125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 64

curiosum

curiosum Het behoorde tot de taak van de senaat toe te zien op de levenswandel van de studenten.140 In verband hiermee kwam het in 1884 tot een reglement op de tucht.141 Interessant is Artikel 6: ‘Strafbaar is in de Studenten met name: spotternij met het heilige; het niet eeren van wie in den kring der Universiteit boven hen gesteld zijn; het verwaarloozen van hunne studiën; het maken van schulden; dronkenschap, bezoeken van café chantants; en voorts alle gedraging, waardoor zij der Universiteit tot schande zouden zijn of op hunne medestudenten een verderfelijken invloed zouden oefenen’. Sancties waren berisping, schorsing voor bepaalde of onbepaalde tijd en relegatie, verwijdering van de universiteit. Enkele van de eerste studenten verlieten de universiteit omdat er op hun levenswandel een en ander viel aan te merken. Een van hen was N. Schouten.142 Door een vroegere hospita was namelijk gemeld dat Schouten bij haar thuis in het voorjaar van 1883 enkele dagen een andere man te logeren had gehad. Het lawaai dat beide heren ’s nachts veroorzaakt hadden, was van dien aard geweest dat zij hen er van verdacht zich te hebben overgegeven aan ‘sodomie’. Schouten had haar echter bij hoog en bij laag bezworen dat dit niet het geval was geweest en ze had hem geloofd. Kort daarna was Schouten verhuisd. Toen de vroegere hospita later had vernomen dat zijn nieuwe woning ontruimd was wegens ‘onnatuurlijke ontucht’, en ze bovendien vernomen had dat Schouten daar had samen gewoond met de haar bekende logé, had ze het nodig gevonden alsnog de universiteit te waarschuwen. De zaak kwam in november 1884 aan de orde op de senaatsvergadering. Dilloo en De Savornin Lohman werd gevraagd nader onderzoek in te stellen. Ze bezochten ettelijke malen de hospita en wendden zich tot de politie. Zo vernamen ze dat er sprake was geweest van geruchten over prostitutie van de hoofdbewoners (een moeder met twee dochters). Maar van ‘sodomie’, zo moesten Dilloo en Lohman concluderen, was niets gebleken. Ze waren tijdens hun onderzoek wel gestuit op het gerucht dat Schouten vroeger van het gymnasium te Zetten was verwijderd wegens homoseksuele handelingen met een medestudent. Van Lingen, die Dilloo daar persoonlijk over kwam inlichten, vertelde hen dat dit inderdaad het geval was geweest. Uit het Album Studiosorum van de vu blijkt dat Schouten daarna zijn studie in Heusden had voortgezet en bekroond had met een diploma van het

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 63

63

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen