GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 70

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 70

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

het laboratorium

het laboratorium Al vóór de benoeming van de hoogleraren was er door directeuren uitvoerig gesproken over de bouw van een of meerdere laboratoria en mogelijke architecten.82 Op 15 februari 1930 werd uiteindelijk de architect B. T. Boeyinga door directeuren aangesteld als bouwmeester. Boeyinga was werkzaam bij de gemeentelijke woningdienst en was de ontwerper van een aantal gereformeerde kerkgebouwen. De inrichting van de laboratoria werd besproken met Coops en Sizoo – die nieuwe inzichten hadden opgedaan op hun buitenlandse reis – en hun wensen zouden voor een belangrijk deel het ontwerp bepalen. Een geschikte plaats voor het gebouw werd, na een lange zoektocht, gevonden op het terrein achter de Valeriuskliniek aan de De Lairessestraat in Amsterdam-Zuid. Het gebouw dat daar vanaf het voorjaar van 1931 verrees – dat qua stijl kan worden gekarakteriseerd als een sobere variant van de Amsterdamse school – bestond uit twee delen, gescheiden door een ingangspartij met trappenhuis en lift. De vleugel links van de ingang bood plaats aan het scheikundig laboratorium, de rechtervleugel, gelegen aan de Lassusstraat herbergde het natuurkundig laboratorium. Beide delen bestonden uit een kelder, begane grond, twee verdiepingen en een zolder en het gebouw was berekend op zo’n 50 tot 100 studenten.83 De huur van de Galerij nr. 30 werd opgezegd per 1 september 1932 en met ingang van het nieuwe cursusjaar nam de sectie natuurkunde reeds haar intrek in het laboratorium, hoewel het toen nog niet geheel gereed was.84 De officiële opening vond plaats op 17 maart 1933 en bij deze gelegenheid maakte een lange reeks hoogwaardigheidsbekleders zijn opwachting: Colijn, Heemskerk, Idenburg, vertegenwoordigers van de gemeente Amsterdam en van andere universiteiten verzamelden zich in de collegezaal van het laboratorium.85 Bij deze gelegenheid konden er ook enkele boeken aan de bibliotheek worden toegevoegd: zo schonk Zeeman aan Sizoo een herdruk van zijn verhandelingen uit 1896 over het Zeemaneffect.86 Vollenhoven sprak bij de rectoraatsoverdracht aan het eind van dat jaar over de laboratoria: ‘Naar het oordeel van zeer bevoegden uiterst sober ingericht, zijn ze toch behoorlijk toegerust voor het werk van docenten en studenten. Moge, nu de localen der jongste faculteit niet langer over half Amsterdam verspreid liggen, maar ze in één gebouw

69

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 70

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's