GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 214

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 214

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ingrijpende veranderingen

ces dat al merkbaar was sedert de Tweede Wereldoorlog. Dat althans moet de conclusie zijn naar aanleiding van de onderzoeksresultaten zoals die boven werden weergegeven. Ook voor de kerken begon na de oorlog een periode van wederopbouw.8 Het was alsof de Nederlandse Hervormde Kerk eindelijk hersteld was van de lethargie die de Doleantie voor haar tot gevolg had gehad. Een nieuw elan had zich tijdens de oorlog van de kerk meester gemaakt, en dat zette na 1945 door. Uitdrukking daarvan was de nieuwe kerkorde die in 1951 in werking trad. Voor velen in gereformeerde kring had deze ontwikkeling iets aantrekkelijks. De gereformeerden waren immers niet ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog te voorschijn gekomen. De arp was haar vooroorlogse machtspositie kwijtgeraakt, de kerken worstelden met de nasleep van de Vrijmaking en werden bovendien voor het eerst geconfronteerd met ledenverlies. Post meent dat de Gereformeerde Kerken gedesillusioneerd en gedesoriënteerd de periode na de Tweede Wereldoorlog ingingen. Dekker spreekt over een streven naar restauratie.9 De eerste jaren na de oorlog werden in ieder geval gekenmerkt door een voortdurende poging de breuk uit het recente verleden te helen.10 Het kwam zelfs tot een zogenaamde ‘vervangingsformule’, die de uitspraken van 1944 aanvaardbaar moest maken voor de vrijgemaakten. Het effect was echter nihil. In 1959 besloot de synode deze formule in te trekken en de geschorste ambtsdragers weer in volle rechten te erkennen. Ook dit was niet genoeg om de scheuring ongedaan te kunnen maken. De Gereformeerde Kerken ‘werden opgeroepen zich te bekeren in de twistzaak die de Here nog altijd met ze had’.11 In 1967 kwam het uiteindelijk tot een schuldbelijdenis. Zo probeerden de Gereformeerde Kerken in het reine te komen met hun recente verleden. Voor de vrijgemaakten ging ook dat niet ver genoeg en de verhouding tot hen zou nooit meer goed komen. Deze jaren van restauratie waren ook jaren van heroriëntatie. Daarbij was een duidelijke rol weggelegd voor de jongeren met hun sterke behoefte om tot vernieuwing van het kerkelijk leven te komen.12 In 1947 kwam het tot de oprichting van een Werkgemeenschap van Gereformeerde Jongeren, die als doel had bij te dragen aan de vernieuwing van de kerken en daardoor aan de uitstraling van het evangelie in de wereld. Deze jongeren waren het die de ‘gezapige rust’ van de jaren

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 213

213

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 214

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's