GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 296

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 296

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de kwestie-wiersinga

haas Hzn om een privaatdocentschap aan de theologische faculteit en stond de faculteit voor de moeilijke opgave een geschikte opvolger voor Berkouwer te vinden. Kuitert en later ook Baarda kwamen onder vuur te liggen. Het waren jaren van polarisatie, velen hielden hun hart vast. Betrekkelijk onverwacht begon de houding in de kerken ten aanzien van de theologische vragen en ten aanzien van de Faculteit der Godgeleerdheid in het bijzonder te veranderen. Het waren deputaten voor het verband die in hun rapport aan de Synode van Maastricht (1975/1976) de kerken opriepen een andere richting in te slaan. Deze synode eindigde met veel meer ruimte voor verschil van inzicht dan de Synode van Sneek had durven bieden. Wel werd over de theologische opvattingen van Wiersinga een synodaal oordeel uitgesproken en lagen Kuitert en Baarda nog steeds onder vuur, maar in feite was dit deputatenrapport het begin van het einde van een moeizame periode. In de beschrijving hiervan zal ik me concentreren op de kwestie-Wiersinga voorzover die de faculteit raakte en op de vragen rond het schriftgezag zoals die tot uitdrukking kwamen in de bezwaarschriften tegen Baarda. Aan de voortdurende gesprekken tussen de synode en Kuitert ga ik voorbij.

de kwestie-wiersinga Op 15 januari 1971 promoveerde de Amsterdamse studentenpredikant Herman Wiersinga op een studie over de verzoening.4 Daarin nam hij afstand van de opvatting over de satisfactie zoals deze in het spoor van Anselmus een plaats had gekregen in de drie Formulieren van Enigheid en die derhalve ook de vigerende opvatting in de Gereformeerde Kerken was. Hij meende op bijbelse gronden te kunnen aantonen dat het in de verzoening niet ging om het stillen van de toorn Gods, maar om een subjectief gebeuren. De moord op Christus brengt een schokeffect te weeg: mensen worden geconfronteerd met het bloed dat aan hun handen kleeft. Daardoor komen zij tot berouw en bekering, en door deze bekering komt het tot verzoening tussen God en mens. N. H. Ridderbos, dat jaar decaan, was pijnlijk getroffen door de dissertatie van Wiersinga en riep zijn collegae tijdens het kerstreces voor overleg bij elkaar. Het was echter moeilijk Berkouwer, Wiersinga’s

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 295

295

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 296

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's