GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 126

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 126

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

crisis der cultuur

eeuwse burger had gemeend. Het was alles illusie. Harinck zegt hierover: ‘Niet voor niets geldt Pablo Picasso als één van de grootste kunstenaars van dit tijdperk. Hij schilderde vrouwenlichamen zoals ze nog nooit waren beschouwd, met huidskleuren die nog nooit waren gezien. En Hendrik Marsman schreef een gedicht over Amsterdam, dat geheimtaal lijkt. De zintuigen steigeren, want de vertrouwde orde van de werkelijkheid ontbreekt. Maar wat Picasso schilderde en Marsman schreef werd op een andere wijze toch herkend, in een nieuwe taal, via een andere beeldvorming, namelijk die van de moderne wereld’.3 De economische groei uitte zich ook in de wapenindustrie. Deze bloeide vanaf het begin van de eeuw als nooit te voren. Het liep uit op oorlog. Daarmee spatte het cultuuroptimisme van de laatste decennia als een zeepbel uiteen. De onzekere wereld bleek niet alleen niet kenbaar, hij bleek ook niet meer beheersbaar. Vooral aard en omvang van het geweld dat zich in die oorlog openbaarde waren een schok: zij gingen het voorstellingsvermogen te boven. De Eerste Wereldoorlog was in meer dan één opzicht een ‘grote oorlog’. De geschetste veranderingen riepen een gevoel op van stuurloosheid, van machteloosheid, men was geschokt tot op de fundamenten van het bestaan. Men zocht naar nieuwe vastheid. Deze onzekerheid, die heel het moderne leven rond 1914 kenmerkte, deed zich ook voelen in het gereformeerde leven. In gereformeerde kring zien we in deze jaren de neiging meer dan voorheen de nadruk te leggen op de geestelijke ervaring. Daarin verschilden de gereformeerden niet van anderen. ‘Buiten onze Kerken was deze belangstelling voor de innerlijke ervaringen aangegroeid tot een gevaarlijke macht, doch ook binnen onzen kring waren er betrekkelijk velen, die iets van de zuiging van deze gedachten ondergaan hadden.’4 Velen zochten naar een vastheid die niet afhankelijk was van theorieën, maar die ervaren kon worden. De behoefte daaraan vond in gereformeerde kring aansluiting bij een toenemende weerstand tegen Abraham Kuyper en zijn constructies en raakte aan oude lagen in het gereformeerde bewustzijn.5 Typerend is de strekking van de brochure die de vu-alumnus ds. J. C. Aalders (met een afgescheiden achtergrond) in 1916 het licht deed zien over de vraag: Veruitwendigen onze kerken?6 Deze vraag wilde hij bevestigend beantwoorden. Hij bespeurde een eenzijdige nadruk op het ‘objectief-verstandelijke’ in de

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 125

125

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 126

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's