waren. Waarom hebben , ze dan er geen predikers heen gezonden, zulke menschen als die heer die dit huis gebouwd heeft. We zijn al eeuwen met de Oost verbonden. Onze vaderen en wij trokken er veel voordeel van.

Waarom hebben de Christenen niet vroeger aan Java gedacht, zóodat er zelfs nu nog bijna geen christenen zijnPf

Ik wist zoo spoedig geen antwoord. Want eerlijk gezegd was zulk een vraag bij mij zelf meermalen opgekomen, toen ik nog in Afrika was. Ik zei dus dat die vraag door wijzer menschen dan ik moest beantwoord worden. Maar, voegde ik er bij, indien onze voorvaderen verzuimd hebben hun plicht te doen, gelijk het schijnt, dat is voor ons geen reden om het kwade voorbeeld te volgen. Tegenwoordig gaat het dan ook den beteren weg op. De zendeling hier denkt er zeker evenzoo over als ik.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 maart 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 maart 1918

De Heraut | 4 Pagina's