GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 12

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Toen de Vrije Universiteit op 20 oktober 1880 haar deuren opende, telde zij vijf hoogleraren en drie studenten. De directeuren van de ‘Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag’ hadden de theoloog en politicus A. Kuyper en de predikanten F. L. Rutgers en Ph.J. Hoedemaker als hoogleraar benoemd met het oog op de te institueren Faculteit der Godgeleerdheid.1 De Duitse predikant F. W. J. Dilloo was benoemd aan de toekomstige literaire faculteit voor het noodzakelijk onderwijs in de Semitische letteren en voor de uitleg van het Oude Testament, de jurist D. P. D. Fabius bezette de ene leerstoel aan de te vormen Faculteit der Rechtsgeleerdheid.2 De overheersende positie van de godgeleerdheid in het geheel van de universiteit blijkt ook uit het feit dat de eerste studenten allen ingeschreven waren aan de theologische faculteit.3 Hoe vreemd wellicht op het eerste gezicht dit overwicht der godgeleerden mag lijken, bij nader inzien kan dat geen verwondering wekken. Want de belangrijkste reden om te komen tot de stichting van de Vrije Universiteit was de situatie in kerkelijk en theologisch Nederland. Deze werd namelijk vanaf 1840 in toenemende mate gekenmerkt door een liberale theologie.4 Daartoe werd door orthodoxe gelovigen allereerst de zogenaamde Groninger theologie gerekend, die haar theologische bloeitijd kende tussen 1830 en 1860 en die tussen 1860 en 1890 in sterke mate het kerkelijk leven bepaalde.5 Veel van wat de orthodoxie dierbaar was, werd door de aanhangers van deze theologie geloochend. Daarnaast kwam vanaf 1850 de zogenaamde moderne theologie op, wier afstand tot de orthodoxie nog veel groter was dan die van de Groningers.6 Het waren revolutionaire jaren, die in de gemeenten voor grote beroering zorgden. ‘Het adres van de zeven Haagse Heren’ bijvoorbeeld, waarin orthodoxe broeders bezwaar maakten tegen de Groninger theologie, bracht in 1842 vele pennen in beweging. Een tiental jaren later liepen velen te hoop toen de moderne J. C. Zaalberg te Den Haag werd beroepen en de Groninger L. S. P.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 11

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's