125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 174

weerwerk

Maar dat het hier over ging, blijkt wel uit een boze brief van curator K. Dijk, waarin deze, naast andere bezwaren tegen de vu, ook wees op de houding van de faculteit, die hij typeerde als een ‘onwil om door de benoeming van een jonge frissche kracht mee te werken aan een betere practische vorming’ van de studenten.30 Jaar 1930 1931 1932 1933 1934 1935 1936 1937 1938 1939 1940

FdG 285 283 279 288 304 293 287 252 248 241 236

Kampen 165 156 140 124 116 112 108 110 113 110 103

Overigens heeft de aantrekkingskracht onder de studenten daar niet onder geleden. De groei van het aantal studenten zette in de jaren twintig gestaag door en pas halverwege de jaren dertig liep het aantal studenten terug. In Kampen was de terugloop al eerder zichtbaar. Bovendien was deze relatief veel groter dan aan de vu. Ook de komst van Schilder heeft daarin geen verandering kunnen brengen. Het is moeilijk hiervoor een verklaring te vinden. Blijkbaar leefde er onder de jongeren ook weerstanden tegen hem. Verder heeft het status-verschil tussen de vu en Kampen wellicht een rol gespeeld. Vanouds werd er vanuit de vu-wereld neergekeken op Kampen.31 En tenslotte kan gedacht worden aan het feit dat de koers van de faculteit nog steeds veel vertrouwen genoot bij de achterban, meer dan de koers van de altijd wat ‘rebelse’ Schilder .

Kuyper emeritus? In dezelfde tijd als de vraag naar de vijfde hoogleraar speelde ook de opvolging van H. H. Kuyper. Deze had in het voorjaar van 1933 zijn

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 173

173

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen