GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 198

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 198

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

theologen in oorlogstijd

Het gerucht over de voornemens van de Duitsers lekte uit en verspreidde zich razend snel.39 De volgende dag, 10 december, besloot het bestuur van het studentencorps daarom de sociëteit nog diezelfde avond te sluiten.40 Waterink, erelid van het corps, sprak die avond de verzamelde studenten toe op een wijze die ongetwijfeld als indrukwekkend, vertroostend en bemoedigend is ervaren.41 Zo hield hij hun onder meer voor: 197 Mijne vrienden, wij weten niet, waar wij elkaar weer zullen zien. Laat ons naar huis gaan en wat dan? Ik zie de toekomst soms donker in. God alleen weet, wie van jullie weggevoerd zal worden naar het land van den vijand. Misschien zijn er onder jullie, wier leven naar Gods bestel zal moeten eindigen door een bom, in een der warme, zwarte fabrieken van Duitschland, misschien zijn er wier leven eindigen zal door een kogel op de koude, witte sneeuw-velden van Rusland. Wij weten het niet. Maar één ding weten wij wel. God blijft getrouw en wij zullen nooit verloochenen Zijn Naam.

Dat laatste betekende voor hem: niet toegeven aan de vijand. ‘Weet, dat adeldom verplicht en draag hoog den adeldom van Uw Nederlanderschap en Uw Calvinist zijn.’ Waterink heeft zelf geheel en al gehandeld naar de woorden die hij de studenten op de avond van 10 december voorhield. Zijn rol tijdens de oorlog is op geen enkele wijze met die van zijn collega’s is te vergelijken, aldus Zondergeld in zijn aan Waterink gewijde hoofdstuk.42 Als vele anderen heeft Waterink na de inval enige tijd geaarzeld en een min of meer afwachtende houding aangenomen. Maar vanaf augustus 1940 keerde hij zich in zijn Calvinistisch Weekblad krachtig tegen de nsb en tegen alle pogingen van de bezetters fundamentele veranderingen door te voeren in het bezette Nederland. Het bleef echter niet bij woorden. Naarmate de repressie toenam, nam ook het aantal activiteiten van Waterink toe. Daarbij wist hij een zekere vertrouwensrelatie op te bouwen met Hans C. Blumenthal, commandant van de sd in Amsterdam. Hij maakte gebruik van het gezag dat hij als hoogleraar bij sommige Duitse instanties had en schuwde ook de omkoping niet om iets voor zijn landgenoten te kunnen doen. Hij was nauw betrokken bij het verbergen van joodse kinderen in zijn Paedologisch Instituut en bemiddelde vaak bij arrestaties. Tevens trad hij geregeld op als getuige-deskundige. Daarbij beperkte hij zich niet tot hulp aan

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 197

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 198

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's