GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 45

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de vu en de natuurwetenschappen in de jaren 1880-1927

44

hypothesen zich niet uitlaat en ons daarover niets leert, zoodat ik dus ook geen verband zie tusschen natuurkunde en gereformeerde beginselen’. In het tweede deel van zijn verhaal verdedigde hij echter de stelling dat ‘niet zozeer de natuurkunde als wel de natuurphilosophie verband heeft met de gereformeerde beginselen’.79 Uitwerking daarvan vroeg nog veel studie; het soort thema’s dat aan de orde moest komen lag in het verlengde van onderwerpen als ‘het wezen der materie’, waarvoor hij verwees naar het betoog van Woltjer sr. of ‘de betekenis van het begrip natuurwet’, waarover hijzelf had gesproken op de wetenschappelijke samenkomst van de vu van 2 juli 1925.80 Dat deze visie enigszins afweek van de visie die in de jaren twintig door leidinggevende vu-theologen werd voorgestaan, zal uit wat volgt blijken.

de kwestie-geelkerken Op de jaarvergadering van 1927 werd – naast het uitbreidingsplan – nog een ander belangrijk punt besproken, dat werd omschreven als ‘de toestand der Vereeniging in verband met de kerkelijke moeilijkheden’, ofwel: de onrust die was ontstaan bij de achterban voortkomend uit ‘de uitspraak van de Generale Synode der Gereformeerde Kerken te Assen en de houding daartegenover aangenomen door een viertal docenten’.81 Wie geen vreemdeling was in de gereformeerde wereld, wist waarop werd gedoeld. In de Gereformeerde Kerken werd in de jaren twintig een discussie gevoerd over de interpretatie van het paradijsverhaal uit Genesis 2-3, waarmee verband hield de meer algemene vraag naar de aard van het Schriftgezag. Aanleiding hiervoor waren de opvattingen van de Amsterdamse predikant dr. J. G. Geelkerken, die in een preek de letterlijke lezing van het verhaal over de zondeval in twijfel zou hebben getrokken. Een gemeentelid tekende bezwaar aan tegen Geelkerkens opvatting en de gereformeerde synode, die in 1926 bijeenkwam te Assen, kwam uiteindelijk tot een veroordeling van zijn visie. De synode vroeg Geelkerken te onderschrijven ‘dat beide paradijsbomen en de slang en haar spreken naar de klaarblijkelijke bedoeling van het Schriftverhaal in eigenlijke of letterlijke zin zijn op te vatten en dus zintuiglijk waarneembare werkelijkheden waren’. Geelkerken,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's