125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 456

noten hoofdstuk 6 57. Bouma, ‘Verslag Vereeniging van Predikanten’, gtt 37 (1936), 428. 58. Harinck, De Reformatie, 331-332. 59. Bouma, ‘Verslag Vereeniging van Predikanten’, gtt 37 (1936), 435. 60. Bouma, ‘Verslag Vereeniging van Predikanten’, gtt 37 (1936), 435. In De Heraut kwam hij hierop uitvoerig terug, zie De Heraut, 26 april, 3 en 10 mei 1936. 61. Bouma, ‘Verslag Vereeniging van Predikanten’, gtt 37 (1936), 438. 62. Bouma, ‘Verslag Vereeniging van Predikanten’, gtt 37 (1936), 440. 63. W. H. den Houting jr, De erkenning van den Doop, buiten eigen Kerkverband bediend (Kampen 1936). Besproken in gtt 38 (1937) 95-96. 64. H. H. Kuyper, De katholiciteit der Gereformeerde Kerken (Kampen 1937) 6. 65. Kuyper, De katholiciteit, 29. 66. Harinck, De Reformatie, 278-286. Informatie over deze faculteit in De Vries, Calvinisten op de tweesprong, 47 (noot 53). 67. Archief curatoren, Ingekomen stukken, 20 mei 1935, van Harderwijk aan curatoren (no 73). 68. Zie voor het volgende De Vries, Calvinisten op de tweesprong, 294-303. In noot 263 is een deel van de brief afgedrukt. 69. Stellingwerff, De vu na Kuyper, 210-211. 70. Archief curatoren, Notulen, 18 april 1936. Zie over deze ontwikkelingen de studies van Stellingwerff, Vollenhoven, Verburg, Dooyeweerd, en Harinck, De Reformatie. 71. Zie over deze latere Kamper hoogleraar B. J. Aalbers, Andries D. R. Polman. Met hart en ziel dienaar van het Woord (Kampen 2003). 72. Zie behalve eerder genoemde literatuur ook Harinck, De Reformatie, 318334. 73. Deel I had als titel: Diagnose (Kampen 1936). Er zouden in totaal vier delen verschijnen. 74. Harinck, De Reformatie, 334. 75. Berkouwer, Zoeken en vinden, 89. 76. Hepp was emeritus van de kerk van Watergraafsmeer, de kerk waarvan Berkouwer predikant was. Om die reden werd deze kerk bij de tuchtzaak tegen Hepp in Amsterdam-Zuid (waar Hepp woonde) betrokken. In verband met zijn huwelijksproblemen werd Hepp enige tijd geweerd van het avondmaal. Een en ander speelde in 1934 en 1935. Eerder al waren de collegae op de hoogte. In een brief van 22 augustus 1930 schreef Kuyper aan Grosheide over deze problemen en sprak hij over een ‘dreigende catastrophe’. Zie hdc, Archief Grosheide, van H. H. Kuyper aan Grosheide. 77. Gesprek met G. P. Hartvelt op 7 april 2004. Hij kwam in 1940 aan. 78. Archief directeuren, Notulen, 20 april 1940.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 455

455

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen