Vooralsnog zonder titel - pagina 21
VU-studenten in het jaar 2000
TUSSEN GROEPSDIER
EN V R I J E
VOGEL
I E D E R E D I S P U U T S T R U I IS A N D E R S
Het jaarclubmeisje
is, welbeschouwd, tegelijkertijd een manwijf en hypervrou-
welijk. Enerzijds zien we lang haar met haarspeld tot staart geknoopt, rokjes, pumps, veel make-up. Anderzijds treffen we een hese stem van het roken en het schreeuwen, een verrassend grote alcoholresistentie en ruw gedrag. Een merkwaardig schizofreen fenomeen, dat
jaarclubmeisje.
Arnold Jonk, Arnolds Liefdesgids (1999) Het probleem is dat je in Amsterdam geen jaarclubjes hebt, noch bij het Amsterdams Studenten Corps (ASC/AVSV), noch bij L A N X (vroeger het vu-corps) 3 . Misschien is dat iets typisch Amsterdams, want bij de corpora in de andere steden bestaan ze wel. Toch komt dit type meisje wel in de corporale werkelijkheid van Amsterdam voor. Het verschil is dat ze zich verzamelen in disputen. Het dispuutssysteem schijnt in de praktijk minder hard te zijn dan het jaarclubjessysteem, waarbij de jaarclubjes in volgorde van populariteit worden ingedeeld. Zelf ben ik een beetje bang voor corpsmeisjes, want ze lijken vaak zo meedogenloos en venijnig. Ik probeer hen daarom zoveel mogelijk te vermijden. Kortzichtig als ik inderdaad kan zijn. 'Normen, waarden, tradities en sigaren en netwerk 'builden' voor de toekomst', zo werd het corps beschreven door een van mijn studerende vriendinnen. Daar moeten we natuurlijk wat genuanceerder over denken, want het is makkelijk om een karikaturaal beeld te schetsen, zeker met Jiskefet 4 als voorbeeld. Zo heeft het corps een boeiend verleden, waar ik graag even bij zou willen stilstaan. Het corps is van oudsher de speeltuin van de elite, dat de leden wilde vormen tot waardige bekleders van hun toekomstige functies aan de top van de maatschappelijke hiƫrarchie; het grote Hoe-hanteer-ik-demacht-en-het-aanzien-die-mij-ten-deel-zullen-vallen-tot-meerdereglorie-van-mezelf-, God-en-het-Vaderland-stappenplan werd bij het corps dus in de praktijk gebracht. In de vorm van een soort spel, dat tegelijkertijd een parodie was op de burgerlijke samenleving, kwam deze op zichzelf serieuze doelstelling tot uiting. Vandaar de hoge lolligheidsfactor en het overdreven karakter van veel gedragscodes en tradities. Dit alles verklaart veel, maar het roept ook de vraag op of het spelelement niet te serieus wordt genomen en of het corps inmiddels niet vooral zichzelf parodieert. 5
21
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000
Historische Reeks | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000
Historische Reeks | 226 Pagina's