GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 140

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 140

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

opbouw van het onderzoek in nederland

derland in die periode weer enigszins van de grond.27 Toch moest anno 1957 nog worden geconstateerd: ‘Ten gevolge van allerlei omstandigheden gaat de grotere versnellingsapparatuur, waarover fysische laboratoria op dit moment beschikken, niet uit boven de stand van de techniek in 1939.’28 Er zou dan ook nog meer moeten gebeuren om de Nederlandse natuurkunde op te stuwen in de vaart der volken. Eind jaren vijftig boog een aantal commissies zich over deze kwestie, hetgeen resulteerde in ambitieuze plannen, die aan het eind van dit hoofdstuk aan bod zullen komen.

benoemingen bij natuurkunde aan de vu Het natuurkundig laboratorium van de vu was na de oorlog in zekere zin weer terug bij af: geen apparatuur, slechts één hoogleraar en weinig financiële middelen. In de vooroorlogse periode waren naast de vier hoogleraren die in 1930 aantraden, wel lectoren voor wiskunde en scheikunde benoemd, maar nog niet voor natuurkunde. Meteen na de oorlog zette de wis- en natuurkundige faculteit haar wensen uiteen in een memorandum, dat aan curatoren werd toegestuurd.29 Daarin werd benadrukt dat voor de natuurkunde nog steeds als ideaal gold ‘op zijn minst twee hoogleraren, te weten een voor de experimentele natuurkunde en een voor de theoretische natuurkunde, benevens een lector’.30 Aangezien op dat moment – naast Sizoo – ook de wiskundige Haantjes colleges voor fysici gaf, was de opleiding voor experimentele fysici toch ‘bevredigend verzorgd’. Voor de opleiding van theoretische fysici moest echter nog steeds de hulp worden ingeroepen van hoogleraren van andere universiteiten. ‘Hoewel deze hulp tot nu toe steeds met de meeste bereidwilligheid werd verleend, zou het ongetwijfeld toch verkiezelijker zijn, zoowel met het oog op het onderwijs [...] als met het oog op de wetenschappelijke standing van de faculteit, indien de faculteit zelf een theoreticus bezat.’ Aangezien een dergelijk persoon in eigen kring volgens Sizoo niet voorhanden was, moest er voorlopig aan een andere oplossing worden gedacht: ‘onder de theoretische physici, die de beginselen der Universiteit zijn toegedaan, [is er] meer dan een, die waarschijnlijk voor een lectoraat, eventueel gecombineerd met een conservatorschap in aanmerking zou komen’. Door een dergelijke benoeming zou Sizoo in ieder geval een deel van

139

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 140

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's