Vooralsnog zonder titel - pagina 182
VU-studenten in het jaar 2000
GELOOF
Het wonen op Uilenstede ziet Stefan als een uitdaging; hij moet aan vele niet-christelijke studenten uitleggen wat geloven is. Het leert hem 'om weer de basisvragen te stellen'. Omdat deze studenten het jargon van de kerk niet kennen moet hij extra zijn best doen. Stefan raakt ook wel eens in gesprek met mensen die naar zijn zeggen 'dogmatisch atheïstisch' zijn. Hij ergert zich daaraan: wetenschappelijke bewijzen die Gods bestaan kunnen ontkrachten bestaan niet. Zulke mensen vindt hij 'gruwelijk naïef'. 'Deze mensen zouden voor zichzelf moeten toegeven dat zij ook vertrouwen op cq. geloven in de wetenschap.' Inherent aan geloven is voor Stefan de twijfel. De twijfel die hij gekend heeft en nog kent kan hij kwijt in gebed. In het gebed weet hij dat God er voor hem is. Hij is de Evangelische Gemeente waar hij in Ermelo actief bij betrokken was dankbaar dat hij daar heeft leren bidden en samen zingen. De Evangelische Gemeente leerde hem thuis te komen bij God tijdens het gebed. Hij realiseerde zich in zijn evangelische tijd dat God de goede en vergevende God is, en dat je je bij H e m thuis mag voelen. Stefan ziet een analogie met het verhaal van de verloren zoon: 'Dingen gaan fout, en daar heb je zelf deel aan. Ik maak ook fouten en voel me daar schuldig over. Toch m a g ik weten dat ik vergeven ben.' Waarom is het voor Stefan nodig om te weten dat hij vergeven is? 'Voorwaarde van vergeven is schuld. Je kan niet iemand vergeven die niets fout heeft gedaan. Een belangrijk onderdeel van christen-zijn is het paradoxale besef dat je aan de ene kant een nietig mens bent, en aan de andere kant dat je geliefd bent door God.' Als Stefan negen jaar is gaat hij voor het eerst met zijn familie naar een evangelische familieconferentie. Dit is zo'n succes dat het gezin de daaropvolgende jaren ook gaat. Het wordt een familietraditie. Omstreeks zijn veertiende jaar vindt Stefan niets meer aan de gereformeerde kerk waar het gezin nog steeds trouw heen gaat. Hij wil niet meer mee. Toch moet hij nog twee keer per maand van zijn ouders naar de kerk. Op zijn vijftiende krijgt Stefan evangelische vrienden. De stap naar de Evangelische Gemeente is dan makkelijk gemaakt. Van zijn zestiende tot zijn negentiende jaar was Stefan zeer actief in de Evangelische Gemeente Ermelo. Hij leidde een 'stamgroep', een onderdeel van de jeugdgroep, tijdens een regelmatig terugkerende avond waar gepraat en gediscussieerd kon worden over vooral het geloof, maar ook over andere zaken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000
Historische Reeks | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000
Historische Reeks | 226 Pagina's