125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 283

nieuw zicht op de evangeliën

282

le artikelen in het Gereformeerd Weekblad, waarin hij zich over het gebruik van de historisch-kritische methode uitsprak. In een eerste artikel wees hij erop dat zijn leermeester F. E. Daubanton aan A. Kuyper had voorgehouden dat het onjuist was A. Kuenen en J. J. P. Valeton jr over één kam te scheren. ‘Zou Daubanton na 88 jaar niet hetzelfde zeggen tot onze verontrusten van vandaag?’75 De boodschap lijkt te zijn dat niet iedereen die gebruik maakt van de historisch-kritische methode als een vrijzinnig theoloog beschouwd dient te worden. In een volgend artikel dreef hij enigszins de spot met de resultaten van de ‘historische kritiek’ zoals hij die in zijn Utrechtse studententijd had leren kennen. Ook betreurde hij het dat Baarda in de tweede druk van zijn boekje niet op de kritiek was ingegaan. Maar tevens keerde hij zich tegen hen die meenden dat de aanhangers van de historische kritiek uit de kerk moesten worden gezet. Daarvan wilde hij niets weten: ‘Ik heb geen moeite, na hem te hebben ontmoet, de heer Baarda uitnemender te achten dan mijzelf. Naar de Johanneïsche maatstaf hoort hij in Christus’ kerk. En na de mislukking van vroegere leertucht, moeten wij ons beperken tot waar het op aankomt: de belijdenis van Christus als de Zoon van de levende God.’76 Overigens werd het cahier van Baarda niet alleen maar kritisch ontvangen. Een verzameling recensies wekt de indruk dat er nog al wat predikanten in de Gereformeerde Kerken waren bij wie dit boekje zeer welkom was.77 In die verzameling valt op dat het met name de gereformeerde ‘pausen’ (Ridderbos, Nauta en P. G.Kunst in de Amsterdamse Kerkbode) zijn geweest die, naast de scribenten van Waarheid en Eenheid, de toon hebben gezet.

gesprekken tussen kerk en faculteit Samenvattend kan gesteld worden dat er tussen september 1966 en september 1967 verscheidene klachten tegen Kuitert waren binnen gekomen. Inmiddels was ook duidelijk geworden dat de faculteit Kuitert steunde en hem als hoogleraar wenste. Om die reden had een van de deputaten afgezien van een herbenoeming. Verder had de publicatie van Baarda stevige kritiek van Ridderbos en Nauta ontvangen en was bij deputaten en curatoren een kritische brief over zijn boekje bin-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 282

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen