GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE TOREN VAN BEROUW.

Vier eeuwen nu geleden leefde een graaf, Adelbert geheeten. Hij bezat verschillende kasteelen en burchten, alsook dorpen en akkers. Toch was hij niet tevreden, want hij was een twistziek man die met al zijn buren in onmin leefde en zonder reden nu dezen dan dien aanviel. Soms won hij, maar werd ook wel verslagen. Zoo bracht hij zijn dagen geheel onnoodig in strijd door, en had een onrustig leven.

Toen hij nu echter oud werd begon hij in te zien, hoe verkeerd en dwaas hij had gehandeld. Hij had overal vijanden en geen enkelen vriend. Dikwijls verzonk hij in diepe gedachten, vooral wanneer hij zich voorstelde, dat zijn tijd ^op aarde niet lang meer kon zijn en de eeuwigheid hem wachtte. Hoe zou het hem dan gaan, hem die altijd maar gedacht had aan vechten en overheerschen f Zou het goed zijn, als God hem zou onderzoeken?

Hij zag het verkeerde en zondige van zijn vroegere leven thans duidelijk in, en besloot het met Gods hulp te beteren. Hij zocht raad en bestier bij een vroom prediker, die in een zijner dorpen woonde. En onder Gods zegen werd de vroegere strijder een man des vredes, die voortaan den Heer diende en niet meer zich zelf en zijn booze hart. Hij kwam nu op een gedachte, die hij uitvoerde ook. Hij wilde allen een bewijs geven, dat hij berouw had-over zijn vroeger gedrag en dat nu afkeurde. Daartoe liet hij op. een lagen heuvel een toren bouwen, waaronder men door kon loopen. Met groote letters stond boven de poort: DE TOREN VAN BEROUW.

Velen uit den omtrek gingen den toren bezien, lazen het opschrift. Allen begrepen de beteekenis, en menigeen verblijdde zich over den gunstigen omkeer, die bij graaf Adelbert had plaats gehad.

In hoogen ouderdom en in vrede met God en menschen stierf hij. Zijn zoon volgde hem in zijn goederen op.

Na een paar jair spraken de vrienden van dezen vaak:

„Gij moest nu dien toren laten afbreken. Hij heeft geen beteekenis meer. Over eenige jaren zullen de meesten wel niet begrijpen waartoe die toren is gesticht.”

Maar de zoon weigerde dit beslist.

»Zulke herinneringen leven wel voort, " sprak hij. «Maar bovendien, de toren staat niemand in den weg. Wie weet waar het opschrift nog goed voor is. Hij blijft staan.”

Twee eeuwen daarna was er veel veranderd. Het geslacht van graaf Adelbert was uitgestorven, zijn goederen waren verdeeld. Maar de toren stond er nog en werd onderhouden en in eere gehouden.

Op een morgen zat een oude herder, - die in het heele dorp geacht was, in het veld waar hij de kudde hoedde. Hij kortte den tijd met lezen in een oud boek.

Plotseling hoorde hij geruisch dicht bij zich. Hij zag op, en ontwaarde een jonge man deftig, en sierlijk gekleed en met een voornaam uiterlijk. Zijn gezicht stond niet vroolijk. Het scheen wel dat zware zorg hem drukte.

De herder groette den vreemdeling vriendelijk, wat door dezen evenzoo beantwoord werd. De onbekende zette zich naast den herder neer, en daar deze blijkbaar den tijd had, ontstond er een lang gesprek dat allengs vertrouwelijk werd. Zoo kwam de oude herder ook te weten dat zijn bezoeker op reis was, reeds vele landen had bezocht en veel schoons en merkwaardigs had gezien.

»En waarom reist ge zooveel? » vroeg de herder eindelijk.

De ander zweeg een poos. langzaam: Toen sprak hij

»Ge zijt een oud en vroom man, naar ik bespeur. Aan u kan ik zeggen wat ik niemand anders vertellen zou.

«Mijn ouders waren godvreezende lieden, zooals gij ook, naar ik geloof. Ik werd vroom opgevoed, maar betoonde weinig lust den Heere te dienen. Ik werd grooter, mijn ouders stierven en ik erfde al hun goed. Doch in plaats van het verkregene nuttig te gebruiken, deed ik als de verloren zoon in de gelijkenis en leefde in brasserij, dronkenschap en allerlei uitspattingen. Ik dacht niet aan wat mijn vrome ouders mij geleerd hadden, of Uever ik wilde er niet aan denken.

»Een paar jaar ging het zoo voort. Toen begon mij het goddelooze, losbandige leven toch te walgen. Ik had nog genoeg overgehouden, en daar mijn geweten mij kwelde en beschuldigde, besloot ik te gaan reizen, en zoo afleiding en rust te vinden”.

»En heeft het u gebaat f" vroeg de herder.

»Volstrekt niet. Ik zoek rust en vind die niet. Weet gij raad voor mij? ”

De herder dacht een poos na, toen sprak hij: «Ziet gij den toren daarginds op dien heuvel? Welnu, ga daarheen, lees het opschrift boven de poort, en dan moet ge door den toren gaan. Zoo kunt gij geholpen worden”.

»Maar hoe kan dat ? " vroeg de reiziger; «ik begrijp het niet”.

»Als ge doet wat ik zeg en nadenkt, zal het u wel duidelijk worden. Zoo niet, kom dan nog weer eens terug”.

De reiziger deed wat hem gezegd was. Hij bereikte den toren, las het opschrift, ging door de poort en, wat het best was, dacht na, lang en veel, tot hij den raad begreep hem gegeven. Hij moest zelf ook berouw hebben over zijn kwaad, en dat dreef hem straks om vergiffenis te zoeken waar die te vinden is, gelijk zijn vrome ouders hem geleerd hadden, namelijk bij God.

Al had hij nu ook den ouden herder begrepen, toch kon hij niet nalaten hem na een jaar op te zoeken, te meer wijl hij brandde van verlangen om den ouden, vromen man alles te vertellen. Hij vond hem nog levend en gezond, en stortte zijn hart uit in innigen dank voor den heilzamen raad hem gegeven. Samen dankten zij God, die een eenvoudig woord zoo had willen zegenen.

Zoo deed de toren, schoon oud, na eeuwen nog dienst. Het was maar goed dat hij niet was afgebroken.

BRIEFWISSELING.

Om nutteloos geschrijf te voorkomen diene het volgende:

Het is om vele redenen niet doenlijk een vasten tijd te bepalen waarop vragen beantwoord worden. Dat hangt van allerlei af.

Komt een vraag in, dicht voor den tijd der beantwoording, dan neemt de schuit, als het kan, haar nog mee. Maar komt de vraag in wanneer de lijst gesloten is, dan dient de vrager geduld te hebben tot een volgenden keer.

Het is dus onnoodig daarover te schrijven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 mei 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Voor kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 mei 1919

De Heraut | 4 Pagina's