De beteekenis van het leerstuk der oorspronkelijke gerechtigheid voor de godgeleerde zedekunde - pagina 37
Rede bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
39 37)
Opera Menno
Symons,
Boecken en Schriften,
Ofte Groot Sommarie,
dat is, Vergaderingk
't samen in een vervaet ende in Druck
Beminders
der
in V yaer
ons Heeren,
Waerheydt
ter
Anno
Eeren
1646,
Godts ende haeren noesten welvaert.
fol. 683 en
Gedruckt
869.
38)
Zie Winer a. w. p. 51.
39)
Confess: der vereenigde Friesche en Duitsche Gemeenten:
A t . 2.
van syne
vernieuwt door sommige
Hominem fecit deus, quem prorsus condecoravit sapientia, ingenio etintel-
lectu super creaturas
omnes eumque dominum omnium illarum constituit et praeterea
secundum imaginem suam divinam in iustitia et sanctimonia vera ad immortalitatem creatum in paradiso posuit. 40)
Cat. Racov.
qu. 42.
Sciendum est, imaginem D e i — potestatem hominis et
dominium in omnes res a Deo conditas supra terram designare. 41)
Men zie hierover Charles Hodge Systematic Theologie, Volume I I . Chapter V .
Original State of Man. § 6. This view of man's original state (sc. Pelagian and Rationalistic Doctrine) is the necessary consequence of the assumption that moral character can be predicated only of acts of the will or of the subjective consequences of such acts. This principle which precludes the possibility of original righteousness in A d a m , precludes also the possibility of innate, hereditary depravity, commonly called original s i n ; and also the possibility of indwelling sin, and of habits of grace. — Hodge laat hierop een klemmend betoog voor het tegenovergestelde opinie volgen. 42)
Schriftelicke
sommighe
van .dien.
conferentie, gehouden in 's Gravenhaghe
Kercken-dienaren:
Aengaende
in den jare 1611,
do Godlicke Praedestinatie
tusschen
metten aencleven
Ter ordonnantie van de E d . M o g . Heeren Staten van Ilollandt ende West-
Vrieslandt Ghedruckt in 's Gravenhage, By Ilillebrandt Jacobsz Drucker Ordinaris van de E d . M o g . Heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt, Anno 1612,
p. 250.
De Remonstranten wilden wel toestemmen, dat God den mensch verrijkt had in het v e r s t a n d „met een h a b i t u s c i e n t i a e oft becly vende kennisse van overnatuerlijcke dinghen, in de a f f e c t e n
met een inghestorte heylichheydt, hope, vreese e t c , maer
inde w i l l e en mocht volgens hen soodanighen instortinghe niet geschieden, als die nae haren aerdt vry was om oft het goede, oft het quade te willen, ende naer haer werck goedt
oft quaedt ghenaemt te werden.
In de Gheestelijcke doot
en werden
eygentlijck te spreken, de Gheestelijcke gaven van des menschen wille niet gescheyden, dewijl sy
nogh i n deselfde
gheweest zijn, maer alleen een vryheyt om 't goede of
't quade te moghen doen." 43;
Zie Aant. 10.
44)
F. Jodl. Geschichte der Ethik
45)
A . Wuttke. Handbuch
46)
Dat
in der
der christlichen
Neueren
Philosophie.
Sittenlehre.
I. p.
II
Band. p.
172.
233.
in het Christendom niet een „nieuw gebod" is gegeven en dit dan ook
niet in Joh. 13 : 34 en evenmin in I Joh. 2 : 8 en II Joh. 5 bedoeld wordt, is door den hoogleeraar Kuyper nog onlangs betoogd in zijn: Het werk van den heiligen Geest. Deel III, hoofdst. X X I X .
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1890
Inaugurele redes | 38 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1890
Inaugurele redes | 38 Pagina's