Nader nieuws over de „Hongaarsche Heraut”.

Aan Mej. H. S. S. Kuyper, secretaresse van het Comité voor de > Hongaarsche Heraut*, schrijft Prof. Dr. J. Sebestijén: ... > En nu nog iets over de ïHongaarsche Heraut«. Met groote blijdschap kan ik u melden, dat mijn arbeid overal wordt met groote sympathie ontvangen. Het blad heeft groot respect en zelfs nu al merkt men den invloed van zijn niet onzekere steun. En dit is het resultaat slechts nog van IVs maand; ik hoop 't, dat de Heere het nog gebruiken zal om voor Zijne Eere te strijden en Zijne eeuwige ordinantiën ook voor het chaotische Hongaarsche leven te verkondigen.

Zoo leven en strijden wij hier, zooals U het ziet, lieve Juffrouw Kuyper. Maar het is een heerlijk gevoel: baanbreker te zijn in de woestijn! „Op hoop van zegen" denk ik dan altijd aan de opschriften van de Nederlandsche schuiten, die ik in uwe grachten zag".

Men vergete niet, dat' Prof. Sebestijén een Hongaar is, voor wien het Nederlandsch een »vreemde taal" is — ook niet, dat de penningmeester van het Comité voor de »Hongaarsche Heraut" is : de heer H. W. van Marie Jr, Vijgendam 2, Amsterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen