GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 167

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 167

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

het geestelijk klimaat

een Faculteit der Godgeleerdheid die steeds meer in het nauw kwam. Ik begin echter met een schets van het geestelijk klimaat.

het geestelijk klimaat

166

Op 8 november 1942 hield J. H. Bavinck, die in 1939 buitengewoon hoogleraar zowel aan de vu als in Kampen was geworden, voor het Kamper studentencorps een toespraak over de toekomst van onze kerken, waarin hij uitvoerig inging op de kerkelijke situatie.2 Bavinck legde niet zo zeer de nadruk op de theologische kwesties die in het geding waren, maar op het geestelijk klimaat. Om dit klimaat te beschrijven, zocht hij bewoordingen uit een ander taalveld dan het theologische. Hij beschouwde het kerkelijk conflict niet vanuit de dogmatiek, maar vanuit de psychologie, het terrein waarop hij zich min of meer gespecialiseerd had.3 Daarom heeft deze analyse ten opzichte van vele andere iets verhelderends: we worden niet ingevoerd in de geheimenissen van de gereformeerde dogmatiek, we verhuizen niet van de ene naar de andere vergadering, maar we worden stapsgewijs langs enkele voor Bavinck typerende kenmerken van zijn tijd geleid, waarbij het venster naar buiten steeds geopend blijft. Het kerkelijk gebeuren staat niet op zichzelf, maar vertoont trekken die zich ook in de omringende wereld voordoen. Deze analyse van Bavinck brengt ons dicht bij de werkelijkheid waarin de faculteit leefde. Ik noem enkele belangrijke thema’s uit deze toespraak. Als eerste kenmerk van de jaren twintig en dertig noemde Bavinck de neiging tot absolutisme, zowel buiten als binnen de kerk.4 Wellicht heeft hij hier gedacht aan de theologie van Karl Barth, maar ongetwijfeld ook aan Schilder en aan Hepp. Deze laatste was een man van een ‘indrukwekkende stelligheid’, die geen aarzelingen kende en geen verontrustende problemen, en Schilder deed niet voor hem onder.5 Tegenover het relativisme van een vorige generatie ervoer Bavinck in deze nieuwe mentaliteit veel goeds. De kerk was zich weer bewust geworden van het absolute karakter van het evangelie. Hij zag echter ook een schaduwzijde. Dit absolutisme kende geen grenzen en openbaarde zich ook waar het niet terecht was. Er was soms te weinig bereidheid om naar elkaar te luisteren, ‘het rustig gesprek is hoe langer hoe moeilijker geworden’.6

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 166

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 167

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's