125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 184

de benoeming van g. c. berkouwer

de benoeming van g. c. berkouwer Directeuren en curatoren hebben zich in de loop der jaren dertig menigmaal intensief met de gang van zaken aan de theologische faculteit bemoeid. Daarbij speelde de zorg over het imago van de vu een belangrijke rol. Het was in deze jaren dat Colijn zijn beroemde verzuchting slaakte dat het zo jammer was dat de theologen geen Latijn meer spraken. En het is mijns inziens deze zorg geweest, die directeuren er toe bracht de Amsterdamse predikant G. C. Berkouwer te benaderen voor een buitengewoon professoraat in de dogmatiek.75 Hepp, die daarover door Berkouwer werd geraadpleegd, was zeer verbaasd. Hij meende dat deze benoeming gezien Berkouwers publicaties wel bedoeld zou zijn als tegenwicht tegen Barth, Rome en de Wijsbegeerte der Wetsidee. Ongetwijfeld heeft hij het ook als een aanval op zichzelf ervaren, of op zijn minst als een overbodige benoeming. Hij maakte in ieder geval ernstig bezwaar, hetgeen voor Berkouwer reden was om te bedanken. Het was ook wel een vreemde situatie, voor Hepp natuurlijk, maar ook voor Berkouwer. Hij was de leerling, daarnaast was hij als predikant van Watergraafsmeer betrokken geweest bij de kerkelijke problemen die voortvloeiden uit Hepps huwelijksmoeilijkheden, en nu zou hij ook nog een professoraat in de dogmatiek naast Hepp gaan bekleden.76 Enkele maanden later ontmoette Berkouwer in de trein directeur G. Wolzak Hzn, die hem vroeg of directeuren nog eens mochten komen praten over een (buitengewoon) professoraat. Berkouwer voelde er wel voor, en toen hij Hepp daarvan in kennis stelde, reageerde deze sympathiek. Dat hij het er toch moeilijk mee kon hebben, blijkt uit de herinnering van toenmalige student G. P. Hartvelt, die zich een smalende opmerking van Hepp herinnerde: alsof hij geen college gaf over de ‘nieuwere theologie’, het vak dat in de leeropdracht van Berkouwer genoemd werd.77 Directeur mr. G. H. A. Grosheide, de broer van de theoloog, deed op 20 april 1940 verslag van het handelen inzake het gewenste professoraat van Berkouwer aan het College van Directeuren.78 Hij kon mededelen dat Berkouwer wel voor een dergelijk professoraat voelde en tevreden was met een beloning van fl 1000,– per jaar. Dit bedrag werd, zo deelde hij mee, door enkele vrienden van de Vrije Universiteit voor vijf jaar gegarandeerd. Informeel was reeds gebleken dat alle gremia zich in dit voorstel konden vinden en directeuren maakten dan ook

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 183

183

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen