125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 358

Bijlage 1. Over de geraadpleegde archieven

Het spreekt vanzelf dat bij dit onderzoek dankbaar gebruik is gemaakt van de archieven van de Vrije Universiteit. Dit dankbaar gebruik ging overigens niet zelden gebruik met enige verwondering over de staat waarin het archief zich bevindt. Toen ik mij vier jaar geleden op dit onderzoek oriënteerde, ontdekte ik dat het archief van de Faculteit der Godgeleerdheid niet bestond. Wat er was – en dat was niet veel – maakte (terecht) deel uit van het senaatsarchief. Met behulp van R. H. M. van Kinschot, medewerker bij Post- en Archiefzaken, en van enkele medewerkers aan de theologische faculteit, gelukte het veel andere belangrijke stukken op te sporen. Van Kinschot heeft daarvan een plaatsingslijst samengesteld. Daarin is sprake van genummerde dossiers. De grote lacune in dit archief wordt gevormd door de oorlogsjaren. Verder valt vast te stellen dat de theologische hoogleraren lang niet al hun voornemens en besluiten notuleerden. Ook veel brieven en afschriften van brieven ontbreken. Dat de deputaten voor de oefening van het verband een zeer compleet archief hebben nagelaten, is dan ook van groot belang geweest bij het reconstrueren van de geschiedenis van de faculteit.1 Mijn dank gaat uit naar C. J. de Kruyter en F. Rozemond, die mij bij de raadpleging van dit archief zeer behulpzaam zijn geweest. Niet geïnventariseerd, maar wel goed geordend en zeer compleet, is het archief van curatoren. Zij waren vanaf 1880 tot aan de grote bestuurlijke verandering van 1972 verantwoordelijk voor alle onderwijszaken. Ingewikkelder ligt het met het archief van directeuren, die verantwoordelijk waren voor het beheer van gebouwen en financiën. Tot aan het begin van de jaren zestig is dit goed toegankelijk, vanwege de overzichtelijke ordening en vanwege een aangelegd kaartsysteem dat de jaren 1880-1955 bestrijkt. Maar vanaf die tijd wordt het ingewikkelder. Allereerst werden ingekomen stukken gesplitst in stukken die ter vergadering werden afgehandeld en stukken die door de secretaris werden behandeld. En in de tweede plaats heeft het College van Bestuur, vanaf 1972 opvolger van zowel curatoren als directeuren, stukken uit het archief van directeuren gelicht en in dossiers ondergebracht. Waarschijnlijk als gevolg daarvan zijn niet alle benodigde stukken door mij gevonden. Van alle vu-archieven geldt dat er uit de latere jaren veel meer bewaard is dan uit de eerdere jaren. Niet dat er veel lacunes zijn, maar de universiteit

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 357

357

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen