GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 280

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 280

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

nieuw zicht op de evangeliën

Een van degenen die reageerde was de Kamper hoogleraar Herman Ridderbos.59 Zolang het gaat om de erkenning van het menselijk karakter van de Schrift kon Ridderbos Baarda nog wel volgen. Hij had geen enkele behoefte aan harmonisatie of aan schijnoplossingen. Hij wilde daarbij echter blijven ‘binnen de grenzen die de canoniciteit van de Schrift, als regel voor geloof en leven, ons stelt.’60 In dat kader herhaalde hij de oude gereformeerde opvatting dat de Schrift niet onder een voor haar wezensvreemde maatstaf mag worden gebracht. Dat verweet hij Baarda toen hij erop wees dat deze de evangeliën onderwierp aan het ‘zuiver historisch onderzoek’ en een onderscheid maakte tussen de partijdige voorlichting van de evangelisten en hetgeen de historicus met historische zekerheid kan vaststellen. Zo kwam het tot het onderscheid tussen de historische Jezus en de levende Heer. Bij Baarda hebben de evangelisten hun geloof in de Opgestane Heer en wat daarmee samenhangt geprojecteerd op het leven van Jezus, aldus Ridderbos. In dit kader stelde hij kritische vragen aan het adres van de zogenaamde historische methode. Kernpunt daarvan is de aanwezigheid van analogieën in de geschiedenis. Jezus als rabbi is historisch acceptabel, Jezus als de Zoon van God niet. Het is deze methode waarmee Baarda de Schrift benaderde. Daarom werd wel erg veel op rekening van de gemeente geschreven. Zo verloor de Schrift voor Ridderbos ‘haar karakter van autoritatieve apostolische overlevering’.61 Met andere woorden: het wordt alles te veel ongrijpbare, vrome fantasie, zonder verworteling in de historische werkelijkheid. Het was Augustijn die van meet af aan vierkant achter Baarda is gaan staan.62 Hij sprak de Kamper hoogleraar allereerst aan op het feit dat deze het historisch onderzoek beperkte door een dogmatisch kader (de canoniciteit der Schrift) aan te geven. Tevens sprak hij hem aan op diens kritische opmerkingen over de historisch-kritische methode. De kwestie was veel moeilijker dan Ridderbos het voorstelde. Deze ging bijvoorbeeld voorbij aan de onontkoombare vraag: wie heeft er nu gelijk, welk beeld is juist: dat van Johannes of dat van de synoptici? Ridderbos bagatelliseerde deze vragen. Voor Augustijn was het gebruik van de historische methode de enige manier om de bijbel serieus te nemen. De moderne methode van historisch onderzoek, zo vervolgde hij, gaat ervanuit dat ieder geschrift iets verraadt van de tijd waarin het geschreven werd. Daardoor wordt zicht verkregen op wat er historisch gesproken aan de hand is geweest. Er is geen reden waarom deze me-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 279

279

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 280

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's