GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 260

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 260

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

van elenctiek naar godsdienstwetenschap

Een tweede punt is dat kennis van de godsdienstgeschiedenis ons ongetwijfeld een voortdurend degeneratie-proces zal doen zien van de ‘oorspronkelijke religie’ zoals ons die in de Schrift getekend wordt. Tegelijkertijd echter opent dit vak ons de ogen voor het duidelijk bewijs dat God de mensen niet heeft losgelaten, zich niet onbetuigd heeft gelaten, maar zich onophoudelijk met de mens is blijven bemoeien. Tenslotte wijst Bavinck erop dat de godsdienstgeschiedenis ons inzicht zal schenken in de wijze waarop de ene godsdienst de andere heeft beïnvloed. Alleen dit laatste argument is ‘zuiver wetenschappelijk’. De ander twee argumenten passen geheel binnen het gereformeerde denkkader. Behalve de godsdienstgeschiedenis noemt Bavinck als verwante vakken van de elenctiek ook nog de godsdienstwetenschap, de godsdienstpsychologie, de wijsbegeerte van de godsdienst en de fenomenologie. Dit laatste vak leert ons dat ieder gebruik zijn betekenis ontleent aan de context waarin het plaatsvindt. ‘Aan het einde van haar onderzoek kan de Phaenomenologie dan trachten het typerende, het essentiële van elke religieuze structuur te grijpen en in woorden weer te geven.’69 In het licht hiervan is het niet verwonderlijk dat in het eerste ‘meerjarenplan’ van de faculteit (1961) een leerstoel godsdienstgeschiedenis reeds tot de wensen behoorde. Daarin wordt ongetwijfeld de invloed van Bavinck zichtbaar, die een dergelijke leerstoel aan de vu miste. In de tweede versie van dit plan (1962) werd het aldus verwoord: ‘Een goede voorziening van het vak elenctiek zal binnen niet al te lange tijd vragen om een leerstoel voor de geschiedenis van de levende godsdiensten.’70 Dat is precies wat Bavinck in zijn Inleiding in de zendingswetenschap had betoogd. Na het overlijden van Bavinck trachtte de faculteit iets van zijn wensen te realiseren. Bij de bezinning op de vacature, zo schreef de faculteit aan curatoren, was zij tot de conclusie gekomen dat de verbinding tussen enerzijds de zendingsvakken (inclusief de elenctiek) en anderzijds de ambtelijke vakken zoals die sedert 1954 aan de vu gebruikelijk was, zo zeer samenhing met de persoonlijkheid van Bavinck, dat alleen om die reden al continuering daarvan niet voor de hand lag.71 Daarbij kwam dat de faculteit de wens had uitgesproken de elenctiek zodanig uit te breiden dat dit vak voortaan de bestudering van de niet-christelijke

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 259

259

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 260

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's