GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 146

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 146

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

nieuwe benoemingen

hoogleraar alleen voor de ambtelijke vakken niet ‘voldoende positie’ schonk. Tenslotte memoreerde hij ook dat er geen geschikte kandidaat was voor de ambtelijke vakken. Men had gedacht aan Hoekstra van Kampen, maar vanwege de te verwachten onrust bij de ‘Wachtermenschen’ had de faculteit daarvan afgezien. Bovendien zou Geesink de filosofie vast niet willen afstaan.85 Een en ander was niet afdoende om De Vries te overtuigen. Zelfs in ‘een tijdelijke vervulling der ambtelijke vakken door dr Aalders meent hij niet te kunnen toestemmen’, zo merkte Van Gelderen over het resultaat van zijn gesprek op. Aan het einde van het gesprek kwam ook de houding van De Moor ter sprake. Van Gelderen noteerde dat hij sterk het vermoeden had dat De Moor tegen een benoeming van Aalders was omdat deze zelf ‘de professuur’ ambieerde. Dat had hij niet alleen van derden, maar De Moor had hem bezocht om hem te overtuigen van de juistheid van de bezwaren tegen een benoeming van Aalders. Toen dan De Vries hem vroeg of De Moor knap was, had hij geantwoord dat deze een ‘praktisch zeer bekwaam man was’. Van ‘wetenschappelijke begaafdheid tot het zelfstandig omwoelen der grondslagen doet hij niets blijken.’ Hij hield zich te veel met de praktijk bezig. Op 10 Januari 1920 vergaderden curatoren opnieuw. Van Schelven moest mededelen dat directeuren geen geld hadden om twee hoogleraren te benoemen.86 De Moor merkte op dat hem geen vacature Oude Testament bekend was en herhaalde bovendien dat de voorgestelde combinatie van vakken op bezwaren zou stuiten. Curator De Vries had echter een gesprek gehad met ouderling dr. J. G. Scheurer te Ermelo (waar Aalders predikant was) en was over zijn aanvankelijke bezwaren heengestapt.87 Van Schelven en dr. D. Schermers meenden dat de voorziening voor Oude Testament van het meeste belang was (meer dan de voorziening in de ambtelijke vakken) en zagen geen gevaar in de combinatie. Zo kwam het tot een positief advies aan directeuren.88 Directeuren vroegen per brief van 13 januari 1920 om instemming van deputaten.89 Dezen vonden geen reden hun goedkeuring te onthouden aan de benoeming van Aalders voor de vacature Oude Testament, maar konden voor het overige alleen akkoord gaan indien de benoeming voor de ambtelijke vakken van tijdelijke aard was.90 Over dit laatste wordt echter nergens meer gesproken en met Aalders als hoogleraar voor de ambtelijke vakken zouden deputaten nog een en ander te stellen krijgen.91 Anderzijds waren deputaten ongetwijfeld de

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 145

145

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 146

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's