GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 145

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 145

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

nieuwe benoemingen

144

dr. C. Veltenaar schreef een omstreden brochure over het schriftvraagstuk. De drie hier genoemde predikanten werden allen hervormd.81 Dit doet vermoeden dat ook de kwestie-Van Gelderen een rol bij deze benoeming heeft gespeeld: men zocht iemand die pal stond voor de ‘gereformeerde exegese’. Daarbij komt dat het vreemd aandoet om voor het eerst sedert jaren te horen over een vacature Oude Testament, terwijl er nooit een hoogleraar speciaal voor Oude Testament was geweest. Zelfs in zijn eerste encyclopedische exercities was het Oude Testament voor A. Kuyper geen aparte leerstoel waard geweest. Met andere woorden: zonder dat dit expliciet wordt gezegd, poogde de faculteit Van Gelderen, die toch enigszins besmet was geraakt, min of meer uit de wind te houden. Dit had, blijkens zijn correspondentie met Aalders, Van Gelderens volledige instemming. Curatoren behandelden de voordracht in hun vergadering van 15 november 1919. Een voorstel van de kersverse curator (tevens deputaat voor het verband) J. C. de Moor om de faculteit te berichten dat er bezwaar bestond om de ambtelijke vakken aan Aalders op te dragen, werd na enige discussie weer ingetrokken.82 Men besloot advies te vragen aan de senaat. Daar werd de brief behandeld in de vergadering van 19 november. Bij die gelegenheid merkte H. H. Kuyper op dat een hoogleraarschap in de ambtelijke vakken alleen niet die positie geeft die voor een hoogleraar nodig is. Dat zegt genoeg over de waardering voor de ambtelijke vakken. Met een aanbeveling van Woltjer kwam men tot een positief advies aan curatoren. ‘Ontvang mijn hartelijke zegenwenschen bij dezen nieuwen stap in de ook door mij zoozeer gewenschte richting’, zo schreef Van Gelderen aan Aalders in een brief van 22 november 1919.83 Curatoren behandelden de zaak op hun vergadering van 6 december. De Moor en voorzitter van curatoren S. de Vries Czn handhaafden hun bezwaren tegen de voorgestelde vakkencombinatie. Deze benoeming zou in het land geen goede indruk maken. Besloten werd bij directeuren na te gaan of de benoeming van twee hoogleraren tot de mogelijkheden behoorde. De Moor wees nog op de mogelijkheid te zijner tijd de ambtelijke vakken te verbinden met de ethiek. Van Gelderen – die een en ander had vernomen – nam daarop het initiatief tot een gesprek met De Vries.84 Hij hield deze voor dat Aalders op het gebied van de ambtelijke vakken niet zo weinig te betekenen had als men wel meende en hij herhaalde het argument dat een

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 144

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 145

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's