125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 323
de herstructurering van de studie
322
In deze studie-opzet kwam in 1971 verandering, mede als gevolg van allerlei ontwikkelingen buiten de theologische faculteit. In 1968 verscheen er een advies aan de regering, De universiteit, doelstellingen, functies, structuren, bekend geworden als de Nota Posthumus. Daarin werd voorgesteld de propedeuse overal in te voeren als een oriënterende fase die één jaar zou omvatten. De eigenlijke studie zou drie jaar moeten duren en uitlopen op een doctoraal examen. In de fase die volgde op het doctoraal examen bestond dan voor sommigen de mogelijkheid te promoveren. Mede om die reden moest er in de eerste fase reeds sprake zijn van specialisatie.34 De eerste vergadering van de faculteit hierover vond plaats op 17 februari 1969, daarna volgde onder meer overleg met Kampen en in september 1969 werd na een breedvoerig overleg een voorlopige stand van zaken geformuleerd. De faculteit stond wel achter een herstructurering, maar week op essentiële punten af van de Nota Posthumus.35 Een belangrijke reden om tot herstructurering van de studie te komen was de onbillijkheid dat theologische studenten na zes jaar nog slechts hun kandidaatsexamen hadden, terwijl studenten in andere studierichtingen in die tijd hun doctoraal examen konden behalen. Daarbij kwam dat er in toenemende mate behoefte bestond aan differentiatie binnen de doctoraalfase omdat niet iedere student meer predikant werd. Een laatste reden was de behoefte om de studie beter af te stemmen op de toekomstige arbeid. Overigens wilde de faculteit van een verkorting van de studie niet weten. Zij bleef opteren voor een zesjarige studie. Over de invulling van de propedeuse was men het eens: deze fase diende om de studenten het noodzakelijke instrumentarium aan te bieden (onder meer kennis van het Hebreeuws) én als oriëntatie-fase. Mede daarom achtte men het van belang de propedeuse onder te brengen in de theologische faculteit. In afwijking van de Nota Posthumus wilde men de kandidaatsfase, die voor allen gelijk moest zijn, handhaven, om pas in de doctoraalfase tot een specialisatie te komen. Discussie was er over de vraag of deze fase vooral diende ter voorbereiding op een maatschappelijke functie of ter verdieping van de studie. In het voorjaar van 1970 werden al enkele besluiten genomen ten aanzien van de propedeuse, in afwachting van de totale herstructurering van de studie. Deze kwam geheel aan de theologische faculteit
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 322
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
![125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 323](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/historische-reeks/125-jaar-faculteit-der-godgeleerdheid-aan-de-vrije-universiteit/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's