Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 18
Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleeraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
19 toond heb niet slechts het bestaan v a n deze diepere, mystieke richting in de Philosophie, maar ook hare beteekenis voor de G r i e k s c h e literatuur en geschiedenis. Het eerste valt niet bijzonder moeilijk. Natuurlijk, wanneer G e het begrip mystiek streng definieert — als dit althans mogelijk is ) — en het binnen enge grenzen beperkt, en dan gaat 6 0
vragen, of daar n u de vóór-Sokratische philosophie qua talis onder valt, dan k a n het antwoord niet w e l onvoorwaardelijk bevestigend
luiden. 61) Maar zóó m a g de quaestie niet gesteld
worden. D e v r a a g wijsbegeerte
is allereerst
deze: Is de vóór-Sokratische
philosophie i n den z i n dien wij aan dat w o o r d
hechten, is ze abstracte
begrips-philosophie, j a dan neen?
Ja,
zegt het rationalisme. E n tegenover dat ja is het, dat mijns inziens — zoo straks wees i k er reeds op — een krachtig neen gesteld moet worden. W a n n e e r G e i n ZELLER'S standaardwerk de geschiedenis der vóór-Sokratische philosophie leest, dan zijt G e van het abstracte rationalisme dier philosophie v o l k o m e n overtuigd. A l l e s is daar zoo helder als glas. T h a l e s heet de eerste philosoof, omdat hij de eerste geweest is, „von dem uns bekannt ist, dass er in allgemeiner R i c h t u n g nach den natürlichen Ursachen der Dinge gefragt hat." 62) Zijn „religiöser G l a u b e n " w o r d t scherp gescheiden van zijn „philosophische A n s i c h t " ; de eerste is „griechischer P o l y t h e i s m u s , " de laatste „pantheistischer H y l o z o i s m u s . " ) E n 6 3
als er dan n o g plaatsen zijn, die o p iets anders
schijnen te
wijzen, dan zijn die eenvoudig onecht. M a a r de v r a a g is toch gewettigd, of men zoo geschiedenis schrijft; want de geschiedenis van het G r i e k s c h e denken is toch ook geschiedenis. E n of ZELLER
deze
weergeeft,
schijnt mij
inderdaad betwijfeld te mogen w o r d e n . L a a t mij n o g een enkel voorbeeld aanhalen. W a n n e e r T h a l e s de onsterfelijkheid der ziel heet geleerd te hebben, dan hoort dit bericht volgens ZELLER tot die „ A n g a b e n , die v o n so unzuverlässigen Zeugen stammen", en waarvan
de meeste „mit
glaubwürdigeren Nachrichten mittelbar oder unmittelbar so sehr i m W i d e r s p r u c h stehen, d a s s w i r ihnen nicht den geringsten W e r t h beilegen k ö n n e n . " ) U i t ! 64
Bij de P y t h a g o r e ë r s echter w a s eene dergelijke athetese niet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's