GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 91

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 91

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

waar het om ging

90

omdat men in de door het piëtisme beïnvloede afscheidingstheologie weinig van de speculatieve veronderstelling der wedergeboorte wilde weten. Waar bij Kuyper en zijn geestverwanten een zekere zorgeloosheid omtrent het eeuwig heil dreigde, dreigde onder de afgescheidenen een te grote nadruk op het zelfonderzoek naar de staat des geloofs. Ben ik wel of ben ik niet uitverkoren? Deze verschillende benadering had verscheidene implicaties, die we voor een deel reeds bij de typeringen van Augustijn en Van den Berg tegenkwamen. Onder meer valt te denken aan de prediking. Vanouds wordt onderscheid gemaakt tussen onderwerpelijke (subjectieve) en voorwerpelijke (objectieve) prediking. Bij de onderwerpelijke prediking gaat de prediker ervan uit dat de toehoorders nog niet bekeerd zijn, bij de voorwerpelijke gaat het om een schildering van de heilshistorie, om de objectieve belofte Gods waarop het geloof zich verlaat. Bij de onderwerpelijke prediking hoort de oproep tot zelfonderzoek die bij de voorwerpelijke prediking geheel niet aan de orde is. In later jaren maakte men daarbij nog een onderscheid tussen zelfonderzoek en zelfbeproeving. Bij het zelfonderzoek gaat het om de vraag naar onze staat voor God: zijn wij kinderen Gods of zijn we het niet? Bij de zelfbeproeving gaat het om de vraag of wij als kinderen van God leven. Onze stand als gelovige is dus in het geding. Om het kernachtig uit te drukken: bij de dolerenden moest er heel wat gebeuren voordat je niet aan het avondmaal ging, bij de afgescheidenen heel wat voordat een mens wel aan het avondmaal ging. Deze theologische verschillen wortelden zoals gezegd in een verschillend beleven en leidden tot een verschillend kerkelijk leven. De gereformeerde wereld had dan ook naar buiten toe twee gezichten: het ene triomfalistisch, gearriveerd, heel de wereld voor Christus; het andere meer naar binnen gekeerd, gericht op de God en de ziel, op het eeuwig welbehagen. Het is mijns inziens dit existentiële, overigens ideaaltypische verschil tussen dolerenden en afgescheidenen dat ten grondslag lag aan de problemen rond de opleiding. Bavinck en H. H. Kuyper hebben hun best gedaan de cultuurverschillen naar elkaar toe te buigen, onder meer door over de hierboven geschetste problematiek de kerken voor te lichten. In de jaren 1901 en 1902 publiceerde Bavinck een veertigtal artikelen waarin hij bepleitte de prediking van het genadeverbond én de oproep tot zelfonderzoek een plaats te geven in de prediking. In 1903

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 90

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 91

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's