125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 444

noten hoofdstuk 5 typt). De getypte versie kent als datering mei 1913, aan de gedrukte versie ontbreekt deze datering. 33. Voor zover ik kon nagaan verscheen Rutgers na zijn emeritaat niet vaak op de senaatsvergadering. Deze zaak ging hem blijkbaar zeer ter harte. 34. Archief senaat, Notulen, 13 februari 1914 en Archief directeuren, Ingekomen stukken, 15 februari 1914, van senaat aan directeuren (no 9a). 35. Archief directeuren, Notulen, 24 februari 1914. 36. Archief directeuren, Ingekomen stukken, 13 maart 1914, van FdG aan directeuren (no 19). 37. Archief directeuren, Ingekomen stukken, 18 maart 1914, van A. Kuyper aan directeuren (no 21). Hij was door Geesink nadien uitgenodigd zijn invloed aan te wenden om een wijziging van het reglement te voorkomen, zie Hepp, ‘Het leven van prof. dr. W. Geesink’, in: Geesink, Gereformeerde ethiek, i, 83. Geesink spreekt over ‘een krankzinnig plan’. De opmerking komt uit een brief van Geesink aan Kuyper van 27 mei 1914, die door Hepp uitvoerig wordt geciteerd. 38. Archief curatoren, Notulen, 2 oktober 1915. 39. Archief directeuren, Ingekomen stukken, 6 oktober 1915, van curatoren aan directeuren (no 54). 40. Zie Kerkenordening der Gereformeerde Kerken in Nederland; benevens de daaraan verbonden besluiten der Generale Synode van Dordrecht in den jare 1893 (Kampen 1894). Bij artikel IV staat als aantekening vermeld dat bij het preparatoir examen moet worden overlegd een ‘testimonium van de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit aangaande zijne Academische loopbaan, voor zoover hij aan die Universiteit studeerde’. Ten onrechte wekt Bouwman, Gereformeerd Kerkrecht I en ii (Kampen 1928-1934), aldaar I, 404, de suggestie dat deze bepaling uit 1914 stamde. Hij verwijst naar Acta, 1914, Artikel 27 en 106 (moet zijn 105). Beide artikelen gaan over een bepaling betreffende de Theologische School. Het voetnootnummer is waarschijnlijk bij de verkeerde zin terechtgekomen. 41. Archief deputaten, Inventarisno 40, Ingekomen stukken, 9 maart 1917, van FdG aan deputaten. In het faculteitsarchief trof ik geen sporen aan van enige discussie hierover. 42. Zie Archief FdG, Dossier no 117, Ingekomen stukken, 31 januari 1938 en het concept-antwoord van januari 1939. Bij een sollicitatie aan een school was om een dergelijk bewijs gevraagd. Vandaar dat mevrouw Stomps een schriftelijke uiteenzetting wenste waarom zij die niet had ontvangen. Die uiteenzetting kon dan in voorkomende gevallen dienen als bewijs dat het daarbij louter was gegaan om haar vrouw-zijn. Zie meer over M. A. H. Stomps in hoofdstuk ix. 43. Roelink, Een blinkend spoor, 44, meldt dat de formule in 1956 werd afgeschaft.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 443

443

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen