GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 272

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 272

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

h. m. kuitert en de uitbarsting

zijn bedoeling te verstaan.’20 Daarop deelde Van Veen hem mee dat hij zich genoodzaakt had gezien zijn bezwaren ter kennis van deputaten te brengen.21 Inderdaad had hij hen op de hoogte gebracht van de gevoerde correspondentie en hij had hen verzocht met Kuitert ‘zo te handelen, dat de schriftuurlijke leer gehandhaafd wordt in wat deze zegt en schrijft en onrust in onze kerken te voorkomen’. Kort daarna richtte de kerkenraad van Leeuwaren-West zich tot de faculteit.22 In zijn brief nam de kerkenraad afstand van het optreden van de Gereformeerde Verontrusten. Voorop ga het gesprek, aldus de kerkenraad, en mocht een broederlijke samenspreking niet tot overeenstemming leidden, dan ‘behoort men zich tot de kerkenraden van betrokkenen te wenden’. Van deze bezwaren waren de verontrusten in kennis gesteld, zo werd de faculteit meegedeeld.23 Maar de kerkenraad kon zich niet aan de indruk onttrekken dat voor de verontrusting wel enige reden was. Hij was er niet geheel van overtuigd dat ieder lid van de faculteit zich nog gebonden wist aan de Schrift als enige regel voor geloof en leven en aan de belijdenis. Mochten er ‘in de voortgang van het theologisch denken bezwaren rijzen tegen de kerkelijke belijdenis, dan staat ons inziens maar één weg open, namelijk die van het gravamen, opdat de kerken gezamenlijk in een vernieuwd en intensief luisteren naar de Heilige Schrift tot een voor Christus en zijn gemeente verantwoorde beslissing komen’. De kerkenraad verzocht de faculteit deze zaken ernstig te overwegen. Zo was de situatie toen deputaten op 5 mei 1967 weer vergaderden. De spanning was in enkele maanden tijds snel opgelopen. Daarbij was Kuitert de centrale figuur. Tijdens deze vergadering bracht Van Teylingen verslag uit van zijn onderhoud met Berkouwer. Deze, die veel vertrouwen had in Kuitert, had beloofd ‘stevig contact’ met ‘zijn ambtenaar’ te onderhouden. Verder had Berkouwer gewezen op een belangrijk motief van Kuitert, die wenste dat door de gereformeerde wetenschapsmensen een volstrekte eerlijkheid zou worden betracht. Van Teylingen zelf tenslotte hield de vergadering voor dat Kuitert zijns inziens wel eens te zeker was van de waarheid van nieuwe theorieën, maar er was geen kwestie van dat ‘de ware gezindheid en liefde’ bij hem ontbrak. ‘Een gesprek met hem wekt aan alle kanten vertrouwen’. In de kring van deputaten heersten verschillende meningen over

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 271

271

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 272

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's