125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 254

de toelatingseisen

kweekschool hadden of van de hts dienden een aanvullend examen af te leggen.37 Of er nog overleg met Kampen heeft plaatsgevonden, heb ik niet kunnen achterhalen. Op 14 mei 1964 schreven directeuren aan deputaten dat het Reglement van de vu inmiddels gewijzigd was. ‘Wij veronderstellen, dat de aangebrachte wijziging in de geest van het besluit van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken is’.38 253 de opleiding tot leraar godsdienst voor het voortgezet hoger middelbaar onderwijs Tenslotte was er nog een derde formeel punt waarop de vu gelijke tred hield met de andere universiteiten. Want toen rond 1960 aan verschillende universiteiten gedacht werd over een doctoraal examen in de theologie dat in het bijzonder zou opleiden tot leraar godsdienst bij het middelbaar onderwijs, kwam de bezinning daarop ook aan de theologische faculteit op gang. Een en ander hing samen met de aanstaande invoering van de mammoetwet, die een volledige subsidiëring van dit onderwijs regelde. Het is waarschijnlijk Schippers geweest die deze zaak aan de orde heeft gesteld. Blijkbaar had hij iets van dergelijke plannen vernomen en in het najaar van 1960 had hij contact gezocht met de Groninger hoogleraar W. F. Dankbaar. Deze antwoordde hem met de toezending van een artikel uit Het Orgaan, het blad van de Bond van Nederlandse Predikanten. Daaruit blijkt dat de Groninger faculteit reeds een dergelijk doctoraalprogramma had samengesteld en dat Leiden inmiddels plannen in die richting had.39 Reden genoeg om ook zelf over een dergelijke opleiding na te denken. Op de faculteitsvergadering van 3 maart 1961 lag een nota van Waterink ter tafel waarin deze een schets gaf van de inhoud van een mogelijk programma.40 Besloten werd dat hij en Van den Berg een en ander zouden uitwerken. Enkele maanden later stelde de faculteit het examenprogramma vast.41 Behalve over capita selecta uit Oude en Nieuwe Testament en uit de ‘cultuurgeschiedenis van het christendom’ zou de student geëxamineerd moeten worden in apologetiek, psychologie (van de puberteit) en in de pedagogiek en didactiek van het godsdienstonderwijs. Op het examen diende hij bovendien testimonia te overleggen waaruit bleek dat hij colleges dogmengeschiedenis en ethiek had gelopen en dat hij stage had gelopen op een middelbare school.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 253

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen