GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 48

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 48

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

de opzet van de studie

vervolgens naar de vu te komen.68 Houtzagers had dit advies na veel aarzeling opgevolgd. Toen hij tijdens het eerste college bemerkte dat twee andere studenten uit Utrecht zonder propedeuse toegang hadden verkregen tot de vu, was hij daarover gepikeerd.69 Uit een brief aan Kuyper blijkt dat Houtzagers zich bovendien druk maakte over het feit dat Kuyper hun beloofd had dat ze zich na hun opleiding aan de vu terstond beroepbaar zouden kunnen stellen. Dat betekende naar het oordeel van Houtzagers een scheuring.70 Zover wilde hij zelf op dat moment niet gaan. In eerste instantie had hij daarom de neiging de vu te verlaten, om na de kerstvakantie ‘na veel innerlijke strijd’ toch weer terug te keren.71 De kwestie maakte duidelijk dat de vu zich moest buigen over een reglement op de examina.72 Dat was waar Fabius op aandrong. En inderdaad werd op voorstel van Kuyper een commissie benoemd die zich over drie vragen moest buigen: 1. Moet de vu een propedeuse inrichten? 2. Welke eisen moeten worden gesteld aan de examina? 3. Hoe zal de dispensatie geschieden? Kuyper en Rutgers werd gevraagd in deze commissie zitting te nemen. De zaak kwam 2 juni 1881 aan de orde in de vorm van een voorstel, waarvan de letterlijke tekst helaas niet bewaard is gebleven. Uit de reacties valt op te maken dat dit voorstel bedoelde ook leerlingen met een overgangsbewijs van vijf naar zes gymnasium toe te laten. Hoedemaker leidde daaruit af dat Kuyper en Rutgers geen al te grote blokkades wilden opwerpen en reageerde teleurgesteld. Rutgers repliceerde dat de openbare gymnasia een leerplan hadden waarin de propedeuse was opgenomen. Een propedeuse die Kuyper en Rutgers bij de universiteit wilden trekken. Met andere woorden: wat er aan niveau verloren zou gaan door de toelatingseisen te verlagen, werd teruggewonnen door de propedeuse in te voeren. Verder meende Rutgers dat de vu toch een heel eigen spoor zou moeten trekken gezien het feit dat het kandidaatsexamen geheel anders zou zijn dan aan de rijksuniversiteiten. Hoedemaker echter – en daar wrong de schoen – meende dat de vu de studieopzet zo moest regelen dat er zolang mogelijk een gelijk spoor met de rijksuniversiteiten gevolgd werd. Hoe groter de verschillen, zo interpreteer ik zijn bezwaren, hoe moeilijker het voor studenten van de vu werd om hervormd predikant te worden. Rutgers keek daar anders tegenaan. De vu moest vertrouwen op zijn beginsel. ‘Achten wij op zichzelve den weg dien wij volgen beter, dan zal dit ook al-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 47

47

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 48

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's