GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 196

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 196

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

theologen in oorlogstijd

theologen in oorlogstijd Van de groeiende internationale spanning vóór mei 1940 is in de notulen van de verschillende vu-instanties weinig terug te vinden. Ook na de Duitse inval is het alsof het leven al snel weer zijn gewone gang hernam. Vanaf 17 mei werden de colleges hervat en werd er vergaderd als altijd. Dat er ondertussen veel meer over de situatie in het bezette Nederland werd gesproken dan daarvan werd opgeschreven, spreekt haast vanzelf. Maar dat neemt niet weg dat het ‘gewone’ universitaire leven spoedig weer werd voortgezet. G. P. Hartvelt, die in 1940 met zijn studie aan de theologische faculteit begon, kan zich niet herinneren dat er tijdens de colleges over de oorlog werd gesproken. ‘De vu in de eerste jaren na de Duitse inval heb ik niet ervaren als een leerschool in verzet’. Toen aan Rutgers eens gevraagd werd of verzet gelegitimeerd was, antwoordde deze volgens Hartvelt: ‘Jullie zijn hier om te studeren’.27 In dit opzicht verschilde de universiteit niet van de overige sectoren van de Nederlandse samenleving. Het beleid was in eerste instantie gericht op aanpassing en overleving. Op een bepaalde manier was de Vrije Universiteit daarbij zelfs bevoorrecht: als ‘vrije’ universiteit was de distantie tussen de vu en de overheid groter dan bij de andere universiteiten. Als protestantse universiteit kende de vu bovendien geen joodse hoogleraren.28 Vooralsnog leek de bezetting weinig gevolgen te hebben voor vu, maar daarin zou spoedig verandering komen. Op 17 mei 1940 stelde rector A. Sizoo de vraag naar zijn opvolging aan de orde. Officieel was Nauta aan de beurt, maar deze vroeg ontheffing gezien zijn geringe ervaring en de bijzondere omstandigheden.29 Op voorstel van Grosheide werd mr. V. H. Rutgers, de zoon van F. L. Rutgers, aangewezen als rector. J. H. Bavinck wilde met het oog op de ‘bestaande omstandigheden’ het abactiaat niet op zich nemen. In zijn plaats werd mr. J. Oranje benoemd, die nog maar enkele maanden tevoren zijn inaugurele oratie had gehouden.30 De vu kreeg met Rutgers en Oranje twee bestuurders die in woord en daad op stimulerende wijze leiding hebben gegeven aan het verzet tegen de Duitse bezetters. Zo heeft de vu zich onder meer verzet tegen pogingen van secretaris-generaal J. van Dam31 om invloed te verkrijgen op het benoemingsbeleid.32 En het was ook onder hun leiding

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 195

195

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 196

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's