125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 380

eredoctores van faculteit der godgeleerdheid van G. A. Lindeboom, die onder meer de stemverhouding aan de orde stelde en wees op een lacune in de reglementen. Twintig aanwezigen hadden voor gestemd, zeventien hadden tegengestemd, negen hadden zich onthouden van stemming. De toekenning van het eredoctoraat geschiedde derhalve met een minderheid van stemmen, zoals dat eerder bij Rullmann het geval was geweest. Lindeboom zou graag zien dat voortaan de stelregel werd gehanteerd zoals die ook bij hoogleraarsvoordrachten gold, namelijk dat 2/3 van de aanwezigen voor diende te stemmen wilde het voorstel worden aangenomen. Tot slot kon hij niet nalaten te verwijzen naar zijn voordracht van Paul Tournier, die was afgewezen wegens het ontbreken van bewijzen van uitzonderlijke wetenschappelijke verdiensten, zoals die in het reglement van de vu werden vereist. Welke zijn de uitzonderlijke verdiensten van Naudé? zo vroeg hij de rector. Men kan niet anders dan Lindeboom op beide punten gelijk geven. Maar het laat zien dat het klimaat aan de universiteit aan het veranderen was. Het politiek bewustzijn van de Faculteit der Godgeleerdheid in die jaren was groot en een eredoctoraat kon gebruikt worden als een internationaal politiek drukmiddel.

1980 J. Miguez Bonino Een politiek tintje zat er ook aan het eredoctoraat dat in 1980 bij het honderdjarig bestaan van de vu werd toegekend aan J. Miguez Bonino. Deze Argentijnse bevrijdingstheoloog nam als protestant een bijzondere positie in temidden van de overige bevrijdingstheologen, die meestal rooms-katholiek waren. Een positie die door de faculteit werd aangevoerd als reden voor het toekennen van een eredoctoraat.20 Daarnaast wees de faculteit op het feit dat Bonino een grote openheid in oecumenisch opzicht betoonde, zowel naar de rooms-katholieke kerk toe als naar de evangelicals. Hij was een verbindende figuur. Die openheid kende hij – een derde argument – ook ten opzichte van het marxisme, dat hij beschouwde als een middel tot maatschappij-analyse. Ons als westerse christenen, zo meende de faculteit, houdt hij voor dat bevrijdingstheologie geen consumptieartikel is, maar om concrete actie vraagt, om een committment. Bovendien blijkt hij op grond van zijn publicaties een theoloog van formaat te zijn. Een eredoctoraat zou zijn positie in Latijns-Amerika versterken. Het College van Decanen ging op 28 november 1979 akkoord, waarbij tevens werd vastgesteld, conform het verzoek van de faculteit, dat H. M. Kuitert zou optreden als promotor.

1985 Oe. H. Kapita De politiek, noch de buitenlandse noch de binnenlandse, noch de burgerlijke noch de kerkelijke, speelde een rol toen Oe H. Kapita in 1985 tot eredoctor

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 379

379

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen