125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 238

een veranderend klimaat

kouwer was een van de theologen die aanwezig was op dat congres.77 Van theologische zijde werd gereageerd door N. H. Ridderbos. Op een cruciaal moment in de geschiedenis van de Gereformeerde Kerken verscheen zijn studie Beschouwingen over Genesis 1, waarin hij zich uitsprak voor de zogenaamde kadertheorie.78 Het ‘zeven dagen schema’ van Genesis 1 moet als inkleding beschouwd worden; het biedt geen informatie over de volgorde der scheppingsdagen. Daarmee nam hij afstand van het realisme zoals dat van meet af aan de gereformeerde exegese had bepaald. Bovendien wees hij op verschillen tussen onze manier van geschiedschrijving en de manier waarop door de bijbelschrijvers soms met hun materiaal wordt omgegaan. En ten aanzien van de schepping merkte hij op dat wat daar geschied is, te groots is ‘dan dat het in gewone geschiedenisbeschrijving kan worden verhaald.’79 Daarmee werd een opening geboden die van meer belang is geweest dan alleen voor het gesprek tussen de theologen en de beoefenaren van de natuurwetenschappen.80 Overigens liet Ridderbos zich niet uit over Genesis 2 en 3. In die zin stond ‘Assen’ nog recht overeind. Geruchtmakend en baanbrekend was in 1956 het boek van Lever, Creatie en evolutie.81 Daarin keerde hij zich tegen de gedachte dat Genesis ons ‘wetenschappelijk exacte kennis’ omtrent het ontstaan van de mens zou aanbieden. Tegen de uitleg die achter ‘Assen’ stak, had hij dan ook grote bezwaren. De bijbel, aldus Lever, is Gods Woord voor het volle mensenleven en dus ook voor iedere tak van wetenschappen. Daarbij is zijn uitgangspunt dat de bijbel ons dingen over de werkelijkheid vertelt die geen enkele wetenschap ooit kan ontdekken. Het boek Genesis openbaart de hoofdmotieven van het ontstaan. Het doet dat in concrete vorm en niet in wetenschappelijke begripstaal. Berkouwer liet in zijn bespreking merken dat hij instemde met de gedachte dat de bijbel niet bedoeld is voor het verschaffen van natuurwetenschappelijke gegevens en feiten. En mochten er vragen rijzen, zo stelde Berkouwer, dan heeft Lever er recht op dat ze zo gesteld worden dat ze blijk geven van dezelfde ernst als waarmee dit boek geschreven is. Daarmee waren de natuurwetenschappers van de vu, anders dan in de jaren twintig, min of meer in de rug gedekt door de theologen. Of althans door de meest vooraanstaande theoloog van de faculteit. Tegelijkertijd wordt duidelijk dat Berkouwer innerlijk aanvaard had dat de theologie niet langer de koningin der wetenschappen was, die haar

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 237

237

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen