GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 136

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 136

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

waakzame deputaten

zaakt zien dit te melden aan directeuren. Om die reden legden ze hem zeven punten voor en verzochten ze hem daarop kort en goed te willen antwoorden of deze ook zijn gevoelen uitdrukten en of hij voortaan bereid was dit te laten doorwerken in zijn colleges. Van Gelderen antwoordde in een uitvoerige brief.56 Behalve materiele bezwaren, die hij in twee bijlagen behandelde, had hij grote moeite met de formele gang van zaken. In de eerste plaats hadden deputaten zijn apologie van 30 mei niet weerlegd. En ze hadden evenmin het bewijs geleverd dat zijn standpunt in strijd was met de belijdenis. Waar elke motivering van de vrees der deputaten ontbreekt, meende hij recht te hebben op eerbiediging van zijn standpunt. Wel wilde hij deputaten toezeggen dat zij in de synodale periode 1917-1920 geen reden tot klagen over zijn onderwijs zouden hebben. Hij nam zich namelijk voor gedurende deze jaren binnen de grenzen te blijven die hij steeds in acht had genomen totdat hij zijn ‘Excursie over de bijbelsche oergeschiedenis’ had ondernomen. Voor de korte periode van drie jaar meende hij deze verbintenis wel te kunnen aangaan, omdat er tal van onderwerpen waren waarbij hij ‘zonder het minste of geringste consciëntiebezwaar binnen de genoemde grenzen’ kon blijven.57 Zijn tweede bezwaar betrof het feit dat hem twee vragen werden voorgelegd waaruit zou moeten blijken of en in hoeverre hij het met standpunt van deputaten eens was. ‘De rechtmatigheid hiervan kan ik echter niet toestemmen’. Hij bleef volhouden dat zijn opvattingen niet in strijd waren met de belijdenis. Wel stemde hij toe dat ze ingingen ‘tegen de absolutistische neigingen van een deel der Gereformeerde belijders’. Hij eindigde zijn brief met het verzoek hem hetzij een gedetailleerde en geargumenteerde weerlegging van zijn apologie van 30 mei te zenden, én het bewijs dat zijn standpunt buiten de grenzen van de confessie ligt, hetzij (bij gebrek aan zo’n bewijs) een verklaring dat deputaten zijn standpunt eerbiedigden en het incident als besloten zouden beschouwden. Deputaten meenden een dergelijke verklaring echter niet te kunnen geven, zo schreven ze aan Van Gelderen.58 Anderzijds wilden ze zich niet tot directeuren wenden. Daarvoor hadden ze drie redenen. In de eerste plaats de toezegging van Van Gelderen voorlopig geen aandacht meer aan de oergeschiedenis te besteden. In de tweede plaats meenden ze op grond van de laatste correspondentie te mogen concluderen

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 135

135

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 136

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's