Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 19
Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleeraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
20
w e l mogelijk! V a n hun dogma toch der metempsychose
moet
ZELLER zelf bekennen: „Keine andere von den pythagoreischen L e h r e n ist bekannter, und keine lässt sich mit grösserer Sicherheit auf den Stifter der Schule zurückführen, als die L e h r e von der Seelenwanderung
und dem Fortleben der Seele nach dem
T o d e . " ) D e z e leer staat dus inderdaad ZELLER'S opvatting der 65
vóór-Sokratische philosophie in den w e g . Maar geen n o o d ! L i e ver dan zelf zijne theorie op te geven, schuilt hij de schuld op de inconsequentie der P y t h a g o r e ë r s : „Unser D o g m a erscheint mithin überhaupt nicht als ein Bestandtheil der p3'thagoreïschen P h i l o s o p h i e , sondern als eine T r a d i t i o n der pythagoreischen M y s t e r i e n , die wahrscheinlich aus älteren, orphischen Ueberlieferungen entsprungen, mit dem philosophischen Princip der P y t h a goreer in keinem wissenschaftlichen
Zusammenhang
steht"; ) 6 6
m. a. w . die goede P y t h a g o r e ë r s waren zoo schrander, dat ze als aanhangers
der Mysteriën leerden — en leerden niet maar
omdat het zoo overgeleverd wat
ze
als
was,
maar met hart en ziel,
philosophen verwerpen
moesten
en
verwierpen!
A r m e Pythagoreërs! M a a r in ernst: wanneer ZELLER, de anti-dogmaticus, zich niet door zijn d o g m a had laten beheerschen, hadde dan niet veeleer de omstandigheid, dat dit leerstuk niet slechts bij hen gevonden wordt, maar zulk
in geheel de philosophie vóór ARISTOTELES
eene belangrijke plaats inneemt, hem tot eene andere op-
vatting dier philosophie moeten
brengen?
E i l i e v e ! W a a r a a n ontleent ZELLER toch het recht, in deze n o g in haar wordingstijd verkeerende philosophie, telkens en telkens weer den mensch en den denker te scheiden? A a n de inconsequentie,
die ook hier schijnt te zijn? Maar allereerst is het
toch de vraag,
of deze inconsequentie wel waarlijk aanwezig
is, of ze niet, indien al v o o r ons, dan toch v o o r ons alléén bestaat, tengevolge
van de gebrekkige
overlevering. D o c h ook
indien dit niet zoo is, ook indien er inderdaad inconsequentie bestaat, dan m a g toch g e v r a a g d :
is een inconsequent philosoof
geen philosoof meer? O f geldt ook hier niet eerder wat BLASS van
Plato z e g t : „ W e n n Piaton als P h i l o s o p h inkonsequent ist,
so steht er damit unter den Philosophen nicht allein, und mehr als das, es beweist dies, dass er kein enger, die Rätsel der W e l t und des Lebens bloss einseitig auffassender
Geist w a r " ? ) 6 7
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's